Kerk & religieEuropese Biblebelts

In het Schotse Stornoway neemt kerkbezoek af, maar blijft de zondagsrust „redelijk intact”

Zeker veertien kerken telt Stornoway, een winderig stadje op het eiland Lewis, het hart van de Schotse Biblebelt. Maar ook hier tikt de tijd door. „Het Evangelie kwam laat en vertrekt daarom ook laat.”

27 June 2024 14:23Gewijzigd op 27 June 2024 17:15
Schilderij van de haven van Stornoway, hoofdstad van het eiland Lewis, in het noordwesten van Schotland. beeld Thomas Eichmann
Schilderij van de haven van Stornoway, hoofdstad van het eiland Lewis, in het noordwesten van Schotland. beeld Thomas Eichmann

Op zondag zijn de straten van het 7000 inwoners tellende Stornoway nagenoeg uitgestorven. Misschien dat een paar toeristen hongerig en dorstig langs de gesloten winkels lopen. Alles zit dicht, op een pompstation, een kledingwinkel en de hotels na.

beeld RD

De zondagssluiting op Lewis, het noordelijkste eiland van de Buiten-Hebriden, wordt nog breed gedragen. Een van de grootste omwentelingen was de eerste zondagse vlucht op Stornoway Airport, in 2002. Het vreedzame protest van ds. David Murray , toen predikant van de Free Church (Continuing), mocht niet baten; op het vliegveld onthaalde een juichende menigte het eerste vliegtuig. Sinds 2008 varen er ook de ferry’s op de ”Sabbath”, zoals de Schotten de zondag aanduiden.

Lewis, dat ongeveer even groot is als de Nederlandse provincie Zeeland, is het winderigste stukje van Groot-Brittannië, zeggen meteorologen. De lucht is grijs, de huizen zijn grauw en de enkele bomen in het verder lege heidelandschap staan gebogen richting het noordoosten, niet bestand tegen eeuwen van tegenwind vanaf de Atlantische Oceaan.

Western Isles Properties Ltd. verkoopt huizen op het eiland. De makelaar aan Cromwell Street in Stornoway maakt reclame voor een bungalow aan de Kerkstraat in Borve, aan de noordwestkust van Lewis: de woning „profiteert” niet alleen van „een haag en bomen” die de wind breken, maar ook van „kerken” in de buurt.

En die zijn er genoeg, vooral in Stornoway. Op elke doordeweekse dag kun je wel ergens terecht voor een kerkdienst of ”prayer meeting”, een gebedsbijeenkomst met psalmgezang en een preek. Het grindstenen gebouw van de Free Presbyterian Church, aan Matheson Road, hult zich in verschillende tinten grijs. Alleen een felblauwe poster van de Trinitarian Bible Society brengt wat kleur. En een belangrijke boodschap: „Christus is eenmaal geofferd, om veler zonden weg te nemen.”

Binnen, in de lichtgeel geschilderde kerkzaal, zitten op een donderdagavond in juni dertien mensen in bruine houten banken. Tien mannen en, met gedekt hoofd, drie vrouwen. Een orgel is er niet.

Ouderling Finley Campbell is de voorzanger van dienst. Er klinkt Psalm 89:11, uit het Psalter van 1650. Bij het tweede woord van elke zin valt de gemeente in. „The heav’ns are thine, thou for thine own the earth dost also; The world, and fulness of the same, thy pow’r did found and make.” („De hemel is Uwe, ook is de aarde Uwe; de wereld en haar volheid, die hebt Gij gegrond”).

Er wordt doorgezongen tot het 28e vers, slechts onderbroken door vier mannelijke gemeenteleden die een gebed doen. Voor vergeving van zonden, voor het Joodse volk, voor jongeren in de gemeente.

Het lezen van een preek lukt ouderling William Mackay niet meer zo goed, dus mediteert hij zelf. Over de liefde van Christus voor zondaren, zichtbaar in Zijn dood aan het kruis. Hij dronk de beker van Gods toorn tot de laatste druppel leeg. „De ergste zonde is dat we het bloed van Jezus Christus geringschatten”, zegt Mackay.

Gaelic

Een paar straten verderop, even voorbij het huis waar de Engelse prediker Arthur W. Pink tot zijn dood in 1953 woonde, staat al sinds het midden van de negentiende eeuw het grijze kerkgebouw van de Free Church. Binnen is ds. James Maciver (70) bezig met de laatste voorbereidingen voor de begrafenis van een gemeentelid, de volgende dag. De zondag daarop houdt hij zijn laatste preek als predikant van de gemeente, de grootste binnen het in 1843 ontstane kerkverband. Dan wacht het emeritaat.

In het kerkgebouw kunnen 1100 mensen. Dertig, veertig jaar geleden zat het nog vol, weet Maciver, terwijl hij naar een naastgelegen hal loopt, waar over enkele dagen 80 kinderen en jongeren in de leeftijd van 8 tot 15 jaar naar de zondagsschool gaan. „Nu komen er ongeveer 300. En 50 naar ons gebouw aan Francis Street, waar de diensten in het Gaelic plaatsvinden. Deze taal wordt overigens steeds minder op het eiland gesproken.”

De gemeente krimpt, zegt Maciver, ook al gaat het niet hollend hard. Er komen mensen bij, er worden tien kinderen per jaar gedoopt. „Maar ik heb in de acht jaar dat ik hier predikant was, wel 286 begrafenissen geleid.”

Er kunnen 1100 mensen in het kerkgebouw van de Free Church in Stornoway. beeld RD

Dan naar de ruim bemeten kerkenraadskamer, waar tientallen stoelen rondom tafels in een vierkant staan. „We hebben 33 ouderlingen en 24 diakenen”, zegt de predikant. „Die zijn niet allemaal meer actief, hoor. Maar je blijft bij ons levenslang in het ambt.”

Maciver ziet het tamelijk geïsoleerde eiland Lewis, dat relatief laat –vanaf ongeveer 1820– een orthodox jasje kreeg, langzaam veranderen. Vooral in het onderwijs op de staatsscholen, dat volgens hem niet vrij is van lhbti-propaganda. „Dat zou een paar jaar geleden nooit het geval zijn geweest.”

Toch sturen lang niet alle ouders hun kinderen naar de enige christelijke school in Stornoway, de niet-gesubsidieerde  Providence Christian School , die ook vanuit Nederland wordt gesteund . „De meeste kerkleden willen de invloed van christenen op de staatsscholen behouden.”

De 12e-eeuwse Teampull Mholuaidh, op het Schotse eiland Lewis. beeld RD

Cruiseschip

Het kerkbezoek neemt weliswaar af, maar de zondagsrust blijft „redelijk intact”, vindt de predikant van de Free Church, die een „volledige correspondentie” heeft met de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. „Soms wordt er een poging ondernomen om de sporthal of het zwembad op zondag open te stellen, maar de lokale overheid heeft haar standpunt gelukkig nooit gewijzigd.”

In het donkere water van de buitenhaven van Stornoway ligt deze donderdag de Seven Seas Splendor, tien verdiepingen hoog, met honderden toeristen in de buik van het cruiseschip. Zondag is het weer vertrokken. „We hebben vorig jaar navraag gedaan bij de havenautoriteit”, zegt Maciver. „We vroegen wat hun beleid was met betrekking tot schepen die op zondag binnenkomen. Hun antwoord was dat ze de grote cruisemaatschappijen vertellen dat hier bijna alles op zondag gesloten is. De meeste varen dus door.”

„De meeste cruiseschepen varen door omdat zondag alles op slot zit” - Ds. James Maciver, predikant in Stornoway

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer