Menigheten Samfundet, volgens sommigen een sekte, is de behoudendste kerk van Noorwegen. Typerend is dat de gemeente verwacht dat vrouwen tijdens de dienst hoofdbedekking dragen. Maar niet elk standpunt is onwrikbaar. Zo is het dragen van een rok of jurk voor vrouwen niet langer verplicht.
Het is zondag kwart voor tien. Over een kwartier begint de kerkdienst van Menigheten Samfundet. Qua uiterlijk lijken de bezoekers van deze kerk in Kristiansand zo weggelopen uit een doorsnee reformatorische gemeente. De hal stroomt vol met kinderrijke gezinnen en oudere echtparen. Donkere kleding voert de boventoon. Met zijn zwarte pak kan voorganger Tormod Aamodt doorgaan voor een ambtsdrager in de gereformeerde gezindte. De meeste vrouwen en meisjes dragen een rok of jurk en zetten iets op hun hoofd voordat ze in de blauwbeklede kerkbanken schuiven.
Kristiansand is de grootste stad van zuidelijk Noorwegen en ook de belangrijkste plaats in de Bijbelgordel. Die bevindt zich grofweg langs de zuidwestkust en dat is geen toeval. „Door scheepvaart en emigratie werd de zuidwestelijke kust bijzonder blootgesteld aan overzeese culturele impulsen”, legt historica Bjørg Seland uit in een gesprek aan de Universiteit van Agder in Kristiansand. Ook haar collega Nils Martinius Justvik en godsdienstsocioloog Pål Repstad nemen hieraan deel.
„Kom onder ons met Uw Geest en genade”, bidt Aamodt aan het begin van de dienst. „Zodat Uw Woord werkt in allen die het horen, groot en klein, en dat de prediking van het Woord leidt tot ware bekering en een vast geloof in U en in onze Verlosser, Jezus Christus.” Het is deze laatste zondag van oktober biddag in Noorwegen. In zijn preek –over Jesaja 55:6-7– legt Aamodt uit dat de Noorse overheid in 1686 een wet invoerde waardoor de vrijdag na Pasen voortaan werd bestempeld als biddag. In de vorige eeuw werd dit gebruik meermaals aangepast en sinds 2000 houdt Menigheten Samfundet elke zondag voor Allerheiligen –1 november– biddag.
Opgelegd
De zondagse bijeenkomst heeft het karakter van een leerdienst. Aamodt houdt de gemeente voor wat bidden is, wat er moet worden gebeden en wanneer het moet gebeuren. Meermaals haalt hij de Deen Erik Pontoppidan (1698-1764) aan, een piëtistische bisschop. Zijn geschriften stempelden het kerkelijk leven van Menigheten Samfundet. Godsdienstsocioloog Repstad legt uit dat de Noorse kerk vanouds sterk georiënteerd was op Denemarken, omdat Noorwegen tot 1814 als het ware een kolonie was van het zuidelijker gelegen buurland. Het verklaart ook waarom Noorwegen luthers was en niet calvinistisch. „De godsdienst werd de mensen van bovenaf opgelegd.”
Om zijn boodschap te onderstrepen, leest Aamodt een gedeelte voor uit een boek waarin de geschiedenis van Jona wordt verhaald. „Als we in nood zijn (…), moeten we ons tot God wenden voor hulp”, is een van de lessen die de voorganger uit het gedeelte trekt. „Hij is onze almachtige en goede Vader in de hemel Die voor al Zijn kinderen zorgt.”
Augsburgse Confessie
Menigheten Samfundet is een zogenoemde vrije kerk, in 1890 ontstaan na een breuk met de Kerk van Noorwegen. De oprichters vonden dat de staatskerk steeds verder afdreef van „de evangelisch-lutherse belijdenis” – waartoe onder meer Augsburgse Confessie behoort. Het invoeren van een nieuwe liturgie en andere rituelen was de spreekwoordelijke druppel. Dergelijke kerken zijn er veel in Noorwegen, met name in de Biblebelt.
Andere kerken scheidden zich niet af van de staatskerk, maar richtten een zogenoemd ”bedehus” op. Zo’n bedehus werd als het ware een aanvulling op de kerk: ’s morgens ging je naar de staatskerk, ’s middags of ’s avonds naar een samenkomst in het bedehus. Anno 2023 leidt de bedehus-cultuur in Noorwegen een zieltogend bestaan. Doordat jongeren wegtrokken naar de stad, verloor het bedehus in veel ontvolkte dorpen zijn functie. Menig bedehus transformeerde in een skatepark, schapenschuur of werd prijsgegeven aan de natuur.
Strikt genomen is de 1400 leden –onder aanvoering van docenten verloor de gemeente circa zes jaar geleden honderden leden; zij konden zich niet langer vinden in de gedachte dat Menigheten Samfundet de enige echt christelijke kerk in de wereld is– tellende gemeente Menigheten Samfundet geen vrije kerk, want ook het 200 kilometer westelijker gelegen Egersund heeft een Menigheten Samfundet. Die telt ruim 350 leden. Robert Hanssen (69) is lid van de gemeente in Kristiansand. Zijn opa was een van de leidende figuren binnen de kerk. Hanssen is kerkenraadslid en doceerde Duits en Engels op de bij de kerk behorende school. Op deze school volgen zo’n 200 kinderen tot circa hun 16e levensjaar onderwijs. De eigen school kwam er omdat bestaande christelijke scholen in de ogen van de kerk te liberaal werden. „Zij geloven bijvoorbeeld niet dat het Bijbelboek Jona geschiedenis is”, stelt Hanssen. „Hoewel wij het niet kunnen begrijpen, geloven wij het wél, omdat het in de Bijbel staat. Omdat het voor kinderen essentieel is wat ze van hun ouders en op school meekrijgen, hebben wij een eigen school.”
Ware kerk
Kenmerkend voor de Menigheten Samfundet is dat ze niet samenwerkt met andere christenen. „We hebben ons niet voor niets afgescheiden”, motiveert Hanssen. De keerzijde is dat, zoals Hanssen het omschrijft, „we in zekere zin genoeg hebben aan onszelf”. Het runnen van een school –„voor het eerst in lange tijd hebben we nu voldoende docenten”– slokt bijvoorbeeld veel tijd en geld op. Aandacht gaat er ook naar het aanbieden van verantwoorde vrijetijdsactiviteiten. Zo is er voor de jeugd van de gemeente een eigen voetbalclub. Zending bedrijven doet de gemeente niet.
De kerk staat te boek als gesloten gemeenschap. De gemeente trok inmiddels breder de aandacht, omdat een journalist er eerder dit jaar een boek over publiceerde. Auteur Bjørn Markussen vertelt daarin het verhaal van Robin Andersen, een twintiger die brak met Menigheten Samfundet. En passant verhaalt Markussen de geschiedenis vanaf de start in 1890.
Uit een recensie in de Noorse christelijke krant Dagen rijst het beeld dat de gemeente zich presenteert als de enige ware kerk. Stapt er bijvoorbeeld een lid van een andere kerk over, dan moet deze persoon opnieuw gedoopt worden, omdat zijn of haar doop „ketters” zou zijn. Het is ook niet de bedoeling dat kerkmensen omgaan met mensen buiten de gemeente. Als een van de weinige geloofsgemeenschappen heeft de gemeente een eigen begraafplaats. Markussen schetst ook hoe familie en vrienden omgaan met de kritiek die de hoofdpersoon heeft op de leer en praktijk binnen de Menigheten Samfundet. „Psychische terreur”, oordeelt Dagen.
Gemeentelid Hanssen wil weinig loslaten over de kwestie. Hij verwijst naar het kerkbestuur, dat in een verklaring heeft gezegd dat mensen worden beïnvloed door degenen met wie ze omgaan en het om die reden goedvindt dat gemeenteleden veel tijd met elkaar doorbrengen. Gemeenteleden die zich onttrekken, moeten daarentegen nog steeds met liefde en respect behandeld blijven worden.
Onderwijsvrijheid
Terwijl de wetenschappers van de Universiteit van Agder unaniem oordelen dat Menigheten Samfundet vanwege zijn strikte regels en opstelling naar de buitenwereld in sociologische zin sektarisch is, is Helge Vatne minder uitgesproken. Vatne is waarnemend algemeen secretaris van de organisatie van Christelijke Vrije Scholen (KFF). Bij KFF is een negentigtal scholen aangesloten, maar Menigheten Samfundet is slechts via een associatie verbonden aan KFF. Vatne gaat weleens langs bij de school, bijvoorbeeld om een training te geven. „De gemeente lijkt misschien op een sekte, maar de kerkleden nemen de Bijbel serieus en doen uitstekend werk. Velen zijn goede vakmensen en staan goed bekend.”
Vatne stelt dat KFF soms voor de kerk moet „vechten”. Vanwege het boek van Markussen doen de autoriteiten onderzoek naar het reilen en zeilen binnen Menigheten Samfundet en zijn subsidies opgeschort. „Er zijn rechten en regels waaraan ze zich moeten houden, maar ze mogen zijn wie ze zijn”, stelt Vatne, die verwacht dat de zaak met een sisser afloopt. Vlak voor Kerst bleek echter dat de staat geen subsidies over 2023 zal verstrekken, een beslissing waartegen de kerk in beroep gaat.
De onderwijsvrijheid in het land staat onder druk, oordeelt Vatne. Vooral omdat er geknabbeld wordt aan de financiering van bijzonder onderwijs. De staat betaalt 85 procent van de schoolkosten, de rest brengen de ouders op. Maar met name regeringspartij Arbeiderpartiet, de Noorse PvdA, vindt dat christelijke scholen homo’s discrimineren en leerlingen niet vrij zijn om het leven te leiden dat ze willen. Het is volgens Vatne deze ideologie die achter de huidige pogingen van de regering zit om de staatssteun te verlagen.
Opmerkelijk is dat christelijke scholen zich juist buiten de Biblebelt bevinden, hoewel dat aan het veranderen is. „Lange tijd waren christelijke ouders in de Biblebelt tevreden met het onderwijsaanbod op openbare scholen. Maar nu deze scholen net zo seculier zijn geworden als openbare scholen elders in het land, zijn er afgelopen vijf jaar met name christelijke scholen gesticht in het westen en zuiden van Noorwegen.”
Typerend voor de Biblebelt is dat 20 procent van de bevolking bestempeld kan worden als actief kerkganger. Dat stelt Tore Witsø Rafoss van het Institutt for kirke-, religions- og livssynsforskning, een onderzoeksinstituut in Oslo dat focust op kerk, religie en levensbeschouwingen. „Daarbuiten is het stukken lager, in het oosten bijvoorbeeld slechts 9 procent.” Dat een bovengemiddeld aantal mensen stemt op de Kristelig Folkeparti (KrF) is ook kenmerkend voor de Bijbelgordel. Op zijn scherm tovert Witsø Rafoss de nodige statistieken van de afgelopen jaar gehouden gemeenteraadsverkiezingen.
Hoewel sommige dorpen overwegend christendemocratisch zijn, stemde volgens hem maar 4 procent van alle Noren op de KrF. Bovengemiddeld goed deed de partij het in Kristiansand, waar KrF 12,3 procent van de stemmen kreeg.
Charlotte Beckmann Finnestad is er sinds oktober locoburgemeester. Tijdens een gesprek met de bestuurder in haar werkkamer zegt zij er trots op te zijn dat ze conservatief christen is, ze er „luid en duidelijk” over is dat „Jezus mij heeft gered” en ze anderen over Jezus wil vertellen. Het is volgens haar ook de reden dat kiezers op haar gestemd hebben. Ook niet-kiezers accepteren haar. Navraag binnen Menigheten Samfundet leert dat Beckmann Finnestad op de nodige sympathie kan rekenen, hoewel een deel van de gemeenteleden uit principe niet stemt.
De arbeidsparticipatie onder vrouwen is ook lager in de Biblebelt, stelt Witsø Rafoss, iets wat de wetenschappers Seland, Repstad en Justvik onderschrijven. Gemeentelid Hanssen zegt dat het ook zeker voor vrouwen in Menigheten Samfundet geldt. „Wij vinden het belangrijk dat moeders thuis zijn als hun kinderen uit school komen. Maar omdat het tegenwoordig financieel gezien noodzakelijk is dat vrouwen ook buitenshuis werken, doen de meesten dat in deeltijd.”
Mannenkleding
In dorpen in de Nederlandse Biblebelt is menig christelijke vrouw herkenbaar aan haar kleding, maar in Noorwegen zul je geen christelijke dorpen vinden waar vrouwen hoofdzakelijk in rok of jurk over straat gaan. In Menigheten Samfundet was een broek voor vrouwen lange tijd taboe, legt Hanssen uit, die uit zijn hoofd verwijst naar Deuteronomium 22:5, waar staat dat een vrouw geen mannenkleding mag aantrekken en omgekeerd. „Tegenwoordig kleden we ons anders dan in de tijd dat dit werd geschreven”, zegt Hanssen. „Wij dachten lange tijd dat vrouwenkleding een rok was, maar we realiseerden ons dat een broek tegenwoordig ook als zodanig geldt. We moesten dus in de jaren 90 uiteindelijk toegeven dat het verkeerd was om het dragen van een broek door een vrouw als ”zonde” te bestempelen.”
Het loslaten van dit kledingstandpunt leidde tot hevige discussies, blikt Hanssen terug. Ruim twee decennia later draagt het gros van de vrouwen nog steeds een rok of jurk tijdens de diensten van Menigheten Samfundet, maar er schuiven ook vrouwen en meisjes in broek de kerkbank in. „Wij volgen díé gemeente met vertraging”, stelt gemeentelid Terje Rogstad, met een verwijzing naar een oude kathedraal in Kristiansand. „De discussies die dáár dertig jaar geleden speelden, voeren wij nu.”