„Hollandse vioolbouwers uit de 17e eeuw verdienen plek op het wereldpodium”
Stradivarius kennen we allemaal, maar wie heeft er ooit gehoord van Hendrik Jacobs en andere Nederlandse vioolbouwers uit de 17e-eeuw? Laatstgenoemden verdienen net als de beroemde Italiaan een plek op het wereldpodium, meent Hubert de Launay. Op zijn initiatief startte maandag een driejarig onderzoek naar de historie van de Hollandse vioolbouw.
Eerherstel voor oud-Hollandse vioolbouwmeesters en de ontrafeling van het mysterie rond een verborgen stuk Nederlands cultureel erfgoed. Dat is de missie van de Hendrik Jacobs Foundation, die een „diepgaand” onderzoek start naar de historie van de Hollandse vioolbouw dankzij het idee en initiatief van de jonge vioolbouwer Hubert de Launay. Fondsen en particulieren stelden ruim 4,5 ton beschikbaar en het Rijksmuseum, het Kunstmuseum Den Haag en het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds zegden hun medewerking toe. De Launay en zijn team gaan drie jaar lang onderzoek doen naar de 17e-eeuwse Amsterdamse vioolbouw in de archieven van Amsterdam en Den Haag. Daarnaast zullen ze oud-Hollandse instrumenten analyseren in elf landen.
Volgens De Launay is de aandacht in Nederland altijd gevestigd geweest op de grote meesters uit de schilderkunst zoals Rembrandt en Vermeer. „Mensen vergeten dat die meesters op straat en op de markt vioolbouwers tegen het lijf moeten zijn gelopen die ook streefden naar de hoogste kwaliteit en die hun inspiratie opdeden in een stad waar culturen bij elkaar kwamen, kennis werd uitgewisseld en handelaren uit de hele wereld hun waar verhandelden. Aan de gebruikte kleurstoffen, de lakken, het hout en het gereedschap kunnen we zien dat de Hollandse vioolbouwers over de beste materialen beschikten en bovendien hoogwaardige instrumenten onder ogen kregen uit bijvoorbeeld Italië, waardoor zij zich lieten inspireren.”
„Dit stukje geschiedenis is vreemd genoeg nog onontgonnen terrein”, zegt De Launay. „Er moeten zeker 24 vioolbouwers werkzaam zijn geweest, maar we vinden slechts een paar namen terug. En ook over die wat bekendere namen is nog veel onbekend. Hierdoor zijn veel instrumenten verdwenen naar het buitenland, waar ze vaak aan de verkeerde Hollandse bouwers worden toegeschreven of zelfs als Italiaans instrument door het leven gaan. De oud-Hollandse vioolbouw staat onterecht in de schaduw van scholen uit andere landen, waar men wél uitgebreid onderzoek heeft verricht. Met het onderzoek dat nu start kunnen we de oud-Hollandse vioolbouw een verdiende plek geven op het wereldpodium.”
De Launay hoopt eind 2027 gereed te zijn met het onderzoek. Daarna volgt de uitgave van een boek en liggen er plannen voor lezingen, concerten, een tentoonstelling én het ontwikkelen van een leerweg voor jonge vioolbouwers.
Meer informatie: hendrikjacobs.nl