Van der Wal: Schuiven met stikstofsoorten moet mogelijk blijven
Luchthaven Schiphol die voor het op orde brengen van zijn natuurvergunning boeren uitkoopt, Rijkswaterstaat die hetzelfde doet om de A27 te verbreden: als het aan minister Christianne van der Wal ligt, blijft zulk schuiven met verschillende soorten stikstofruimte mogelijk.
Dat blijkt uit een brief die de demissionaire bewindsvrouw voor Natuur en Stikstof onlangs aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Wat haar betreft komt er bij het zogeheten extern salderen geen ‘schot’ tussen twee vormen van stikstof: ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx).
Naar aanleiding van een motie van CU-Kamerlid Pieter Grinwis uit 2022 en een toezegging aan voormalig SGP-Kamerlid Roelof Bisschop heeft Van der Wal laten onderzoeken of het „mogelijk en wenselijk” is om het uitruilen van NH3 en NOx te voorkomen. In haar brief somt ze argumenten op waarom het beter is om dat niet te doen, hoewel ze een besluit overlaat aan het nieuwe kabinet.
Gevoelig
De kwestie ligt gevoelig. Ammoniak is een vorm van stikstof die vooral afkomstig is uit de veehouderij. Stikstofoxiden komen vrij bij verbrandingsprocessen; uitstoters daarvan zijn onder meer de industrie, het wegverkeer, de luchtvaart en de scheepvaart.
De landbouw voelt zich door acties als die van Schiphol en Rijkswaterstaat benadeeld. Boerenorganisaties vinden dat ‘hun’ stikstof beschikbaar moet blijven voor de eigen sector en niet in handen moet komen van kapers op de kust met diepe zakken. Als er ruimte is om te schuiven, zou die –naast natuurherstel– ten goede moeten komen aan andere boeren. Bijvoorbeeld aan de PAS-melders, veehouders die door falend overheidsbeleid geen geldige natuurvergunning hebben en al vijf jaar wachten op legalisering.
Grinwis verwees in zijn motie destijds ook naar de mening van stikstofbemiddelaar Johan Remkes, die naar een uitweg uit de stikstofcrisis had gezocht. „Niet doen”, was klip-en-klaar de visie van Remkes op het inwisselen van NH3 voor NOx.
Hopeloos ingewikkeld
Van der Wal komt na onderzoek tot een andere mening. Haar belangrijkste argument is dat een verbod op uitwisseling het „in alle sectoren” moeilijker maakt om activiteiten te ondernemen waarvoor stikstofruimte nodig is. Dat komt doordat meestal zowel NH3 als NOx vrijkomen. Dat geldt ook voor de landbouw, verklaart Van der Wal.
Ze verwijst in dit verband naar een onderzoek van adviesbureau TAUW uit 2023, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Uit dit rapport blijkt dat een verbod op uitruil gaat leiden tot hopeloos ingewikkelde situaties. Stikstofruimte moet dan worden opgesplitst naar twee varianten, zowel aan de kant van de aanbieder als aan de kant van de vragende partij.
Dit betekent bijvoorbeeld dat een veehouder die een nieuwe stal wil bouwen, niet langer genoeg heeft aan extern salderen met een boer in de buurt die minder dieren gaat houden. Vrachtwagens zullen bouwmateriaal brengen, kranen graven een mestkelder of hijsen spullen omhoog: dat levert NOx-uitstoot op, waarvoor de boer apart ruimte moet verwerven.
Buiten de landbouw wordt het nog lastiger. Woningbouw, infrastructuur, luchthavens, industrie: ze halen hun stikstofruimte tot nu toe vooral weg bij de veehouderij – in de vorm van NH3, die ze inwisselen voor NOx. Bij een verbod op uitruil zullen in die sectoren „veel minder projecten haalbaar zijn”, aldus de onderzoekers van TAUW. De reden is simpel: NOx-ruimte is nauwelijks te krijgen.
Van der Wal voorziet dat „grote opgaven” op de helling komen te staan. Ze noemt de klimaat- en energietransitie, waterkwaliteit en ook de legalisatie van PAS-melders.
Neveneffecten
Hoe zit het dan met de vrees die voorstanders van een verbod hebben dat boeren achter het net vissen? Uit een evaluatie die Van der Wal heeft laten uitvoeren zou blijken dat dit meevalt. „Vooralsnog” is geen sprake van „ongewenste neveneffecten”, schrijft de minister in haar Kamerbrief.
De evaluatie zelf is genuanceerder. „Wij hebben in ons onderzoek niet vast kunnen stellen dat boeren niet meer aan stikstofruimte kunnen komen, omdat industriële bedrijven meer (kunnen) bieden”, schrijven de onderzoekers. „Maar ook niet dat dit niet het geval is”, voegen ze eraan toe.
Tussen mei 2019 en juni 2023 werden 109 vergunningaanvragen goedgekeurd waarbij extern werd gesaldeerd met stikstof van boerderijen. Hiervan betrof het leeuwendeel, 78 aanvragen, uitwisseling tussen agrarische bedrijven onderling. In 18 gevallen ging de stikstof naar bedrijven uit de industrie of energiesector, in 4 gevallen naar infrastructuur.
In die periode werden ook 105 woningbouwprojecten goedgekeurd. De stikstofruimte daarvoor kwam allemaal uit het SSRS. Dit is de stikstofbank van de overheid die ‘gevuld’ is door de verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen en de jongste saneringsregeling voor de varkenshouderij.
Voordelig
Wat de minister in haar brief niet benoemt, is dat voor het individuele boeren voordelig kan zijn om hun stikstofruimte aan partijen buiten de landbouw te verkopen: de eerder genoemde ‘diepe zakken’. Volgens de opstellers van de evaluatie kwam dat argument in hun onderzoek wel naar voren. Ze noemen het voorbeeld van een stoppende boer die zijn ruimte verkoopt aan een industriebedrijf. Bij een verbod op uitruil van NH3 en NOx kan dat niet meer.