Afgelopen week reed ik langs de grens met de Gazastrook. Personenauto’s waren er niet zo veel, want het gebied is nog altijd beperkt toegankelijk voor burgers. Bovendien is slechts een handjevol inwoners van de kibboetsen teruggekeerd na de aanslagen van 7 oktober.

Vrachtverkeer was er echter des te meer. Tientallen trucks, afgeladen met hulpgoederen voor de noodlijdende bevolking in Gaza. Op weg naar een van de grensovergangen die Israël voor de doorvoer van humanitaire hulp heeft opengesteld.

Volgens de officiële richtlijn van de Israëlische regering zijn er „geen restricties voor de toelating van humanitaire hulp in de Gazastrook, vooropgesteld dat die vooraf wordt gecoördineerd met de Israëlische autoriteiten en aan een veiligheidsinspectie wordt onderworpen”.

Desondanks waarschuwden de Verenigde Naties en diverse hulporganisaties al enkele maanden geleden voor ernstige voedseltekorten onder de Palestijnse bevolking in Gaza. Volgens de internationale ‘hongerindex’ IPC zou er tussen maart en mei van een regelrechte hongersnood sprake zijn in de kuststrook.

Hongersnood is niet aan de orde, maar wel bestaat er nog steeds een risico op voedselonveiligheid. Dat is althans de conclusie van een gezamenlijke studie van vier Israëlische universiteiten, twee ziekenhuizen en het ministerie van Gezondheid. De onderzoekers analyseerden data van de Coordinator of Government Activities in the Territories (COGAT), de Israëlische instantie die onder andere verantwoordelijk is voor de doorvoer van hulpgoederen richting Gaza.

Uit de registratie blijkt dat in het eerste kwartaal bijna 15.000 vrachtwagens met in totaal ruim 227.000 ton voedsel de grens met Gaza passeerden. Daarnaast werd nog eens 3700 ton via de lucht aangevoerd. Dat kwam volgens de onderzoekers neer op gemiddeld 3374 kilocalorieën per hoofd van de bevolking – een voedingswaarde die ruim boven de internationale standaard is.

Desondanks is voedselveiligheid in Gaza niet overal gewaarborgd, aldus de studie. Dat komt doordat de goederen, zodra ze de grens passeren, aan „een aantal factoren zijn overgeleverd, inclusief diefstal, plundering en hamsteren, gesteund door Hamas en anderen”. Daar komt bij dat Hamas regelmatig aanvallen uitvoert op grensovergangen, humanitaire zones en Israëlische troepen die hulpkonvooien beschermen.

En dus is het afleveren van de goederen aan de grens niet genoeg, concluderen de onderzoekers. „Voor een eerlijke distributie van voedsel onder de bevolking en gelijke toegang tot humanitaire hulp is een extra gezamenlijke inspanning nodig.”

Toegegeven, de studie is uitgevoerd door Israëlische instanties. En Israël is vanzelf partij bij het conflict. Maar ze logenstraft wel de veelgehoorde beschuldiging dat Israël de Palestijnse bevolking doelbewust uithongert. Elke criticus kan aan de Israëlische kant van de grens het aantal vrachtwagens tellen dat richting Gaza gaat. Daar is geen hogere wiskunde voor nodig.