„Ons bedrijf is ontstaan uit irritatie’’
Voor menigeen is het een bron van ergernis: een bedrijf of instelling bellen, lang moeten wachten op contact en daarna het gevoel krijgen dat je niet begrepen wordt. Sommige mensen worden boos, andere gaan aan de slag om de communicatieproblemen aan te pakken.
Alexander Wijninga en Charl Haas kennen elkaar al lang. Nu zijn ze respectievelijk 29 en 31 jaar jong, maar Wijninga was pas veertien toen hij in contact kwam met de man die eerst een goede vriend en later zijn zakenpartner zou worden. Dat contact was er eerst alleen digitaal: de tieners speelden games met elkaar.
Pas als Wijninga achttien is, ontmoet hij Haas in levende lijve. En in datzelfde jaar richten ze samen een onderneming op.
Pizza
Wijninga: „Ons bedrijf is ontstaan uit irritatie. We stoorden ons allebei aan slechte communicatie door bedrijven. Als we bijvoorbeeld een pizza wilden bestellen, werden we soms eindeloos in de wacht gezet, of reageerden degenen die we aan de lijn kregen vreemd of onvriendelijk. Dat moest beter kunnen, vonden we. En dus startten we in 2012 The Next Network.”
„De gemiddelde medewerker van een klantenservice is niet gelukkig” - Alexander Wijninga, medeoprichter Watermelon
Tijdens die start zijn de twee mannen zijn nog nauwelijks meerderjarig. Ze moeten veel leren, maar hebben toch snel succes. Ze helpen bedrijven om hun klantcontact via sociale media te verbeteren. Daarvoor gebruiken ze onder meer WhatsApp.
Al vlug kiezen ze voor een nieuwe, opvallende naam: Watermelon. Voor wie denkt dat daar een diepzinnige gedachte achter schuilgaat: terwijl de mannen aan het brainstormen zijn, eet Wijninga een watermeloen. Die past bij wat hij en zijn compagnon willen uitstralen: positief, kleurrijk en vrolijk ondernemen.
Hun bedrijf groeit snel, totdat er in 2016 een conflict met Facebook ontstaat. De multinational staat de activiteiten van de jonge ondernemers via zijn netwerken niet langer toe en blokkeert hun klanten, wat onvermijdelijk tot het faillissement van Watermelon leidt.
Regie
„Dat was een moeilijke tijd,” vertelt Wijninga. „We hadden inmiddels acht mensen in dienst; die waren hun baan kwijt. En leveranciers wilden geld zien.” Het ergste vond de jonge ondernemer het verliezen van de regie. „Je bouwt iets op en dat raak je kwijt.”
Wijninga en Haas zaten niet bij de pakken neer. In 2018 startten ze hun bedrijf opnieuw op. Nog steeds was het hun doel om de klantenservices van bedrijven en instellingen te verbeteren, maar deze keer bouwden ze ook chatbots, geautomatiseerde gesprekspartners waarmee mensen en bedrijven kunnen communiceren. Daarbij maakte Watermelon gebruik van kunstmatige intelligentie (AI).
Bijenkorf
„Met succes”, stelt Wijninga. „We leveren een heel goed product, en dat slaat aan.” Inmiddels werken er vijftien mensen bij Watermelon, maar over anderhalf jaar moeten dat er dertig zijn. Dat betekent dat het bedrijf moet verhuizen. Nu zit het in hartje Utrecht, in een kantoorgebouw tegenover de Bijenkorf. Die ruimte wordt veel te klein.
Vervelend werk
Het toepassen van AI heeft volgens hem de toekomst. „De gemiddelde medewerker van een klantenservice is niet gelukkig. Met onze producten zorgen we ervoor dat er veel vervelend werk verdwijnt. Mensen kunnen zich dan met leukere dingen bezighouden.”
Hij beseft dat er ook negatieve kanten aan het gebruik van kunstmatige intelligentie zitten. „Uiteindelijk gaan er meer banen verdwijnen dan erbij komen. Onze programmeurs zijn door het inschakelen van AI nu al twee keer zo productief als een paar jaar geleden, dus we hebben er minder nodig. En dat geldt voor heel veel sectoren. Daarover zal goed moeten worden nagedacht.”