BuitenlandCompensatie

Inheemse bevolking Colombia de dupe van dubieuze CO₂-markt: „We moeten het tegen grote bedrijven opnemen”

De laatste jaren is het aantal CO₂-compensatieprogramma’s flink toegenomen in Colombia. Deze projecten voor natuurbescherming zouden niet alleen klimaatverandering tegengaan, maar ook de duurzame ontwikkeling van plaatselijke gemeenschappen stimuleren. De praktijk is weerbarstiger: de (ongereguleerde) koolstofmarkt leidt tot wildwestpraktijken waar vooral inheemse volken het slachtoffer van zijn.

Ynske Boersma
5 June 2024 17:10Gewijzigd op 5 June 2024 21:14
Cumbal is een reservaat met een uniek ecosysteem met meren, veengrond en plantensoorten, dat alleen op de hoogvlaktes van de Andes voorkomt. beeld Ynske Boersma
Cumbal is een reservaat met een uniek ecosysteem met meren, veengrond en plantensoorten, dat alleen op de hoogvlaktes van de Andes voorkomt. beeld Ynske Boersma

Wanneer de inheemse bewoners van Cumbal erachter kwamen dat er koolstofkredieten waren verkocht in hun grondgebied, vroegen ze zich af wat dat betekende. „Gaan ze onze zuurstof verpakt in zakken meenemen? Of onze planten?” zegt Alvaro Guadir, bewoner van Cumbal, een inheems reservaat met 24.000 inwoners in de zuidelijke Andes van Colombia. „Niemand die het wist.”

Het is dan eind 2022. Bij toeval ontdekten de bewoners dat hun ex-gouverneur voor een CO₂-compensatieprojecten had getekend, zonder hun medeweten. „Inheemse raad Cumbal sluit contract met SPV Business SAS voor de verkoop van koolstofkredieten”, lazen ze op sociale media. „Wat is dat voor contract, vroegen we ons af. We hadden nog nooit van koolstofcompensatie gehoord”, zegt Guadir, die zelf in 2017 gouverneur was van het reservaat.

De vulkanische bergen van Cumbal zijn begroeid met páramo. Dat is een uniek ecosysteem met meren, veengrond en plantensoorten, dat alleen op de hoogvlaktes van de Andes voorkomt. Maar de páramo is ook in gevaar: door gebrek aan land maken de bewoners steeds grotere stukken ervan vrij voor veehouderij. Dat is slecht voor het ecosysteem en het klimaat, omdat er grote hoeveelheden CO₂ in de grond liggen opgeslagen.

Het CO₂-compensatieproject ”Pachamama Cumbal”, waarvoor Yama heeft getekend, beoogt zo’n 40.000 hectare van de nog overgebleven páramo in Cumbal in stand te houden door de verkoop van koolstofkredieten. Het project maakt deel uit van het VN-initiatief REDD+ (Reducing emissions from deforestation and forest degradation in developing countries). Dat programma is bedoeld om ontwikkelingslanden te stimuleren hun bossen te beschermen, door een financiële waarde toe te kennen aan de CO₂-voorraden die daar opgeslagen liggen.

Vervuilende bedrijven kunnen hun uitstoot compenseren door CO₂-kredieten –afgerekend per ton koolstof– te kopen van projecten in bosrijke ontwikkelingslanden die koolstofemissies voorkomen. Voorstanders van REDD+ stellen dat de projecten niet alleen ontbossing en daarmee ook klimaatopwarming tegengaan, maar ook de duurzame ontwikkeling van lokale gemeenschappen stimuleren, dankzij de inkomsten van de kredieten.

Opheldering

Maar de praktijk is weerbarstiger. Rondom de (ongereguleerde) CO₂-markt is een ”wild west” van malafide bedrijven ontstaan, die weinig oog hebben voor de cultuur, rechten en gebruiken van de gemeenschappen die de bossen bewonen. Dat leidt tot schendingen van met name de rechten van inheemse mensen en veroorzaakt sociaal conflict binnen hun gemeenschappen, zoals in Cumbal gebeurde.

Daar lieten de twee bedrijven (het Mexicaanse Global Consulting en het Colombiaanse SPV Business SAS) die het project ontwikkelden na om de bewoners van het reservaat daarover te informeren. Ook had de inheemse gouverneur niet de bevoegdheid om op eigen initiatief het contract te tekenen, zeggen de bewoners. „Volgens onze inheemse wetgeving moet de gouverneur bij besluiten die het hele grondgebied van het reservaat aangaan eerst de gemeenschap informeren en om toestemming vragen”, zegt Omar Chiran, jurist en inwoner van Cumbal.

Omar Chiran. beeld Ynske Boersma

Eind december 2022 organiseerden de bewoners van Cumbal een gemeenschapsvergadering om hun gouverneur om opheldering te vragen. Hij had een aanbod gekregen voor inkomsten in de vorm van koolstofkredieten, legde Yama uit, en de opbrengsten zouden in de gemeenschap geïnvesteerd worden. De aanwezigen namen er geen genoegen mee. De natuur is geen verdienmodel, zeiden ze eensgezind. Maar Yama gaf geen thuis.

Het project bleek toen al veel verder gevorderd dan de bewoners dachten. In april 2022 tekende de gouverneur het contract in hoofdstad Bogota, 875 kilometer ten noorden van Cumbal. Een maand later begon de verkoop van kredieten. Toen de gemeenschappen hun gouverneur ter verantwoording riepen, had het project al bijna 500.000 kredieten (van ongeveer 4 dollar per ton opgeslagen CO₂) verkocht, allemaal aan de Amerikaanse oliemaatschappij Chevron.

„Het zijn grote bedrijven waar we het tegen opnemen” - Omar Chiran, jurist en inwoner van Cumbal

De bewoners lieten het daar niet bij. Verenigd in een collectief begonnen twaalf bewoners een moeizame strijd tegen hun ex-gouverneur en de bedrijven achter het project. Ze stapten naar de rechter, die in augustus 2023 de bedrijven verordonneerde om openheid van zaken te geven over de financiën van het project en de gemeenschap te raadplegen. Daar hebben die partijen nog steeds geen gehoor aan gegeven.

Maar ook de bedrijven –inclusief Chevron– en inmiddels ex-gouverneur Yama stapten naar de rechter. Zij dienden een aanklacht in wegens laster en eisten dat het collectief zijn zaak intrekt én een schadevergoeding betaalt van meer dan 200.000 dollar. Dat weigerde het collectief. Nu zijn de bewoners in afwachting van het besluit van de rechter. Pure intimidatie, verzuchten de leden. Chiran: „Het zijn grote bedrijven waar we het tegen opnemen.”

Geen cent

In de afgelopen jaren is het aantal CO₂-compensatieprogramma’s explosief toegenomen in Colombia. Het land is de gedroomde plek voor ontwikkelaars van REDD±projecten. Een indrukwekkende 53 procent van Colombia bestaat uit bos. Bijna 500.000 vierkante kilometer daarvan is Amazonewoud, en daar bovenop komt een nog groter deel aan tropische regenwouden, Andesbossen, savannes en páramo’s.

Een groot deel van deze gebieden behoort toe aan de inheemse bevolking van Colombia, zoals in Cumbal. Ook dat is prettig voor de projectontwikkelaars: de doorgaans enorme gebieden gelden als collectief eigendom van de mensen die er wonen. Er hoeft daarom maar één contract getekend te worden. Projecten in die gebieden leveren al snel veel koolstofkredieten op, en daarmee grote winsten voor de bedrijven.

Een markt in Cumbal. beeld Ynske Boersma

Daarbij gaf de Colombiaanse overheid de markt nog een extra duw in de rug met het invoeren van een belasting op koolstofuitstoot voor in Colombia gevestigde bedrijven. Die belasting kan vervolgens worden gecompenseerd met de aankoop van CO₂-credits. Kredieten kosten 15 tot 20 procent minder dan het belastingtarief, zodat het voor bedrijven goedkoper is om in REDD±projecten te investeren.

Zo kan het dat Chevron de belasting die het bedrijf aan de staat verschuldigd was, investeerde in een project dat vooralsnog alleen conflict oplevert. Chevron is nog steeds de enige koper met inmiddels zo’n 850.000 kredieten, goed voor ongeveer 3,4 miljoen dollar. Waar die inkomsten gebleven zijn, is onbekend. De inheemse raad van Cumbal verklaart nooit een cent te hebben ontvangen.

Het conflict in Cumbal staat niet op zichzelf. Sinds het ingaan van het belastingvoordeel voor bedrijven die CO₂-kredieten kopen, in 2017, is een run ontstaan van projectontwikkelaars op met name de inheemse reservaten in Colombia. In meer dan een kwart van de reservaten in de Amazone zijn ten tijde van het schrijven van deze reportage al projecten opgezet, in alle gevallen door externe (Colombiaanse of buitenlandse) bedrijven.

„Als we klimaatverandering echt willen stoppen, dan is er maar één oplossing: dat we allemaal minder gaan vervuilen” - Omar Chiran, jurist en inwoner van Cumbal

Maar die bedrijven gaan weinig ethisch te werk, blijkt uit een groeiend aantal aanklachten van inheemse gemeenschappen in verschillende delen van Colombia. Zo benaderen de meeste bedrijven individuele inheemse leiders om een contract te tekenen, in plaats van de inheemse regeerstructuren te respecteren (in Colombia hebben inheemse reservaten een eigen regering en rechtssysteem), zoals in Cumbal gebeurde. Dat leidt tot verdeeldheid en sociaal conflict binnen de gemeenschappen.

Een voortzetting van koloniale structuren, noemt Julian Trujillo, onderzoeker voor de Colombiaanse ngo Gaia, de werkwijze van de ontwikkelaars. „Iemand van buiten beslist wie de inheemse autoriteit is om individueel een contract mee af te sluiten, als ware het een privéaangelegenheid. Als gevolg ontstaan conflicten binnen de gemeenschappen. Om het geld, dat veelal bij individuele leiders blijft, en niet aan de gemeenschappen ten goede komt.”

Drugshandel

Ook gemeenschappen die zelf het initiatief nemen voor een compensatieproject, stuiten op problemen. Zo moeten de projecten aan vele ingewikkelde standaarden voldoen om gecertificeerd te kunnen worden. Daarbij ontbreekt het lokale gemeenschappen aan kapitaal om zelf een project te ontwikkelen. In de praktijk zijn ze daarom afhankelijk van externe partijen.

Het reservaat Huitoto, in het Amazonedepartement Caquetá, tekende na gesprekken met verschillende ontwikkelaars een contract voor een REDD±project. „De overheid is altijd afwezig geweest in Caquetá. Koolstofkredieten kunnen een alternatieve inkomstenbron voor ons zijn. Zodat onze jongeren kunnen studeren, en niet het pad van drugshandel en gewapende groepen kiezen”, zegt Octavio Muñoz Garay, een gemeenschapsleider van het reservaat.

Maar het mechanisme laat niet toe dat het reservaat de leidende rol neemt. „Op het platform voor projecten worden we slechts vermeld als ”deelnemers” aan het project. Terwijl wij degenen zijn die de natuur en de biodiversiteit beschermen. We willen het project dus zelf uitvoeren. Maar om zelf een project te ontwikkelen, daarvoor hebben we de financiële middelen niet.”

„Koolstofkredieten kunnen een alternatieve inkomstenbron voor ons zijn, zodat onze jongeren kunnen studeren” - Octavio Muñoz Garay, gemeenschapsleider reservaat

Trujilllo: „Het mechanisme van REDD+ beschouwt inheemse volken slechts als passieve ”begunstigden”. Degenen die de projecten ontwikkelen zijn de ingenieurs, economen en biologen, in plaats van de inheemse volken zelf. Het idee dat iemand van buiten hen vertelt hoe ze het bos moeten beschermen, is super koloniaal.”

Een ander probleem is ontbreken van regelgeving om bedrijven tot de orde te kunnen roepen. Als gevolg hiervan heeft een aantal malafide bedrijven zich op de markt gestort en is een situatie ontstaan die de Colombiaanse minister voor Milieu, Susana Muhamad, een ”wild westen” noemde. Ondanks die uitspraak heeft het ministerie geen actie ondernomen om de praktijken te stoppen.

Gezicht

Veelzeggend is de juridische strijd over een compensatieproject in Pirá Paraná, een reservaat diep in de Colombiaanse Amazone. Deze inheemse gemeenschap was sinds 2019 bezig met het opzetten van een eigen REDD±project, met hulp van ngo Gaia. „Maar nog voordat ze het projectvoorstel konden schrijven, sloot het bedrijf Masbosques (”Meer Bossen”) een contract met een bewoner die niet bij de inheemse regering van het territorium hoorde”, zegt Trujillo tijdens een interview in Bogota.

Masbosques slaagde er vervolgens in om het project te laten verifiëren en certificeren, en verkocht alle kredieten aan vliegmaatschappij Delta Airlines. En dat zonder ooit zijn gezicht in het reservaat te laten zien. Het bedrijf tekende het contract in het Amazonestadje Mitú, op vele dagen varen van Pirá Paraná.

De gemeenschap bracht de zaak naar de rechter, wegens schending van onder andere het inheemse recht op autonoom bestuur en zeggenschap over het territorium. Het Colombiaanse hooggerechtshof nam de zaak in behandeling. Trujillo hoopt dat een positieve uitspraak een precedent zal scheppen voor andere REDD±conflicten op het continent.

Terug naar Cumbal. „REDD±projecten zijn geen oplossing voor klimaatverandering”, concludeert Chiran. „Integendeel, ze brengen schade toe aan onze leefgebieden en culturen. Het idee is pervers, omdat het uitsluitend wordt gebruikt om handel te drijven. Als we klimaatverandering echt willen stoppen, dan is er maar één oplossing: dat we allemaal minder gaan vervuilen.”

Dit is het twee deel van een tweeluik over CO₂ -compensatieprogramma’s in Colombia. Het eerste deel verscheen op 1 juni

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer