Voor soep, een stoofpotje of een gerecht uit de oven vind ik dat qua smaak en structuur in veel gevallen een prima alternatief. Voor het recept hieronder gebruikte ik kabeljauwfilets uit een zak. Nog goedkoper zijn vierkante, samengeperste blokken vis uit een doosje, maar die vind ik er minder vissig uitzien.

De kabeljauw wordt in dit recept niet zozeer gebakken als wel gestoomd op een laagje groenten. De saus boven op de vis heeft een dubbel doel. Hij zorgt ervoor dat de kabeljauw niet uitdroogt. Maar de saus van mosterd en room geeft het gerecht ook veel geur en smaak. Het is een gouden combinatie: de zoetheid van de puntpaprika, de hartigheid van de prei, de stevige structuur van de kabeljauw, de romigheid en de pit van de saus.

Dit is een recept dat qua hoeveelheden eenvoudig is aan te passen aan de wensen van grotere en kleinere eters. Wie porties al snel te groot vindt, kan een kleine visfilet uitkiezen –in zo’n zak wisselen de formaten nogal– en heeft misschien genoeg aan een halve prei en een halve puntpaprika. Het omgekeerde geldt voor mensen met een grotere trek.