Een 32-jarige man uit Amsterdam heeft woensdagavond van de politierechter een werkstraf van zestig uur, waarvan dertig uur voorwaardelijk, opgelegd gekregen voor het gooien van stenen naar de politie. Het Openbaar Ministerie had een celstraf van drie maanden geëist.
De man stond terecht voor openlijk geweld tijdens de studentenprotesten bij de Universiteit van Amsterdam op de Oudezijds Achterburgwal, waar de demonstranten barricades op straat hadden opgeworpen.
Hanibal T. ontkende tijdens de snelrechtzitting stellig dat hij vanaf de barricade stenen naar de politie had gegooid, omdat hij binnen was. Hij vertelde onderweg te zijn naar zijn werk en nam een kijkje bij de demonstratie, omdat hij Palestijnse vlaggen zag. Het gooien van de stenen is volgens de officier van justitie gezien door een agent, die de man later bij de arrestatie zou hebben herkend aan zijn kale hoofd en baard.
Volgens zijn advocaat had T. tijdens de demonstratie alleen geholpen als vrijwilliger door koffie en thee te schenken aan de demonstranten. Hij noemde de identificatie van de verdachte op basis van het kale hoofd volstrekt onvoldoende. Bovendien droeg T. tijdens zijn aanhouding een wit shirt, in plaats van een zwarte waarin de stenengooier was gezien. Maar de rechter hechtte meer belang aan de verklaring van de agent. „Het is een agent die zijn werk doet en ik vind dat een geloofwaardig verhaal”, zei ze. Ze noemde het „geen gemakkelijke beslissing”.
T. is de derde en laatste verdachte die woensdag in de rechtbank in Amsterdam terechtstond tijdens de derde snelrechtzitting over de studentenprotesten. Een 35-jarige UvA-vrijwilliger werd veroordeeld tot een celstraf van twee maanden, waarvan een maand voorwaardelijk voor het vernielen van goederen op de Roeterseilandcampus. Tegen de tweede verdachte Noah P., de 22-jarige voorzitter van de Centrale Studentenraad, is een celstraf van drie maanden geëist. Zijn zaak is uitgesteld voor meer onderzoek.