Er is een dagopening, maar die staat niet op het rooster van deze Finse school
Christelijke scholen waren vroeger nooit echt nodig in Finland, vond men. Nu is dat anders. Christenen van verschillende richtingen slaan de handen ineen. En samen gaan ze over een smal pad tussen voetangels en klemmen.
Het verkeer raast over de natte hoofdader in Vaasa. Het geluid weerkaatst tegen de gevel van het kantoorgebouw. Op de tweede verdieping huist de Vaasan Kristillinen Koulu (Vaasa Christelijke School). Hier kom je niet binnen over het schoolplein, maar via een serie trappen.
Welkom in de enige christelijke school van de regio, lacht directeur Henrik Vähäkangas. De regio Österbotten mag dan de Biblebelt van Finland zijn, de traditie van christelijk onderwijs ontbreekt hier volkomen. „De dichtstbijzijnde christelijke scholen zijn 300 kilometer naar het oosten en 200 kilometer naar het zuiden.”
Toch zit christelijk onderwijs in de lift, zegt Vähäkangas. „In Seinäjoki –een van de centra van de Biblebelt– wil een groep ouders een kinderopvang uitbouwen tot een school.”
„Jammer genoeg heeft de stad Vaasa zelf nooit een opwekking gehad. Op de een of andere manier merk je dat nog steeds” - Henrik Vähäkangas, directeur christelijke school
Havenstad
De groepen zijn klein en de kinderen zijn levendig. Sommige leerlingen beginnen in goed Engels vragen te stellen. „Vaasa is een havenstad en kent voor Finland relatief veel immigranten”, legt de directeur uit. Sommige kinderen zijn als asielzoekers in de stad gekomen.
In de omgeving van Vaasa spreken veel kinderen ook Zweeds, de tweede taal van Finland. De Zweedse gemeenschap aan de Botnische Golf is vaak ook zeer kerkelijk. In deze omgeving hebben zich in het verleden veel opwekkingen voorgedaan. Vähäkangas: „Jammer genoeg heeft de stad Vaasa zelf nooit een opwekking gehad. Op de een of andere manier merk je dat nog steeds. Daarom bidden we dat het alsnog gebeurt.”
Als jongen zat Vähäkangas zelf op een openbare school. Maar die tijd was anders, legt hij uit. „Ik ben 40. In mijn tijd waren de openbare scholen grotendeels christelijk. We baden voor het eten. En wekelijks hield een predikant van de Lutherse Kerk een samenkomst. De waarden van de school waren heel traditioneel. In die situatie had niemand behoefte aan afzonderlijke christelijke scholen.”
Dat is allemaal veranderd, zegt de directeur. Net als in de rest van Europa staan de christelijke waarden in het onderwijs onder druk. Vähäkangas: „Het humanisme is ervoor in de plaats gekomen, of iets anders. Dat beïnvloedt vrijwel alles op school.”
De school in Vaasa begon in 2008 als thuisonderwijs. Een lutherse predikant voelde de noodzaak van christelijk onderwijs. „Het was trouwens een vrouwelijke voorganger; misschien niet het meest voor de hand liggende”, zegt Vähäkangas met een glimlach. „Maar ze ontwikkelde een visie op de school en verzamelde mensen om zich heen. Vanuit thuisonderwijs werd een vereniging opgericht en werd toegewerkt naar de schoolaanvraag.”
Kinderen van alle godsdiensten zijn welkom op de school. Vähäkangas schat dat 80 procent van de leerlingen een christelijke achtergrond heeft. „Maar eerlijk gezegd weet ik dat niet precies. We vragen aan de christenen ook niet van welke richting kinderen zijn: luthers, pinkster, evangelisch. Het enige wat telt is dat de ouders de waarden van de school respecteren.”
De school telt zo’n honderd leerlingen, verdeeld over negen leerjaren. De meeste kinderen komen uit de stad Vaasa zelf. „Maar enkele leerlingen komen van 50 kilometer ver.”
De redenen waarom de ouders hun kinderen naar de christelijke school sturen, lopen uiteen, zegt Vähäkangas. „Voor de een is belangrijk dat de school klein en overzichtelijk is. Voor de ander gaat het echt om de christelijke visie. Dat mag. Het belangrijkste is voor ons dat ze met ons samenwerken.”
Warm eten
Het is etenspauze. Een vrijwilliger –een pastor uit de omgeving– heeft in de kantine een warme maaltijd gemaakt. Dat is een vereiste voor elke school, vertelt een leerkracht. „Veel kinderen zouden anders helemaal geen warm eten krijgen.”
„Volgens de wet mag het onderwijs geen religieuze elementen bevatten” - Henrik Vähäkangas, directeur christelijke school
Het is slechts een van de vele regels waarmee de school te maken heeft. Een ander voorschrift raakt de privacy; kinderen mogen niet herkenbaar op de foto, en sommigen mogen er helemaal niet op.
In de hoek van de kantine hangt een houten kruis. Het is een van de weinige verwijzingen naar het christendom in de school. Meer is eigenlijk niet toegestaan, legt de directeur uit. „Volgens de wet mag het onderwijs geen religieuze elementen bevatten. Je mag niet praten over God en de Bijbel, je mag niet bidden en je mag met de kinderen zelfs geen christelijke liederen zingen. Een gezamenlijk moment van wijding moet daarom buiten het rooster blijven.”
Concreet komt dat erop neer dat de dagopening plaatsvindt voordat de schooldag officieel start. De ouders werken eraan mee dat de kinderen eerder op school zijn.
Het is de school wel toegestaan dat hij uitgaat van christelijke waarden. „Maar de uitwerking van die waarden is algauw problematisch”, legt de directeur uit. „Voor de toekomst is dat zorgelijk.”
Voor de school zelf betekenen de christelijke waarden dat elk kind is gemaakt naar Gods beeld. „Dat is de kern van alles.”
Het uitdrukkelijk verwerken van Bijbelse inzichten in de gewone lessen is lastig, zegt Vähäkangas. „Volgens de wet kan het eigenlijk niet”, zegt hij met een glimlach. „Als het gaat over seksualiteit proberen wij toe te lichten dat er verschillende visies zijn. Datzelfde geldt voor biologie; naast de bigbangtheorie is het Bijbelse scheppingsverhaal. Maar het pad is smal – dat is duidelijk.”
De grootste kansen liggen bij het godsdienstige onderwijs. Als christelijke instelling mag de school zich beperken tot één visie. „Hier vertellen we de verhalen vanuit de Bijbel.”
Toch heeft de school elke week een samenkomst. Net als vroeger op Vähäkangas’ school, alleen nu buiten de officiële schooltijd. „Dan komt er een pastor uit de omgeving om met ons te zingen, te bidden en iets uit de Bijbel te overdenken.”
„Als team zoeken we –uiteraard buiten werktijd– regelmatig samen naar geestelijke leiding en bidden we ook samen” - Henrik Vähäkangas, directeur christelijke school
Sollicitanten
Vähäkangas draait zijn laptop en laat een illustratie zien van een vruchtenboom met diepe wortels. „Voor die vruchten is het nog te vroeg. Bij het jonge kind gaat het erom dat het kind wortelt en groeit in een vruchtbare bodem. Het is onze taak daarbij te helpen.” Dit is het model dat hij ook laat zien aan de onderwijsinspectie. „Zij geloven niet in de Bijbel. Maar wij hopen natuurlijk dat onze leerlingen leren vanuit de christelijke waarden te leven.”
Vähäkangas spreekt steeds over ”wij”; het team van onderwijzers. Officieel kan hij echter bij de werving van personeel niet vragen dat sollicitanten christen zijn. Hij glimlacht opnieuw. „Tja, je gaat zoeken in je netwerk en je wijst mensen op de lege plaats. We vragen nooit naar kerkgenootschap of visie op de doop. Ik hoop wel dat we mensen aantrekken met een persoonlijk geloof in Jezus Christus. Als team zoeken we –uiteraard buiten werktijd– regelmatig samen naar geestelijke leiding en bidden we ook samen. Dan moet je weten wat je aan elkaar hebt.”