Om dit doel te bereiken, startte NEM onlangs de campagne ”5x5”. Teamleider Midden-Oosten ds. L. (Lourens) Geuze : „Die naam ziet enerzijds op de noodzaak van het gebed: tien gevouwen vingers. Verder drukken we er de wens mee uit dat we in elk van de vier landen waarin wij werken −Israël, Jordanië, Egypte en Noord-Irak− en ook in Libanon, waar wij op enig moment willen starten, graag teams zouden hebben van ten minste vijf mensen. In ons ideaalplaatje zijn er straks dus in totaal vijfentwintig mensen met behulp van NEM uitgezonden. Nu zijn dat er vijftien.”

Kwetsbaar

Kleinere teams zijn kwetsbaar, krijgt ds. Geuze vanuit het veld vaak te horen. „Het is bij die omvang moeilijk om regelmatig met elkaar te bidden of op elkaars kinderen te passen. In diverse teams werken we wel samen met andere, buitenlandse organisaties, maar dan kun je bijvoorbeeld niet in het Nederlands met elkaar bidden. Of doorpraten over onze zogeheten Heerbaanvisie, genomen uit Jesaja 19, waar geprofeteerd wordt dat Egypte, Assyrië en Israël samen de HEERE zullen dienen.”

„Kerkleiders in Irak vroegen mij: Bezoek ons, breng tijd met ons door” - Ds. L. Geuze, teamleider Midden-Oosten NEM

Ds. Geuze heeft de indruk dat het urgentiegevoel voor werk in het Midden-Oosten onder Nederlandse christenen de laatste decennia wat is weggezakt. „Mensen zijn nog wel geïnteresseerd in relatief korte projecten, van bijvoorbeeld drie maanden. Dat is voor velen behapbaar. Voor jezelf levert zo’n korte uitzending veel op, terwijl het je eigenlijk niet eens zo veel kost.”

Uitzending voor een periode van twee tot vijf jaar is iets heel anders, stelt hij. „Dan kost het een aantal jaren van je leven, heb je misschien een pensioengat, kun je je familie langere tijd niet ontmoeten, en moet je wellicht de inspanning plegen van een lastige taalstudie.”

Opvallend vindt hij het dat onder reformatorische christenen die bereidheid er vaak nog wel is. „De laatste jaren is onder degenen die onder onze paraplu werden uitgezonden het aandeel mensen met een reformatorische achtergrond toegenomen.”

Brug slaan

Na 7 oktober is in het Midden-Oosten duidelijk „een bladzijde in het geschiedenisboek omgeslagen”, ziet ds. Geuze. „De doelstelling van NEM om een brug te slaan tussen Israël en de omringende volken valt nu moeilijker te realiseren, doordat tegenstellingen zijn verscherpt. Des te belangrijker dat er juist nu weer mensen zijn die aan de roepstem gehoor geven om naast en tussen de mensen in het Midden-Oosten te gaan staan. Zij kunnen de verbinding niet meer maken; wij nog wel.”

Door recente oorlogen en conflicten zijn kerken in het Midden-Oosten nog meer onder druk komen te staan, stelt de predikant vast. „Ik was dezer dagen in Noord-Irak, waar de christelijke presentie steeds geringer wordt, en vroeg kerkleiders: „Hoe kunnen wij jullie het beste steunen?” Hun antwoord luidde: „In de eerste plaats: bid voor ons. In de tweede plaats: bezoek ons en breng tijd met ons door. Natuurlijk zijn we blij met geld en giften, maar die kun je overmaken met een druk op de knop. Jullie aanwezigheid doet ons veel meer.”

Diepe relaties

Ds. Geuze begrijpt die benadering wel. „Alleen door in deze gebieden aanwezig te zijn, liefst voor langere tijd, bouw je echte en diepe relaties op. Dat wordt daar als enorm steunend ervaren.”