Om beter te worden in haar hobby heeft Huls twee jaar geleden een zogeheten vakkrachtenopleiding gevolgd. „Daar heb ik veel kennis opgedaan”, zegt ze, „meer kneepjes van het vak geleerd”. Na tien lessen nam de zestiger haar diploma in ontvangst. Al dragen vandaag de dag niet veel mensen meer klederdracht, Huls nog wel.

Elke week is de Staphorster bezig met haar hobby; soms zelfs elke dag. Vaak stipt ze in ruitmotief. Voor de kleuren op klederdracht bestaan verschillende –al dan niet ongeschreven– regels. Zo mag bij zware rouw de kraplap –die het bovenlichaam bedekt– enkel wit worden gestipt op een zwarte achtergrond. De muts krijgt dan blauwe stippen op een witte achtergrond; bij lichte rouw mag ook groen erbij. In andere gevallen is het gebruik van alle kleuren toegestaan.

Huls begon aan het stippen toen de kinderen uit huis gingen. Inmiddels is het voor haar „een ontspannen hobby”.