Arrestatiebevel tegen Netanyahu is absurd
Het verzoek van de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof (ICC), Karim Khan, om een arrestatiebevel tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en minister van Defensie Yoav Gallant uit te vaardigen is totaal absurd.
Vooral het feit dat tegelijk met het verzoek van Karim Khan ook om arrestatiebevelen tegen drie Hamasleiders wordt gevraagd, is een blamage voor het ICC. Daarmee stelt de hoofdaanklager drie kopstukken van een terreurbeweging op één lijn met democratisch gekozen politici van een rechtsstaat.
Het bewuste drietal van Hamas –Ismail Haniyeh, Mohammed Deif en Yahya Sinwar– is niet democratisch gekozen, laat staan dat het de leiding heeft over een rechtsstaat. Kwalijker nog is dat met dit gecombineerde verzoek de indruk wordt gewekt dat Netanyahu en Gallant in hetzelfde rijtje kunnen worden geschaard als degenen die achter de gruwelijke aanslagen van 7 oktober op de Joodse staat zitten.
Daarmee worden oorzaak en gevolg, agressors en verdedigers, doelbewust door elkaar gehaald of zelfs omgedraaid. Dat is niet voor het eerst. Want de wereld was al heel snel na het bloedbad van 7 oktober vergeten wat nu eigenlijk de aanleiding van de oorlog in de Gazastrook is. Verdwenen zijn de beelden van de moordpartijen, verkrachtingen, verminkingen en ontvoeringen van die zwarte zaterdag.
In plaats daarvan richten alle pijlen zich op Israël, dat in de ogen van de wereld erop uit is het Palestijnse volk uit te roeien en kennelijk niet het recht heeft zichzelf te verdedigen. Die negatieve beeldvorming heeft zich de afgelopen maanden in toenemende hevigheid en in steeds stuitender vormen gemanifesteerd. Variërend van een aanklacht tegen de Joodse staat wegens genocide voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag tot weerzinwekkende uitingen van antisemitisme op universiteiten wereldwijd.
Juristen proberen intussen de ontwikkelingen nog enigszins te bagatelliseren. Het is maar de vraag of er ooit een proces komt en zo’n rechtszaak kan dan ook nog eens jaren duren. Bovendien lijkt de bewijslast tegen de betrokken Hamasleiders veel groter dan die tegen de Israëlische bewindslieden, is de redenering.
Zelfs in Israël, waar de politiek eensgezind furieus op het besluit van Khan reageerde, wordt nog naar positieve punten gezocht. Zoals het feit dat er geen hoge officieren van het Israëlische leger op de lijst van arrestatiebevelen zijn geplaatst. Daardoor wordt het interne onderzoek aan de Joodse staat zelf overgelaten.
Dat kan allemaal waar zijn, maar het kwaad is alweer geschied. Want opnieuw dreigt Israël in een volgend beklaagdenbankje terecht te komen. En opnieuw wordt de Joodse staat geslachtofferd op het internationale altaar van vooroordeel en regelrechte haat.
Het is een schande dat Netanyahu en Gallant zich straks niet meer kunnen vertonen in landen waarvan de leiders een halfjaar geleden nog hun afschuw over de aanslagen van 7 oktober uitspraken en met eigen ogen de verwoestingen in Israëlische kibboetsen kwamen bekijken.
Hoofdredactie