Koninklijk Huis

Feestgedruis en dankdiensten na geboorte Juliana

Vijf namen kreeg prinses Juliana toen ze werd geboren. Daarin sprak het verleden, te beginnen met Juliana van Stolberg, stammoeder van het Oranjehuis, waarvan het voortbestaan aan een zijden draad hing voordat prinses Juliana werd geboren.

L. Vogelaar
14 May 2024 06:38
Prins Hendrik op 13 mei 1909 met zijn dertien dagen oude dochter. beeld Benelux Press
Prins Hendrik op 13 mei 1909 met zijn dertien dagen oude dochter. beeld Benelux Press

Op 30 april 1909 klinkt het blijde nieuws: „Hare Majesteit de Koningin heeft om 6 uur 50 minuten het leven geschonken aan een dochter. De Koningin en de Prinses zijn welvarend.”

Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, dat zijn de namen die de nieuwe troonopvolgster krijgt. Oud-premier Kuyper parafraseert Jesaja 9:5: „Een koningskind is ons geboren, een prinses is ons gegeven, eens kan de heerschappij op haar schouders rusten en men noemt haar naam Oranje-Nassau.” Zijn dochter Henriëtte schrijft over de roepnaam Juliana: „Die naam was een ”Gedenckclanck”. Onze Prinses zou de naam dragen van de vrome moeder der Oranjes, Juliana van Stolberg, die op haar slot te Dillenburg biddend de bange strijd der benarde Nederlanden medestreed, en gewillig en heldhaftig het leven van vier harer zoons voor Neêrlands vrijheid ten offer bracht.”

Vernoemd

Ook weekblad Kerkblaadje waardeert de vernoeming: „Welke gedachten worden bij het noemen van deze naam bij het volk van Nederland, bijzonder het Geuzenvolk, opgewekt! Heerlijk, dat Z.K.H. Prins Hendrik en H.M. de Koningin ingegeven werd om hun eerstgeborene te noemen naar die uitnemende Vrouw, die als de moeder van het Huis van Oranje-Nassau zulk een grote invloed geoefend heeft. Wat heeft ons volk niet aan haar te danken.”

Prinses Juliana, precies een maand oud. beeld ANP

Zelf schrijft koningin Wilhelmina later dat ze op het idee kwam toen haar vriendin in de Juliana van Stolberglaan ging wonen. „Voor mijn geest zag ik weer al hetgeen de moeder van de Vader des Vaderlands voor de zaak des Vaderlands gedaan heeft.” Mocht er een jongen worden geboren, dan zou hij Willem Lodewijk heten, vernoemd naar ”Us Heit”, de vroegere Friese stadhouder.

Juliana, werd de naam van de troonopvolgster, nu 115 jaar geleden. De tweede naam herinnert aan Louise de Coligny, vrouw van Willem van Oranje. Ook de beide grootmoeders zijn vernoemd: koningin Emma en Marie van Schwarzburg-Rudolstadt. Tot slot volgt de naam van moeder Wilhelmina.

Geestdrift en gloed

Het christelijke gereformeerde blad De Wekker geeft de voorpagina op 7 mei een oranje rand. Als eerste, nog voor de meditatie, staat daar het bericht ”Een blijde tijding”. „Alom in den lande was j.l. Vrijdag, 30 April, uitbundige vreugde!” schrijft de redactie. „Ons Nederland ontving een blij antwoord op het gebed der duizenden.”

Voorpagina van De Wekker op 7 mei 1909. beeld Digibron

In gloedvolle bewoordingen schrijft De Wekker: „Terwijl menigeen in dankgebed de Heere loofde en aan de avond duizenden zich naar de bedehuizen spoedden om daar Hem voor Zijn weldaad groot te maken, ruiste in elk vaderlandlievend hart het oudvaderlands lied: „Des Heeren hand heeft grote dingen aan Land en Volk gedaan! Dies laat ons Hem ter ere zingen, en dankbaar tot Hem gaan. Laat vrij uw jubeltonen horen, vol geestdrift en vol gloed, Een Koningskind is ons geboren! Nu spreek’ ons Neêrlands bloed!” Spare de Heere onze geliefde Koningin voor de Koninklijke Gemaal, voor onze nu reeds geliefde Kroonprinses, voor de Koningin-Moeder, – voor ons dierbaar Vaderland!”

Prinses Juliana op 13 mei 1909 met grootmoeder koningin Emma. beeld Benelux Press

Socialisten

Koningin Wilhelmina, inmiddels 28 jaar, had al meermalen een miskraam gekregen. Op 22 december 1908 was premier Heemskerk echter plotseling de vergaderzaal van de Tweede Kamer binnengestapt. „Door Hare Majesteit de koningin daartoe gemachtigd en met grote dankbaarheid” deelde hij mee dat de vorstin in blijde verwachting was. De Kamer riep hoera en voorzitter Roëll verwoordde de „vreugdevolle aandoening”.

Dat ging socialistenleider Troelstra te ver. Met een spierwit gezicht stapte hij naar voren om aan te kondigen dat hij geen reden tot vreugde zag. „Bah!” riep zijn liberale collega Reyne hem toe, en dat woord werd vele malen herhaald op de boze briefkaarten die Troelstra ontving.

„„Bah!”” - Citaat op boze briefkaarten die socialist Troelstra ontving

De regering deed de kerken het verzoek „de koningin met het oog op haar blijde en ernstige verwachtingen te gedenken”. Zuur schreef het socialistische dagblad Het Volk: „Terwijl Jezus het gebed naar de binnenkamer verwees en de farizeeër veroordeelde die op de hoeken der straten zijn gebed uitgalmde, heeft ons voor 2/3 of 7/9 christelijk ministerie het met zijn christendom te rijmen geacht aan de hoogste kerkbesturen het verzoek te richten om voor de zwangere koningin te doen bidden.”

Bij het merendeel van de bevolking was de vreugde echter groot, ook omdat de Oranjedynastie zou voortbestaan en de troon in de toekomst niet aan een Duitse prins zou toevallen. Tot Juliana’s geboorte werd de 31-jarige prins Hendrik XXXII van Reuss-Köstritz –Heino werd hij genoemd– als kroonprins beschouwd.

Wachten

Groningen juicht twee dagen te vroeg. Op 28 april hangt het Nieuwsblad van het Noorden een bulletin voor het raam met het blijde nieuws dat er een prinses is geboren. Het stadsbestuur laat de feestverlichting ontsteken. Die moet echter weer uit: als er naar Den Haag wordt gebeld, blijkt er daar nog niets loos te zijn. In Rotterdam worden pamfletten verspreid met de melding dat een prins is geboren. Ook fout.

Voor Paleis Noordeinde staat een menigte te wachten. Inmiddels is voor tienduizend Haagse schoolkinderen beschuit met oranje muisjes gesmeerd. Het duurt dagen voordat ze kunnen worden uitgedeeld, maar de chef van de gemeentelijke keuringsdienst van waren heeft ze dan scheikundig onderzocht en „uitmuntend van smaak” bevonden.

Prinses Juliana, dertien dagen oud, met moeder Wilhelmina. beeld Benelux Press

Feestgedruis

Als de baby er eindelijk is, verspreiden trompetters en herauten het bericht. In het Friese dorpje Oude Bildtzijl wordt de klok zo hevig geluid dat hij barst.

Het gereformeerde blad De Heraut beschrijft het feestgedruis met bewoordingen waarvan geen kranten- of kerkbladschrijver zich anno 2024 zou bedienen: „De geboorte onzer prinses heeft heel ons volk met jubelende vreugde begroet. Het was, alsof een zware last, die op ons volk drukte, werd afgewenteld, toen de blijde mare het land doorvloog. Hoe innig dankbaar was ons volk niet dat God de Heere na zo bange spanning zo heerlijke uitkomst schonk; dat onze Koningin in de ure des gevaars zo genadig door Hem bewaard werd en op haar bede, en de bede van heel het volk met Haar, een Koningskind ons werd geschonken. Hoe vrolijk wapperde het dundoek niet van alle torens en huizen; in wat blijde opgewondenheid schaterde het Wilhelmus niet langs de straten; wat trokken onze kinderen niet feestelijk versierd door onze dorpen om; en hoe verdrong ons volk zich niet in de bedehuizen om daar God te danken en te loven. Het was alsof God Zelf het verbond dat onze Vader des Vaderlands in de hachelijkste omstandigheden met de Potentaat der Potentaten sloot, opnieuw voor Nederland bevestigen wilde. Want met de geboorte dezer prinses rees weer de hoop dat God Almachtig ons Oranjehuis opnieuw wilde opbouwen en Nederland onder de schutse van Oranje een veilige toekomst wilde verzekeren.”

Het volgende staatshoofd zou geen koning Willem IV zijn. Maar „al mocht dan ook de stille verwachting, dat ons een prins, een stamhouder, zou geschonken worden, niet vervuld zijn, zelfs deze schaduw kon de feestvreugde niet doen verminderen”.

„Hoe verdrong ons volk zich niet in de bedehuizen” - De Heraut, 1909

Grapje

Prins Hendrik maakt tijdens de kraamdagen een grapje. „Mijn dochter is nicht von Mai”, zegt hij als er kraamvisite komt op Paleis Noordeinde. Er valt een pijnlijke stilte. „Maar von April”, voegt hij eraan toe. De ontboezeming heeft succes, dus de kersverse vader herhaalt die tijdens volgende ontvangsten. Hij doet de dienstdoende wacht een horloge cadeau omdat die salueert als de koninklijke baby in een kinderwagen voorbij komt rijden.

De overzeese gebiedsdelen delen in de vreugde. „Gisteren is Surinames bevolking door het kanongebulder en het klokkengelui ten feestgetij opgeroepen.” Mensen trokken er naar de kerk om dank te zeggen „voor de geschonken weldaad, tevens Gods rijkste zegen afsmekende over de koninklijke Moeder en haar pasgeboren Kind”.

Ook de socialisten zijn blij, maar dat is omdat Juliana niet op 1 mei, de Dag van de Arbeid, is geboren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer