OpinieGezondheid en psychologie

Weeszondag werpt licht op de donkerte van het wees-zijn

We leven in de dagen tussen Hemelvaartsdag en Pinksteren. De christelijke feestdagen, voor de meeste lezers vast overbekend, waarop herdacht wordt dat Christus na Zijn opstanding naar de hemel is teruggekeerd en dat de Heilige Geest is uitgestort. Christelijke feestdagen die door de eeuwen heen met veel symboliek omgeven zijn geraakt. Zo wordt Hemelvaartsdag veertig dagen na Pasen gevierd en Pinksteren vijftig dagen na Pasen.

Janneke de Man-van Ginkel
13 May 2024 21:16Gewijzigd op 13 May 2024 21:41
beeld RD
beeld RD

Op het Eerste Concilie van Nicea, in het jaar 325 na Christus, is het tijdstip voor de viering van Pasen vastgesteld. Het kwam op dat concilie aan de orde omdat keizer Constantijn voor zijn hele rijk één vaste datum voor Pasen wilde. De veertigdagentijd tussen Pasen en Hemelvaartsdag is waarschijnlijk terug te voeren op de veertig dagen waarover Lukas spreekt in Handelingen 1:3. De vijftig dagen tussen Pasen en Pinksteren zijn te herleiden naar de vijftig dagen –ook wel zeven volle weken en een dag– die door de Heere ingesteld waren tussen Pesach en het „feest der weken” (Deuteronomium 16:9-10). Daarmee vallen er precies tien dagen tussen Hemelvaartsdag en Pinksteren. Binnen die tien dagen valt altijd één zondag. Traditiegetrouw wordt deze zondag de weeszondag genoemd. Mogelijk is dat te herleiden tot de woorden van de Heere Jezus in Johannes 14:18: „Ik zal u geen wezen laten.”

Wees. Het woord trof mij toen ik toeleefde naar deze dagen. Het geeft iets weer van verlatenheid en alleen overgebleven zijn. Dat is natuurlijk precies waarom het woord zo lijkt te passen bij deze zondag. De discipelen hadden de Heere Jezus naar de hemel zien gaan. En de andere Trooster –de Heere Jezus had hun beloofd de Vader om Hem te zullen bidden (Johannes 14:16)– was er nog niet. Misschien hebben ze zich deze woorden gedurende die dagen niet herinnerd, misschien ook wel. In elk geval gebruikte de Heere Jezus het woord zelf toen Hij sprak over Zijn heengaan (Johannes 14).

Wees. Een enkele keer gebruiken mensen het woord als de langstlevende ouder is overleden: „Nu ben ik wees.” Maar over wees in de betekenis van een kind dat geen ouders meer heeft, horen we zelden iets. Dat blijkt ook niet zo vreemd te zijn. Het CBS publiceerde in 2022 een onderzoek waarin het onder meer melding maakte van het aantal wezen (jongeren tot 25 jaar van wie zowel de vader als de moeder overleden is) in Nederland op 31 december 2021. Dat waren er 1538. Ter vergelijking: het totale aantal jongeren onder de 25 jaar bedroeg op die dag 4.725.443.

Dat is in het verleden wel anders geweest. Vanaf de 19e eeuw tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw waren er in Nederland in elke stad weeshuizen. Daarin werden kinderen die geen ouders meer hadden, opgevangen. Er zijn perioden geweest waarin het aantal wezen die in weeshuizen woonden zo rond de 1500 per stad lag. Pas toen de levensstandaard hoger werd, daalde het aantal weeskinderen. In Oost-Europa, Afrika, Zuid-Amerika en Azië zijn weeshuizen nog steeds gangbaar. En dat betekent dus ook dat kinderen die geen ouders meer hebben daar een vertrouwd verschijnsel zijn.

Ook in de wetenschappelijke literatuur zijn er weinig onderzoeken die zich richten op wezen. De artikelen die gepubliceerd zijn, hebben betrekking op kinderen die door oorlogen, hiv of Covid-19 wees zijn geworden. Het beeld anno 2023 dat die onderzoeken geven, stemt nog steeds treurig: weeskinderen hebben te maken met geweld en sociale problemen, met gezondheidsproblemen (vooral op het psychische vlak), met gebrek aan opleiding, kinderarbeid en financiële problemen. Wat een schrijnend onrecht klinkt hierin door. En het wordt nog veel schrijnender als je bedenkt dat het kínderen zijn die dit aangedaan wordt… Je kunt gerust stellen dat de betekenis van het woord wees zwaarbeladen is met begrippen als eenzaamheid en alleen-zijn, afhankelijkheid en kwetsbaarheid.

Gisteren was het weeszondag. De zondag van in afwachting zijn van en uitzien naar Pinksteren. „Ik zal u geen wezen laten; Ik kom weder tot u.” Hoe helder lichten de woorden van de Heere Jezus op, juist tegen de donkerte van het wees-zijn.

De auteur is universitair hoofddocent verpleegkunde in het Leids Universitair Medisch Centrum.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer