In Tiel krijgt een op de vijf jongeren jeugdzorg, in Staphorst een op de twintig
Het aantal jongeren dat jeugdhulp nodig heeft, is in 2023 licht gestegen. Regionaal zijn de verschillen groot: waar in Tiel 20 procent van de jongeren jeugdzorg krijgt, is dat in Staphorst 5 procent.
Dat blijkt uit voorlopige cijfers die het CBS dinsdag heeft gepubliceerd. In 2023 kregen 474.000 jongeren jeugdzorg; 10.000 meer dan in 2021. Van de jongeren tot 18 jaar, kreeg 1 op de 7 een vorm van jeugdzorg.
De toename van 2,2 procent komt doordat meer jongeren gebruikmaakten van jeugdhulp zonder verblijf: een vorm van hulp waarbij ze thuis blijven wonen en zorg op afspraak krijgen, zoals therapiesessies. Van het totaalaantal hulpvragers in de jeugdzorg, kregen 447.000 jongeren (94 procent) jeugdhulp zonder verblijf.
„We vermoeden dat er in Staphorst minder snel hulp wordt gezocht” - Margriet Boer, woordvoerder gemeente Staphorst
Bij alle overige vormen van jeugdzorg was het aantal jongeren dat hulp kreeg, lager dan in 2021. Zo daalde het aantal jongeren dat uit huis werd geplaatst (jeugdhulp met verblijf) met 5 procent. Ook het aantal jongeren met ondertoezichtstelling –een maatregel waarbij het gezag van de ouders wordt beperkt– lag 15 procent lager.
Van de meisjes tussen 12 en 18 jaar kreeg 1 op de 6 meisjes in 2023 jeugdhulp zonder verblijf; 10.000 meer dan in 2021. In geen andere leeftijdsgroep is de stijging zo groot, aldus het CBS.
Regionale verschillen
Tussen gemeenten zijn grote verschillen in het percentage jongeren dat jeugdzorg krijgt. In Tiel was dat in 2023 het hoogst: daar kreeg 20,1 procent van de jongeren een of meerdere vormen van jeugdzorg. Op de tweede plaats staat Veendam met 15,5 procent.
Op Vlieland lag het percentage jongeren in de jeugdzorg het laagst: 3,5 procent. Daarna volgt Staphorst met 5,3 procent. Volgens het CBS kunnen de grote verschillen meerdere oorzaken hebben. Doordat gemeenten eigen keuzes maken in de manier waarop zij jeugdzorg vormgeven, kunnen de hoeveelheid en de soort beschikbare jeugdzorg per gemeente verschillen.
Eenoudergezinnen
Maar ook sociaaleconomische verschillen spelen een rol, zoals de hoogte van het gezinsinkomen. Uit het CBS-rapport blijkt dat het aandeel jongeren met jeugdhulp daalt naarmate het huishoudinkomen hoger is. Jongeren die in de 20 procent minstverdienende huishoudens wonen, kregen drie keer zo vaak jeugdhulp met verblijf.
Een andere factor is het aantal eenoudergezinnen in een gemeente. Van 73 procent van alle Nederlandse jongeren woonden vorig jaar beide juridische ouders in hetzelfde huishouden. Onder de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was dit 61 procent en van de jongeren met jeugdhulp met verblijf slechts 23 procent. Jongeren in de jeugdzorg hebben relatief dus vaker gescheiden ouders.
Het CBS benadrukt dat dit niet betekent dat jeugdhulp het gevolg is van deze achtergrondkenmerken.
Kwetsbare gezinnen
Met een op de vijf is het aandeel jongeren dat jeugdzorg krijgt, in Tiel het hoogst van Nederland. Volgens Monique van den Dries van het Wijkteam Tiel zijn daarvoor twee belangrijke redenen. „Tiel heeft een relatief hoog percentage kwetsbare gezinnen. Denk aan eenoudergezinnen, gezinnen met een gemiddeld laag inkomen en arbeidsmigranten. Deze factoren zijn van invloed op het jeugdhulpgebruik.” De tweede reden is beleidsmatig: „Als gemeente investeren wij in een laagdrempelige toegang tot onze wijkteams. Dit verhoogt de vraag om jeugdhulp, maar zo hopen we escalatie van problemen en duurdere zorg te voorkomen.”
Relatieproblematiek
In de gemeente Staphorst krijgt ‘slechts’ een op de twintig jongeren jeugdzorg. Hoe verklaren plaatselijke jeugdhulpverleners het grote verschil? „We vermoeden dat er minder snel hulp wordt gezocht”, zegt Margriet Boer, woordvoerder van de gemeente. „Aan de andere kant hebben we in Staphorst ook te maken met grotere gezinnen, waardoor het steunnetwerk van jongeren groter is.” Ook de kleinschaligheid van de gemeente is volgens Boer een voordeel. Als gevolg daarvan zijn er korte lijnen tussen de gemeente en aanbieders van jeugdzorg, waardoor zo snel mogelijk in behoeften van bewoners kan worden voorzien.
Uit cijfers blijkt dat het aantal gescheiden inwoners in Staphorst een stuk lager ligt dan gemiddeld. Of dat verband houdt met de relatief geringe jeugdproblematiek in de gemeente, durft Boer niet te zeggen. „Ook in Staphorst is er sprake van relatieproblematiek waaruit kindproblematiek kan voortvloeien.”