Brandveiligheid sneeuwt onder bij flexwoning en verduurzaming
In de woningbouw is er te weinig aandacht voor brandveiligheid, stelt het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) maandag.
Branden verspreiden zich sneller en richten een grotere schade aan, waarschuwt een rapport van het NIPV. Het instituut vreest voor dodelijke slachtoffers. Twee oorzaken van het grotere brandgevaar springen eruit. Allereerst stampen gemeenten door het woningtekort in razend tempo flexwoningen uit de grond. Of ze plaatsen lichte houten woningen boven op bestaande gebouwen, het zogeheten optoppen. Keerzijde van zulke ‘snelle’ woningen is de verminderde brandveiligheid.
Een tweede oorzaak ligt bij de verduurzaming van woningen. Sommige isolatiematerialen zijn erg brandbaar en deze worden lang niet altijd juist gemonteerd. Zo was er bij de brand in rijtjeswoningen in het Arnhemse Presikhaaf in 2023 sprake van dakisolatie die doorliep in alle woningen. Ook de toenemende populariteit van houtbouw vormt een risico, evenals de aanwezigheid van warmtepompen en zonnepanelen.
„Hoe vind je nou de balans tussen snelheid, duurzaamheid en veiligheid? Dat is de zoektocht” - Hans Zuidijk, regionaal commandant bij Brandweer Hollands Midden
In het AD pleitte Hans Zuidijk , regionaal commandant bij Brandweer Hollands Midden, er dan ook voor om de brandveiligheid niet uit het oog te verliezen. „We moeten verduurzamen. We moeten versneld onze woningvoorraad uitbreiden en we moeten dat brandveilig doen. Dus hoe vind je nou de balans tussen snelheid, duurzaamheid en veiligheid? Dat is de zoektocht. Daar hebben we als brandweer niet alleen het antwoord op. We zitten niet alleen op de neeknop te drukken, we snappen goed genoeg dat dit allemaal moet gebeuren, maar de discussie moet wel worden uitgebreid met de veiligheidsaspecten.”
Snelheidsovertreding
Marcel Veenboer, van adviesbureau Vector Brandveiligheid, herkent de problematiek. De brandveiligheidsexpert was ooit zelf betrokken bij een brand bij opgetopte woningen. „Op een bestaand gebouw werd een extra woonlaag gezet. De plannen waren aanvankelijk goed. Maar de aannemer volgde die niet. Hij liet het dakleer en de brandbare isolatie liggen en bouwde daarbovenop. Daardoor was er geen brandscheiding. Het gebouw was verder door al het verkeerd aangebrachte leidingwerk één grote gatenkaas. De brand die uitbrak was onstuitbaar.”
Volgens Veenboer is er vaak sprake van bouwkundige fouten. Hij geeft het voorbeeld van een snelheidsovertreding, bijvoorbeeld dat iemand 130 kilometer per uur rijdt, waar die 100 mag. Je kunt dan de snelheidslimiet verhogen of je kunt focussen op de overtreding. „Zo ook met brandveiligheid. In sommige gevallen is er simpelweg niet juist gebouwd. Toch zien we ook dat de regels aanscherping behoeven.”
Veenboer pleit dan ook voor extra regels en normen. Als brandveiligheidsexpert neemt hij zitting in verschillende nationale commissies die normen voor brandveiligheid ontwikkelen. „We zijn van oudsher gewend aan stenen gebouwen. Bij een brand in een stenen huis brandt vooral de inventaris. Met de opkomst van houtbouw zitten we in een nieuwe situatie. Hout vat wel vlam. Dus komt er bij zo’n brand veel meer energie vrij. Daar moet je bijvoorbeeld de hoeveelheid bluswater op afstemmen.”
Als voorbeeld van een mogelijke nieuwe norm noemt Veenboer het verplichten van een of meer lagen gips bij houten wanden. „Bij het gebruik van hout is bekend dat de buitenste laag verbrandt en verkoolt, waardoor het vuur dooft. In principe is houtbouw tegenwoordig dus veilig. Alleen nu blijkt uit onderzoek dat in kleinere ruimtes –zoals in woningen– de muren elkaar aanstralen en er veel warmte ontwikkelt. Dan zet het vuur door tot de wand is opgebrand.”
Mythe
Dat houtbouw per definitie gevaarlijk is, doet Veenboer af als een mythe. Hij snapt wel waar de gedachte vandaan komt. „In de middeleeuwen legden grote branden complete steden in as. Dat leidde tot collectieve trauma’s. En die angst zit nog steeds in ons. We namen ook niet voor niets afscheid van het bouwen met hout.”
„In de middeleeuwen legden grote branden complete steden in as, dat leidde tot collectieve trauma’s” - Marcel Veenboer, brandveiligheidsexpert
Die angst vindt hij tegenwoordig niet meer gerechtvaardigd. De techniek en inzichten over houtbouw ontwikkelden verder. Natuurlijke isolatiematerialen –zoals stro, vlas– lijken snel vlam te vatten, maar scoren goed op brandveiligheid. Isolatiematerialen op oliebasis –zoals EPS, PIR en PUR– zijn veel brandbaarder. Alles komt uiteindelijk aan op het maken van goede brandscheidingen, aldus Veenboer. „Ook als je biobased bouwt kun je brandscheidingen maken van dertig minuten. Met zo’n scheiding zorg je ervoor dat de brand niet snel uitbreidt en de brandweer het vuur onder controle kan krijgen.”
Veenboer vertelt zelfs voorstander van het bouwen met hout zijn. „Ik weet hoe fijn het wonen is, want ik woon zelf in een houten woning. Het zorgt voor comfort en geeft sfeer. Ook sla je in het hout koolstof op, wat goed is in de strijd tegen klimaatverandering.”