Mens & samenlevingbrand
Na woningbrand meer zicht op Thuis door verlies huis

Het is de nachtmerrie van iedereen: door woningbrand niet alleen een dak boven je hoofd verliezen, maar ook al je persoonlijke eigendommen en tastbare herinneringen. Nelly den Ouden-Alblas weet wat het verliezen van „je hele geschiedenis” met een mens doet.

Christine Stam-van Gent
Nelly den Ouden-Alblas griste tijdens de woningbrand nog snel de Rembrandtbijbel mee. beeld Cees van der Wal
Nelly den Ouden-Alblas griste tijdens de woningbrand nog snel de Rembrandtbijbel mee. beeld Cees van der Wal

Op een mooie, heldere zondagmorgen in februari staat ze na kerktijd koffie in te schenken als ze door het keukenraam plotseling een smerige gele wolk ziet. Als ze naar de buitendeur loopt staat buurvrouw Ditty daar in paniek te roepen. Over hun gezamenlijke rieten dak kruipt een vuurslangetje. Van de authentieke boerderij uit 1650, half in de Nieuw-Lekkerlandse dijk gebouwd, zal die dag stof en as overblijven. Tot aan de sloop blijven twee geblakerde koffiekopjes met twee schoteltjes ernaast als een stilleven staan.

„Alles kwijt, maar God en Zijn beloften overgehouden”, dat is hoe Nelly de heftige gebeurtenis na negen maanden samenvat in het Nieuw-Lekkerlandse appartement dat ze met haar man Arie tijdelijk huurt. Ze wijst om zich heen; alles hier is gekregen. Behalve het bankstel dat ze via Marktplaats kochten. En een bruin kistje met papieren, dat Arie in veiligheid bracht.

19948475.JPG
De woning van familie Den Ouden-Alblas voor de brand. beeld Cees van der Wal

Nelly: „Op dat moment is je hoofd net een draaimolen. Je doet praktische dingen die nergens op slaan. Zoals de koekdoos terugzetten in het keukenkastje, en de stekkers van het koffiezetapparaat en de waterkoker eruit halen. Om kortsluiting te voorkomen.”

Daarna gaat ze boven de ramen sluiten tegen de rook. In de slaapkamer kijkt ze om zich heen. Aan spullen pakken denkt ze niet. „Het ging door me heen dat dit twintig jaar lang mijn bidvertrek is geweest. Wat is hier veel verwerkt. Een miskraam na dertien weken zwangerschap. De coming-out van Jaap, onze enige zoon. De andere verliezen die we meemaakten. Ik kon niet anders dan knielen voor mijn bed. Hardop heb ik naar de Heere geroepen: „Als alles dan stof en as moet worden, mag Uw eer daar dan uit opklimmen?”

Arie roept onderaan de trap: „Nelly, ben jij spullen aan het zoeken?” „Nee, ik ben onze hemelse Vader aan het aanroepen.” „Dat is heel erg goed”, zegt Arie, „maar nu moet je echt naar beneden komen.” Terwijl ze naar beneden loopt, spreekt de Heere met kracht: „Wie Mij aanroept in de nood, vindt Mijn gunst oneindig groot.”

Samen loopt het echtpaar door de bijkeuken en de kamer. Langs de tegels van de schouw komt een waterval naar beneden. Nelly wil iets neerleggen om de stoelen voor de schouw te beschermen. Maar haar man zegt: „Mee, naar buiten! De waterleidingen en de verwarmingsbuizen zijn gesmolten.”

Arie weet precies waar de leidingen in dit huis lopen. Hij heeft de eigenaars Eijsbrand en Ditty Rozendaal geholpen bij het renoveren van de oude boerderij, die naast het bedrijf staat dat Eijsbrand daar met zijn tweelingbroer heeft. Sinds 2003 huren Arie en Nelly het voorhuis. Eijsbrand overlijdt in 2017. Ditty woont nog in de boerderij, evenals een nichtje van Arie. Juist dit weekend verblijft ze elders.

Door de oude voordeur gaan Arie en Nelly naar buiten. Nelly neemt een jas mee, en haar handtas, die ze de avond daarvoor bij thuiskomst tegen de tafelpoot gezet heeft. Ook de Rembrandtbijbel die ze haar moeder gaf voor haar 59e verjaardag grist ze van de tafel mee. Alles bij elkaar duurt hun vertrek hooguit vijf minuten.

Terwijl de brandweer het dak nathoudt, worden Arie en Nelly opgevangen in een nabijgelegen huis. Ditty en haar schoondochter met de kinderen, die in een aparte woning op het erf wonen, zijn daar ook. „Het was onwerkelijk. Ik zie de beelden voor me. Ditty, die echt in shock was. En haar oudste kleindochter, Femme, zat met een konijntje op schoot. Dat mocht ook niet in de rook blijven.”

De rest van de dag verloopt in een roes. Doorlopend klinken sirenes. Nelly belt met hun zoon. „Jaap wilde meteen komen. Ik zei: „Lieverd, je mag er niet eens door.””

Er komt een vrijwilliger van Stichting Salvage langs, een organisatie die eerste hulp verleent aan gedupeerden bij schade door brand, blikseminslag, explosie, water, storm en of aanrijding. „De eerste gerichte vraag die die man stelde was: „Hebt u onderdak voor vannacht?”

Arie en Nelly worden liefdevol opgevangen door haar oudste zus en zwager in Ridderkerk, bij wie ze voorlopig kunnen blijven. „Door de telefoon had ik haar al gevraagd of zij alsjeblieft een algemeen familiebericht wilde maken, dat ik aan iedereen kon sturen. Ik had inmiddels 44 oproepen en meer dan 300 appjes binnengekregen.”

Vanaf de maandag na de brand belanden Arie en Nelly in een rollercoaster. Salvage heeft de verzekering ingelicht, die meteen bij de boerderij gaat kijken, samen met Arie en zoon Jaap. Nelly ziet de afgebrande boerderij pas terug op een nieuwsfoto in het RD.

Binnen heeft het water anderhalve meter hoog gestaan. Nelly’s servieskast, met veel oud glas en serviesgoed dat nog van haar ouders en (over)grootouders is geweest, is als een pudding in elkaar gezakt. Onderin liggen de scherven.

Er moet dringend kleding komen. Arie heeft zelfs geen jas meer. Nelly: „Onze Jaap zou met zijn vader gaan winkelen. Hij vroeg mij: „Zal ik een jasje in de blauwtinten zoeken?” Ik zeg: „Nee joh, hij heeft al drie blauwe jasjes.” Jaap kijkt mij aan en zegt: „…hád drie blauwe jasjes.” Dat blijft heel lang zo, dat je denkt dat je je spullen nog gewoon hebt.” Het bedrag dat ze aan kleren moeten uitgeven is schrikbarend hoog. Een paar uur later staat er een gift op de rekening, die de kledingkosten net dekt.

En zo gaat het maar door, vertelt Nelly. „Van die plant tot die klok, van die staande schemerlamp tot die schilderijen, overal kan ik een verhaal bij vertellen. Dat is zo het maatwerk van onze hemelse Vader geweest, daar heb ik geen woorden voor. We zijn zeer gezegend, op een bijzondere manier. Iemand die zelf niet gelooft, zei: „Wat hebben jullie een bijzondere club mensen om jullie heen. Ze bedoelde de kerk. Maar het waren echt niet alleen broeders en zusters in het geloof. Het was net –ik bedoel dat eerbiedig– of er vanuit de hemel een schaakbord in beweging gezet werd. Ook een man die ik maar een keer gezien heb –een zogeheten contra-expert uit Eindhoven– was goud waard. Het eerste wat hij aan mij vroeg, was: „Wat vindt u het zwaarste aan alles?” Ik zei: „Dat ik zo slecht slaap.” Ik heb heel lang tegen die man aan zitten praten.”

De contra-expert neemt de verzekeringskwestie van de familie Den Ouden over en geeft goede adviezen, waardoor de afhandeling goed uitpakt. „We hoeven er niet rijk van te worden, maar nu krijgen we waar we volgens de regels recht op hebben, waardoor we straks een huis kunnen aankleden.”

De precieze oorzaak van de brand blijft onduidelijk, maar zeker is dat het geen schoorsteenbrand was. De schoorsteen, met dubbelwandige pijp, was tien dagen voor de brand nog door een gecertificeerd bedrijf geveegd.

Uiteindelijk is het niet het materiële wat Nelly het meest mist. Hoewel de boekencollectie –meer dan duizend stuks, waaronder oude geërfde exemplaren– haar dierbaar was. Ook schrijnt het dat de aantekeningen van Nelly’s moeder over haar geestelijk leven verloren zijn gegaan.

„Natuurlijk, je bent je kleren kwijt, je spullen. Maar allermeest: je bent je veilige plek kwijt. Je hele geschiedenis is weg. En daardoor ben je ook jezelf kwijt. Je bent ontheemd, letterlijk en figuurlijk. Dat is een rouwproces waar iedereen doorheen moet. Zelf ben ik met Pasen ziek geworden, een flinke keelontsteking en allerlei rare klachten. Na onze derde verhuizing in drie maanden tijd stortte Arie in.”

Door het verlies van hun huis komen andere rouwprocessen terug in haar herinnering. „Alles waarmee ik het moeilijk heb gehad komt naar boven. Het ene verdriet haakt in het andere. Het sterven van mijn moeder, en ook het sterven van buurman Eijsbrand, onder ons dak.”

Op de plek van de boerderij zal een nieuw huis worden opgetrokken, waar ook Arie en Nelly weer hopen te gaan wonen. Een vierde verhuizing ligt in het verschiet. Hoelang het precies zal duren voor ze weer een eigen plek hebben weten ze niet. Dat hoeft van Nelly ook niet, want een eeuwig Thuis wacht. Het bijzondere kringloopcadeau dat ze ooit kreeg –een oud, ingelijst gedicht– is er niet meer. Van een foto leest Nelly voor: „Nader, mijn God, bij U,/ U en Uw huis,/ schrijne mijn schouder ook/ ’t loodzware kruis!/ Naar U gaan al mijn beên,/ al mijn gedachten heen!/ Nader, mijn God bij U,/ U en Uw huis!”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer