Christenpoliticus moet Naam van Jezus verkondigen
Als Stichting Sjofar hebben we vele debatten van de CU en de SGP gevolgd. We moeten helaas constateren dat deze partijen bijna geen aandacht vragen voor het komende Rijk van Christus.
In het Koninkrijk van Christus woont gerechtigheid. Mensen mogen er door geloof en bekering toegang toe hebben. Het is een rijk waar geen oorlog, ruzie, uitbuiting of ongelijkheid meer is. Het klimaat is er volmaakt, frustraties ontbreken en met de natuur en de dierenwereld wordt op een goede manier omgegaan. Maar bovenal doen mensen in dat rijk geen zonde meer en leven ze in volmaakte harmonie met onze Schepper en de schepping.
Politici van CU en SGP zullen mogelijk zeggen: „Politici zijn geen predikers. We zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor goed bestuur en tonen vanuit de geboden van God het goede dat de Heere ons voorhoudt, voor heel de samenleving.” Maar is daarmee alles gezegd? Elke christen (en vooral een christen met een vooraanstaande positie) heeft in navolging van onze Meester de opdracht om zijn naaste op te roepen tot bekering en geloof in Christus, om zo deel te mogen hebben aan deze geweldige toekomst. Daarnaast zullen we degenen die deze oproep negeren ernstig moeten waarschuwen voor de vloek (Genesis 3) die vanwege de zondeval op ons leven ligt en de eeuwige gevolgen daarvan.
Wij hebben een schuld bij de burgers van ons land als we deze boodschap niet verkondigen. De Heere heeft Zijn kinderen hiertoe aangesteld. Het principe van naastenliefde uit Ezechiël 33:6 geldt nog steeds. „Wanneer daarentegen de wachter het zwaard ziet komen, en blaast niet met de bazuin, zodat het volk niet is gewaarschuwd; en het zwaard komt en neemt een ziel uit hen weg: die is wel in zijn ongerechtigheid weggenomen, maar zijn bloed zal Ik van de hand des wachters eisen.” Echte naastenliefde is je naaste vertellen over Jezus, over de mogelijkheid van vergeving en redding. Hoe kan een christenpoliticus deze boodschap achterhouden?
Radeloos
In ons werk als landelijk opererende, interkerkelijke evangelisatieorganisatie ervaren wij steeds weer dat de huidige generatie (jonge) Nederlanders van deze boodschap geen weet meer heeft. We ontmoeten veel mensen die oprecht radeloos zijn omdat ze geen hoop meer hebben. Ze geloven dat de wereld ten onder gaat aan klimaatverandering, oorlog, onrecht enzovoort. Mensen zijn druk bezig om alle grote en kleine problemen voor de korte termijn op te lossen maar hebben geen hoop voor de lange termijn. Er is geen besef dat de wereld in barensnood is (Romeinen 8:22). Als wij het Evangelie uitleggen en van het reddingsplan van de Heere vertellen, horen we vaak: „Dit hebben we nooit gehoord en dit wordt ons niet verteld door overheid en media.”
De tijd is rijp om met kracht het Evangelie te verkondigen. Ons land heeft lang genoeg de leugens geloofd van bestuurders die God en Zijn Woord negeren. Ons land heeft er nu recht op om dé Waarheid te horen. Spreuken 29:18: „Als er geen profetie is, wordt het volk ontbloot; maar welgelukzalig is hij die de wet bewaart.” Wij kunnen geen mensen bekeren, maar wij kunnen wel wegwijzers zijn.
Integer
We roepen christenpolitici op om alle kansen in het publieke debat te benutten om te wijzen op Jezus en Zijn Koninkrijk. Driemaal lezen we immers in Gods Woord (Joël 2:32, Handelingen 2:21, Romeinen 10:13): „Want een iegelijk die den Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden.” De Naam van Jézus moet verkondigd worden. Als politici eerlijk spreken van het Koninkrijk van God en daarnaast op een integere manier politiek bedrijven in overeenstemming met de rechtvaardige instellingen vanuit de Bijbel, dan zullen onze burgers erkennen dat zij betrouwbaar zijn. Dat zal de boodschap versterken.
De auteur is bestuursvoorzitter van Stichting Evangelisatie Sjofar. Dit artikel is gebaseerd op een open brief van deze stichting die op 25 april is overhandigd aan de CU en de SGP.