Het emancipatiebeleid spoelt als een tsunami over ons land. Wat zijn de geestelijke en culturele wortels ervan? En valt het tij te keren?
Vragen waar advocaat mr. drs. Jaco van den Brink wel raad mee weet. Van den Brink is advocaat onderwijsrecht bij BVD advocaten en VBSO-jurist. Daarnaast is hij bestuursvoorzitter van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP. Van den Brink studeerde geschiedenis en rechtsfilosofie.
Uit welke wortel komt de emancipatiegeest voort?
„De wortel van de emancipatiegeest komt ten diepste voort uit de Verlichting, voor zover daarin Gods openbaring niet meer als leidend werd aanvaard. Die beweging uit het eind van de achttiende eeuw stelde de gegeven maatschappelijke orde ter discussie. Daarbij valt te denken aan de rol van de kerk, de rol van de koning, de rol van het volk, de man-vrouwverhouding en de standensamenleving.
De maatschappelijke orde kwam ter discussie te staan omdat veel filosofen niet langer uit wilden gaan van goddelijke openbaring, maar alleen van hetgeen de menselijke rede kan bedenken. Toen het echter niet mogelijk bleek een voor iedereen sluitende theorie te bedenken, kwam de Romantiek. Die stelde het gevoel van de mens centraal, en maakte het menselijk geluk tot een individueel project.
Daarbij komt nog een belangrijk aspect. Door de Verlichting en Romantiek ebde niet alleen het normerende van Bijbel weg uit de samenleving, maar ook het hoopgevende. Waar het besef wegebt dat ons in het hiernamaals een beter lot is bereid, daar schiet ook de gedachte wortel dat het alleen maar gaat om het leven hier en nu. Dan willen mensen volgens hun eigen passies en ideeën leven. En de belemmeringen die dat in de weg staan, moeten verdwijnen. Daardoor verbrokkelde de vanzelfsprekendheid van gezinnen, kerken en andere verbanden.”
Hoe ging het christendom de achterliggende eeuwen om met de opkomst van die emancipatiegeest?
„Verschillend. De christelijke staatsman Groen van Prinsterer constateerde in het begin van de negentiende eeuw dat het Verlichtingsdenken wortel schoot bij vrijzinnige theologen. Die gaven een andere vulling aan het klassieke christendom. Ze zagen God als Iemand die de aarde maakte en daar verder niet meer op betrokken was. Ook lieten ze de gedachte los dat het leven van een christen bestaat uit kruisdragen achter de Heere Jezus aan.
Daar ligt de kiem om niet meer te hoeven gehoorzamen aan de scheppingsinstellingen van God. De Réveilbeweging stond afwijzend tegenover het Verlichtingsdenken en de Romantiek. Wel bevorderde ze afschaffing van de slavernij en bestrijding van maatschappelijke misstanden.”
Komen homo-emancipatie en transgenderemancipatie voort uit dezelfde wortel als de vrouwenemancipatie?
„Gedeeltelijk. Homo-emancipatie kwam op nadat de vrouwenemancipatie al ver gevorderd was. En de transgenderbeweging kreeg pas voet aan de grond nadat homoseksualiteit goeddeels was geaccepteerd.
Toch maak ik daar wel een kanttekening bij. Het goede en het kwade in een ideeënstrijd is meestal niet met een schaartje te knippen. De vrouwenemancipatie heeft ons ook goede dingen gebracht, ik denk aan het vrouwenkiesrecht, de gelijke beloning van mannen en vrouwen en dat soort dingen.
Maar achter de vrouwenemancipatie zit ook de gedachte dat mensen individueel hun eigen leven moeten kunnen leiden, los van instituties. Het gelijkstellen van homo- en heterorelaties en bij het gelijkstellen van genderexpressie met de traditionele man/vrouwindeling, borduurt daarop voort, maar gaat ook nog een stap verder. Daar worden duidelijke Bijbelse lijnen terzijde geschoven.”
Hoe komt het dat de radicale individualisten geen tegenspraak dulden en vinden dat iedereen hetzelfde moet denken als zij?
„Iedereen heeft een bepaalde levensbeschouwing en visie op de wereld. Liberale en linkse politici zeggen dat de staat er is om de vrijheid voor elk individu mogelijk te maken. Maar dan verwarren ze hun levensvisie, individuele vrijheid, met de politieke vrijheid die in de rechtsstaat inderdaad nodig is. Zo kunnen politici, vaak met de beste bedoelingen, hun visie over vrijheid opleggen aan anderen. Je mag je eigen vrijheid niet gebruiken om de vrijheid van een ander in te perken, zo luidt de redenering. Als dat wel gebeurt, dan dient de overheid daar een stokje voor te steken.
Je ziet dat nu gebeuren bij pogingen van politieke partijen om scholen te verbieden aan leerlingen door te geven dat God huwelijk en seksualiteit instelde voor man en vrouw. Gezins-, gemeente- en schoolverbanden, die voor ons in de Bijbelse opvoeding belangrijk zijn, worden in die politiek helemaal ondergeschikt aan het politieke ideaal. Maar, als het alleen maar gaat om de vrijheid van het individu, dan heb je geen samenleving meer.”
Wat is de uitweg uit dit dilemma?
„We moeten de goede en heilzame betekenis van het begrip ”vrijheid” weer centraal stellen.
Vrijheid betekent niet dat elk individu zijn eigen leven moet kunnen bepalen. Vrijheid betekent dus vooral dat de overheid zich moet beperken en de samenleving de ruimte geeft om zichzelf te organiseren.”
Moeten politici weer leren wat echte tolerantie is?
„Dat is het tweede wat van betekenis is. De politiek moet stoppen met pogingen om de hele samenleving gelukkig te maken. De overheid is geen geluksmachine. Als je dat wel vindt, kun je op den duur geen tegengeluid meer verdragen en is het gedaan met de vrijheid.
Dat de overheid zich moet beperken, blijkt een christelijke notie te zijn. Groen van Prinsterer vroeg daar in zijn tijd al aandacht voor. En zijn pleidooi is nog actueel.
Als je leert dat het gezag berust op de gunst van het volk, zijn er namelijk geen beperkingen. Dat is wat we nu zien gebeuren bij de voorstellen voor inspectie bij het informeel onderwijs en bij het burgerschapsonderwijs.
Je ziet dat de beperkingen voor de overheid die in de twintigste eeuw onbetwist waren, nu verkruimelen. Die zijn nu voor de VVD en de progressieve partijen niet gezaghebbend meer. En ik denk ook niet voor de PVV. Daardoor vergroot de overheid haar greep op de samenleving en perkt zij klassieke vrijheden in.”
De Britse schrijver Sophie Lewis trekt de emancipatie tot in het extreme door. Ze zegt: „We kunnen geen feministische toekomst hebben zonder het gezin af te schaffen.” Wat moet een christenpoliticus daar tegenoverstellen?
„Je ziet hieraan wat voor consequenties ideologische uitgangspunten hebben. Als je alleen maar de individuele vrijheid centraal stelt en als je denkt dat alle traditionele ordeningen ballast zijn, dan kom je tot dit soort uitspraken. Het gezin zie je dan als onwenselijk.
Het zou desastreus zijn voor de samenleving als de opvatting van Lewis gemeengoed wordt. Kijk eens naar de cijfers in de jeugdzorg. Die laten zien dat de meeste problemen samenhangen met gebroken gezinnen en echtscheidingen. Dat toont aan dat kinderen een stabiele omgeving nodig hebben met liefhebbende ouders.
De Bijbel en de geschiedenis leren ons hoe belangrijk het is dat kinderen in een liefdevol en zorgend gezin met vader en moeder opgroeien. Dat vraagt toewijding van beide ouders.”
Wat zegt het u dan dat in de emancipatienota van het kabinet het gezin geen serieuze aandacht krijgt?
„Die nota is duidelijk geschreven vanuit de ideologie dat elk individu zijn eigen levenspad uit moet kunnen stippelen. En alle hindernissen die je daarbij ondervindt, moet de staat uitschakelen. Dat levensgevoel komt op uit de emancipatienota. De overheid doet aan het gezin, het vader- en moederschap, ontzettend tekort.”
Is dit het noodlot van de westerse cultuur?
„In de politieke theorie komt meer erkenning dat het individuele liberalisme heeft gefaald en dat de waarde van maatschappelijke verbanden weer onder ogen gezien moet worden. De opkomst van BBB en NSC laat zien dat dat breder leeft. Ik hoop dat die partijen zich niet zullen schamen om daarin ook het houvast te zoeken in het christelijk geloof omdat het anders verwatert.
Het minste wat de politiek moet doen, is rekening houden met de mogelijkheid dat God bestaat. Dan doet de overheid veel meer recht aan burgers die hun geweten laten vormen door dat geloof. Verder wordt de overheid dan terughoudender om alleen op basis van het menselijk verstand de samenleving in te richten. Politieke keuzes maken op basis van menselijke ideologieën is gevaarlijk omdat ons verstand te beperkt is. Dat moeten we met zijn allen erkennen.”
Hoe zou u de cultuur willen typeren waarin we anno 2023 leven?
„We hebben te maken met een identiteitscrisis. Dat geldt voor de samenleving als geheel, maar ook voor veel individuen. De twintigste eeuw was de eeuw van de grote verhalen, vooral het nationalisme, het communisme en het liberalisme. Alle ideologieën vielen om. Na de val van de muur in 1989 bleef alleen nog het liberalisme over. Wellicht hield dat zo lang stand doordat die ideologie nog het meest getemperd werd door christelijke uitgangspunten. Maar het liberalisme gaat nu aan zijn eigen succes ten onder.
Het individu is bevrijd van maatschappelijke bindingen, van status, familie, gezin en kerk. Maar toen moest de staat de maatschappelijke taken vervullen die daarmee vrijkwamen. Daardoor ontstond er een staat die heel veel tentakels heeft en waarvan de verwachtingen steeds te hooggespannen zijn. Dat is niet vol te houden.”
Welke kant gaat het dan op?
„Dat valt nog lastig te zeggen. We zitten anno 2023 met een links-rechtsverdeling. Links heeft de identiteit van gemarginaliseerde groepen tot strijdpunt gekozen, zoals vrouwen, homo’s en transgenders. En rechts komt op voor de gewone man. Die twee groepen staan tegenover elkaar. Het christelijke geluid, dat zich van oorsprong tussen links en rechts in het midden nestelde, dreigt vermalen te worden.”
Wat is dan de remedie, terug naar de grote Europese joods-christelijke traditie?
„Het woord terug zou ik liever niet willen gebruiken. Oude tijden komen nooit terug. Dat wil niemand en dat hoeft ook niet, maar wat wel belangrijk is, is dat we ons als christenen en als burgers van Nederland weer afhankelijk weten van de God Die ons geschapen heeft en Die ons Zijn geboden gegeven heeft. En dat zal ook gebeuren, op welke manier dan ook. Ik denk aan de profetie uit Jesaja 11 waar staat dat de aarde weer vol zal zijn van de kennis van de HEERE, zoals de wateren de bodem van de zee bedekken.”
Wat staat christenen te doen anno 2023?
„Zich wapenen tegen de tijdgeest. De eerste vraag die we ons moeten stellen is: waar ben ik geplaatst? Ik mag met de gaven die ik van God heb gekregen, mij toewijden aan Hem en aan de mensen om mij heen. Als dat onze levenshouding is, dan zijn we niet alleen bezig met het zoeken van ons eigen geluk –want dat gaat ons toch niet lukken– maar gaan we de waarde van sociale verbanden, gezinnen en families, weer onder ogen zien –inclusief loyaliteit aan de overheid, waar mogelijk. We mogen laten zien dat we een contrasterende gemeenschap zijn. Onze hoop kan niet alleen op dit leven gesteld zijn. Alleen deze hoop doet leven: Christus’ rust zal heerlijk zijn.”
Serie Emancipatie
Een achtdelige serie over de reikwijdte en impact van het emancipatiebeleid. Vandaag een afsluitend interview.