Lintjesregen is dit jaar meer een stevige stortbui
De lintjesregen lijkt dit jaar eerder een stevige stortbui. Terwijl vorig jaar rond Koningsdag bijna 2850 mensen een koninklijke onderscheiding kregen, waren dat er deze vrijdag 3375. Een verklaring voor de toename is er niet. Onder de personen die werden onderscheiden, zijn ds. D.J. Budding en ds. F. Mulder.
De hervormde ds. Budding uit Waarder werd benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij was een van de oprichters van het Reformatorisch Dagblad, voorzitter van het partijbestuur van de SGP en zette zich in voor een evangelisatiepost in het Limburgse Horst. Ds. Mulder, predikant van de gereformeerde gemeente in Rhenen, werd ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn inzet voor het Reformatorisch Dagblad, diverse deputaatschappen en het onderwijs.
In totaal werden 3580 mensen voorgedragen voor een lintje. Ruim 200 aanvragen werden om diverse redenen afgewezen. Verreweg de meeste mensen werden lid in de Orde van Oranje-Nassau, hoofdzakelijk vanwege vrijwilligerswerk. Enkele honderden mensen werden ridder in diezelfde orde. Van de gedecoreerden was 62 procent man en 38 procent vrouw. De jongste was J.J. Groeneveld (29) uit Zwammerdam en de oudste A. de Gooijer (98) uit Utrecht. Beiden werden lid in de Orde van Oranje-Nassau voor vrijwilligerswerk.
Onder de gedecoreerden waren meerdere bekende personen. Zo werd advocaat H. Loonstein uit Amsterdam ridder vanwege zijn inzet voor de joodse gemeenschap, waaronder de school het Cheider. De bekende ondernemer M.M.J.J. Boekhoorn uit Bennekom werd eveneens ridder voor tal van vrijwilligersactiviteiten. D. van der Kraats en M.E.M. van der Kraats-de Laat uit Nieuwland, gemeente Vijfheerenlanden, werden beiden ridder omdat ze de oprichters zijn van het Veteranen Search Team. Vier bestuursleden van de Johannes Bogermanschool in Vriezenveen werden onderscheiden. Drie van hen zijn bovendien kerkenraadslid in de gereformeerde gemeente in Nederland. Ook werden vier leden van de gereformeerde gemeente van Borssele onderscheiden.
De meeste mensen die werden onderscheiden, kregen een lintje voor hun inzet op diverse terreinen. Zo zijn er personen die bijvoorbeeld gelijktijdig zich inzetten voor kerk, zorg, onderwijs en stichtingen. Onder de gedecoreerden waren onder anderen ondernemer T. Bunt uit Dodewaard, Cedrah-directeur J. de Vin uit Krimpen aan den IJssel, VGS-bestuurder P.W. Moens en zijn vrouw J.J. Moens-van den Brink uit Rhenen, auteur D. Hakkenberg uit Apeldoorn, E.G. Polinder en L. Polinder-Groothuis uit Nunspeet, J. de Jong-Slingerland uit Berkenwoude en C. de Landmeter uit Oost-Souburg.
Een lintje krijg je niet zomaar. Elke aanvraag wordt apart beoordeeld, zegt Martine van Grieken. Ze is directeur van de Kanselarij der Nederlandse Orden en secretaris van het Kapittel der Civiele Orden, de organisaties die het toekennen van de lintjes in goede banen leiden. Verreweg de meeste lintjes worden tijdens de lintjesregen uitgereikt. Dit jaar gaat het om 3375 onderscheidingen. Daarnaast worden er op symposia, bij concerten en bijvoorbeeld bij het jubileum of afscheid van een vereniging een koninklijke erkenning uitgereikt. Vorig jaar ging dat om 945 lintjes. In de meeste gevallen gaat het om vrijwilligers die zich langdurig hebben ingezet. Van Grieken: „Ambtenaren hebben geen afvinklijstje waarop ze bijvoorbeeld aanstrepen hoeveel uur iemand vrijwilligerswerk doet. Als je je in een hospice inzet, is dat zwaarder werk dan veel ander vrijwilligerswerk. Daar wordt ook naar gekeken.”
De Kanselarij moet op 1 november alle aanvragen binnen hebben. Aangezien daar nog een traject aan vooraf gaat, vragen sommige gemeenten aan hun inwoners om de aanmeldformulieren al in juni of juli in te dienen. Burgers en organisaties kunnen bij gemeenten voor een bepaald persoon een aanvraag voor een lintje indienen. Het is vaak niet het eenvoudigste proces. In formulieren moet duidelijk worden aangegeven welke werkzaamheden iemand heeft gedaan en hoe lang dat is gebeurd. ,Het moet echt wel om een lange tijd gaan, bijvoorbeeld tien of vijftien jaar. En niet zomaar een uurtje in de week. Vaak gaat het om werk waar hooguit een vrijwilligersvergoeding tegenover heeft gestaan.”
Gemeentelijke ambtenaren maken een inschatting of iemand kans maakt om daadwerkelijk een onderscheiding te ontvangen. Bovendien heeft de burgemeester de bevoegdheid om te checken of iemand van onbesproken gedrag is. „Als iemand een strafblad heeft, zijn we snel klaar. Er moet ook maatschappelijk draagvlak zijn voor een voordracht.” De gemeente stuurt een aanvraag vervolgens door naar de commissaris van de Koning in de betreffende provincie. Die geeft advies aan de Kanselarij der Nederlandse Orden, waarna het Kapittel der Civiele Orden een zwaarwegend advies uitbrengt aan een van de ministers. Dit advies wordt vrijwel altijd overgenomen. Koning Willem-Alexander bekrachtigt elke aanvraag vervolgens persoonlijk met zijn handtekening.
„Sommige mensen stoppen zelfs met hun carrière om hulp te verlenen” - Martine van Grieken. directeur Kanselarij der Nederlandse Orden
Traditioneel springen enkele gebieden in Nederland er qua aantallen lintjes tussenuit. „In Brabant worden veel lintjes uitgereikt. Ik denk dat dat komt door de sociale cohesie. Daar zijn veel verenigingen.” In de Biblebelt worden niet meer lintjes dan gemiddeld uitgereikt, maar ze zijn daar wel vooral voor kerkelijke activiteiten. Veel lintjes gaan naar mensen die in de zorg hulp verlenen en mensen die zich inzetten voor een sportvereniging. Ook bestuursleden worden vaak voorgedragen.
De klacht die op sociale media weleens wordt geuit, is dat mantelzorgers er bekaaid afkomen. Van Grieken: „Mantelzorgers komen steeds meer in beeld. De vraag is vaak wat ze hebben opgegeven om iemand te helpen. Sommige mensen stoppen zelfs met hun carrière om hulp te verlenen. Dat is zwaarwegend in de afweging of iemand een lintje krijgt.”