„Als je naar de cijfers kijkt, ziet de toekomst van de kerk er dramatisch uit”
Europa is ondenkbaar zonder het christendom. Toch is het niet vanzelfsprekend dat mensen zich aan deze bron blijven laven, zegt theoloog Hendrie van Maanen. Zitten er barsten in de vissenkom waar wij in het Westen als goudvissen in zwemmen?
Tijdens colleges aan de Vrije Academie, bedoeld voor „60-plussers met een museumjaarkaart” en andere geïnteresseerden in cultuur en filosofie, ontdekte Van Maanen dat er steeds minder kennis is van de oorsprong van het christendom en de invloed daarvan op de Europese cultuur. „Terwijl daar wel behoefte aan is”, zegt de docent Europese cultuur en religie aan de Christelijke Hogeschool Ede in de woonkamer van zijn huis, ooit onderdeel van een artilleriekazerne in de Gelderse stad.
Van Maanen, betrokken bij de lutherse gemeente in zijn woonplaats, werkte de verhalen over de Europese kerkgeschiedenis uit tot het boek ”Europa en de Weg”, dat volgende week vrijdag tijdens een symposium in Ede wordt gepresenteerd.
Waarom vindt u het nodig om aandacht te vragen voor de christelijke wortels van Europa?
„De geschiedenis van het christendom –in de Vroege Kerk als de Weg aangeduid– bezit een enorme rijkdom. Iets daarvan geef ik graag door aan anderen, ook omdat ik het zelf heel interessant vind. Daarnaast merk ik heel sterk dat er op dit gebied veel analfabetisme heerst. De kennis van religie en theologie is in het Westen minimaal.
Dat zal alleen maar meer worden. In Nederland is het aantal dopelingen in de rooms-katholieke en protestantse kerken de afgelopen twintig jaar meer dan gehalveerd. Dat betekent dat steeds minder mensen het christelijk geloof aan hun kinderen meegeven, waardoor het zicht op de betekenis van het christendom voor de Europese cultuur uit het oog wordt verloren.
Ik hoop dat mensen die mijn boek lezen, zullen zien dat het christendom ons veel heeft gebracht, al is er in de geschiedenis natuurlijk ook wel het een en ander fout gegaan. De fundamentele waarden van onze samenleving, zoals menselijke waardigheid en solidariteit, hebben we aan het christelijk geloof te danken.”
„De fundamentele waarden van onze samenleving, zoals menselijke waardigheid en solidariteit, hebben we aan het christelijk geloof te danken” - Hendrie van Maanen, theoloog
Dat Europa in de vierde eeuw binnen enkele decennia christelijk werd, noemt u „een van de opmerkelijkste wendingen in de geschiedenis”. Hoe verklaart u die omzwaai?
„Het is echt heel bijzonder wat er toen is gebeurd. Als je het geestelijk wilt verklaren: hier was de Geest van God aan het werk.
Historisch gezien: onder de Romeinse keizer Diocletianus werden christenen nog hevig vervolgd. Ze vormden hooguit 10 procent van de bevolking. Het christendom was illegaal en telde niet mee. En dan, na de bekering van keizer Constantijn in 312, veranderde alles: overal werden kerken gebouwd, het christendom kreeg een bevoorrechte positie en werd aan het einde van de eeuw zelfs staatsgodsdienst. Het kan niet anders dan dat er onderhuids veel goodwill voor het christelijk geloof bestond.
Hoe je dat kunt verklaren? De christelijke beleving van religie, en dat vind ik het meest opmerkelijk, was totaal anders dan die in de klassieke oudheid. In de christelijke traditie is de leer van fundamenteel belang: de Heiland is gekomen om te verlossen. Je hoeft geen offers te brengen of rituelen uit te voeren voordat een god je welgevallig is. En ook het mensbeeld is heel anders dan dat van de Romeinen: het zwakke, de nederige beërft het Koninkrijk. Daarmee worden fundamentele waarden omgedraaid, binnen twee, drie generaties.
Waarschijnlijk speelde de universele liefdadigheid van het christendom een grote rol in de bekering van mensen: de gemeenschapsmaaltijden, het omzien naar de weduwe die niet meetelde, het oog hebben voor de zwakken in de samenleving. Je hoefde geen hoge positie te hebben om mee te tellen.”
Tegelijk waren christenen onderling ook niet altijd eensgestemd. Een middeleeuwse afbeelding toont Sint-Nicolaas, die op het concilie van Nicea in 325 de priester Arius, die de Drie-eenheid ontkende, een klap in het gezicht geeft.
„We weten dat het vroege christendom zeker geen eenheid was. Er waren grote disputen over de Triniteit en de goddelijkheid van Christus. Conciliën moesten rust en eenheid brengen. Keizer Constantijn had geen behoefte aan allerlei fracties en mogelijke conflicten binnen het christendom: hij wilde eenheid in zijn rijk. Dat de emoties vervolgens hoog opliepen en men elkaar soms letterlijk bij de keel greep, kunnen wij ons vandaag de dag niet goed meer voorstellen. Maar er stond veel op het spel: de godsdienst in de samenleving.
Overigens was de rol van Arius, die door het concilie van Nicea werd veroordeeld, niet uitgespeeld. Hij had grote invloed op barbaarse volken die christelijk werden, zoals de Goten. Het was zelfs een ariaanse priester die Constantijn op zijn sterfbed in 337 doopte. De praktijk was dus weerbarstig, al bleef uiteindelijk de Niceaanse leer over.”
U noemt het een „kracht” dat het christendom zijn „eigen waarheid telkens weer weet aan te passen aan de gangbare cultuur”. Dat zou je net zo goed een zwakte kunnen noemen.
„Ja, zo zou je het ook kunnen bekijken. Tegelijk wist het christendom mensen mee te krijgen door gebruik te maken van de bestaande cultuur. Toen de Engelsen bekeerd moesten worden, eind zesde eeuw, had paus Gregorius de Grote gezegd: „Men mag de afgoden wegnemen, maar de tempels moeten worden gereinigd met heilig water.” Op die plekken moesten kerken worden gebouwd. „Stap voor stap beklimt men een berg”, vond Gregorius. Dat je aanpassingen deed, was dus vanzelfsprekend. Uiteindelijk zou de situatie wel worden zoals beoogd.”
Dan is er 1054, „de belangrijkste kerkscheuring in de geschiedenis”. Hoe duidt u die?
„In het eerste millennium is de kerk formeel een eenheid in Europa. Ondanks vele disputen is het nooit tot een breuk gekomen. Tot 1054. Door de wederzijdse excommunicatie van paus Leo IX en patriarch Michael Cerularius gingen de kerken van het Westen en het Oosten uiteen.
Er waren theologische aanleidingen voor dit schisma, zoals de positie van de paus, het celibaat en het gebruik van ongezuurd brood in de eucharistie bij de kerk in het Westen. Ook was er onenigheid over het zogeheten ”filioque”: gaat de Heilige Geest uit van de Vader én de Zoon, zoals de Katholieke Kerk belijdt, of alleen van de Vader? Dat stelde de kerk in het Oosten. Dit is overigens een belangrijke vraag: het filioque heeft veel invloed op de mystieke theologie in de oosterse orthodoxie.
Ik durf niet te zeggen of deze theologische verschillen bepalend zijn geweest voor de scheuring. Er zat ook heel veel machtspolitiek achter. Tot de tiende eeuw wordt er vanuit Byzantium neergekeken op het barbaarse en onontwikkelde Westen, maar in de elfde eeuw begint West-Europa steeds meer zelfvertrouwen te krijgen – en de paus ook.”
Een grote stap in de geschiedenis: hoe komt het dat de meest seculariseerde landen in Europa een protestantse achtergrond hebben?
„Als je kijkt naar het aantal mensen dat écht niks meer met het christendom heeft, dan kom je al gauw bij de Scandinavische landen terecht, ondanks hun oude staatskerken. Die zijn misschien nog wel nodig bij de doop, een huwelijk of een begrafenis, maar verdere verbondenheid is er vaak niet.
Ik heb er nooit onderzoek naar gedaan, maar misschien heeft deze secularisatie te maken met de late kerstening van deze landen. In mijn boek staat een fascinerende afbeelding van een masker van de god Odin, die in de dertiende eeuw nog werd aangebracht op een staaf in de houten staafkerk van Hegge in Noorwegen.
Het waren ook de eerste landen die protestants werden. In het protestantisme staan de vrijheid van het individu en van het geweten op een voetstuk: je kunt zelf bepalen wat je wel of niet van de traditie overneemt. Dat kan zich, mede door de toegenomen welvaart en individualisering, uiteindelijk ook tegen de kerk keren.”
De toekomst van het christendom in Europa is die van een „marginale religie”, stelt u. Dat klinkt somber.
„Als je puur naar de cijfers kijkt, dan ziet die toekomst er echt dramatisch uit. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. De grote protestantse kerken lopen heel snel leeg. En ze vergrijzen. In veel lutherse gemeenten in Nederland is 70 procent van de leden ouder dan 60 jaar. Dat betekent dat er over één generatie nauwelijks nog een kerk is.
Veel reformatorische kerken zitten nog vol. Je kunt dat op een geestelijke manier verklaren, maar het heeft ook te maken met de hechtheid van de gemeenschap en de relatief hoge geboortecijfers. Het is de vraag hoe deze kerken er over een of twee generaties uitzien.
De enige kerken die soms nog groeien, zijn evangelische gemeenten. Toch komt 80 procent van de leden uit de traditionele kerken. Kunnen zij die op termijn vasthouden?
„Als je puur naar de cijfers kijkt, dan ziet de toekomst van de kerk er echt dramatisch uit” - Hendrie van Maanen, theoloog
Wat dat betreft, ben ik somber over de toekomst. Vooral omdat traditionele christelijke waarden op de helling gaan. De meeste mensen vinden zelfontplooiing en zelfverwerkelijking het belangrijkst, terwijl dat een jaar of vijftig geleden solidariteit, loyaliteit en trouw waren. Het individu staat nu centraal. Dat hoeft niet erg te zijn, als de gemeenschap maar niet uit het oog wordt verloren. En dat dreigt wel te gebeuren.
Als de kennis van het christendom verdwijnt, dan gebeurt dat misschien ook met de acceptatie ervan. Waarom hebben kerken een uitzonderingspositie? Waarom is er nog bijzonder onderwijs?
Menselijke waardigheid, het omzien naar elkaar, solidariteit, democratie, vrijheid van meningsuiting: dat zijn heel fundamentele waarden van onze westerse samenleving. Die zijn gebouwd op christelijke fundamenten. Die moeten we koesteren en bewaren.”
Als u nog een 54e hoofdstuk zou moeten schrijven, over de toekomst van de kerk in Europa, hoe zou dat er dan uitzien?
„Het christendom moet een voedingsbodem hebben en daarom geworteld zijn in de lokale gemeenschap, met oog voor de medemens. Bij dat hoofdstuk zou ik dus een afbeelding plaatsen van een gemeenschappelijke maaltijd van christenen en hun buren, met een dakloze misschien.
„De eeuwen door is er een enorme rijkdom aan christelijke teksten, liederen en rituelen opgebouwd” - Hendrie van Maanen, theoloog
Er zullen kleinere gemeenschappen van christenen zijn. Daarbij hoop ik dat de band met de traditie blijft bestaan. Ik heb in mijn boek willen laten zien dat er de eeuwen door een enorme rijkdom aan teksten, liederen en rituelen is opgebouwd, of die nu uit de rooms-katholieke, orthodoxe of reformatorische traditie komen. Daar kunnen we ons aan blijven laven.”
Europa en de Weg. Europees christendom in meer dan vijftig beelden en verhalen, Hendrie van Maanen, uitg. Plateau; 288 blz.; € 29,99