Ds. Weststrate móést aan Elisabeths graf spreken over „Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen”
Wekelijkse blik op de kerkelijke bladen, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
„November 2022 hield ik een meditatie over „Ik ben het Licht der wereld.” Ik heb toen geschetst hoe we van nature in de duisternis leven omdat we gevallen zijn en er maar Eén is Die ons vanuit die duisternis kan brengen tot Zijn wonderbaar licht. Na afloop kwam er een oude vrouw naar me toe en zei: „Kan het ook voor mij nog? Ik ben zo zwart en heb zoveel zonden gedaan. Zou er voor mij nog genade mogelijk zijn?” Dat trof me, ik zag de nood in haar ogen. Daarop heb ik met haar het Schriftgedeelte nog eens doorgenomen en een gebed gedaan.
Ik denk ook aan Elisabeth, de vrouw met wie het allemaal begon. De laatste keer dat ik haar sprak, vroeg ze aan me: „Is het geloof slechts buigen onder de Heere en vertrouwen op de Heere?” Daarmee had ze de kern correct weergegeven.
Kort daarna is ze overleden: gestikt door de astma. Ik heb haar ook mogen begraven. Als ik ooit een begrafenis geleid heb waarbij ik wist dat de overledene een beter lot bereid was, was het bij die gelegenheid. Eerst had ik in het sterfhuis gesproken over Tabitha. Onderweg naar de begraafplaats dacht ik: waar moet ik straks over spreken? Toen kwamen deze woorden uit Jesaja 40 voor de aandacht: „Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds.” Voor die mensen waren dat begrijpelijke termen. Op het graf sloeg ik Jesaja 40 op, om het gedeelte te lezen, maar de bladzijde was voor mij ineens helemaal zwart – ik dacht dat het kwam vanwege mijn oogprobleem. Toen ik in vertwijfeling tot de Heere riep, leek het alsof Hij op hetzelfde moment letterlijk het licht liet schijnen op het elfde vers: „Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen” en tegen me zei: „Daar moet je over spreken.” Ik had daar nog nooit over gesproken en wist eerst niet hoe het moest. Toen ik me aan de Heere overgaf, mocht ik spreken. Zelfs een uur lang. Ik vergat alles om me heen en was werkelijk boven het stof. Ik mocht zo helder zien waar Elisabeth was en had zo’n verlangen met haar bij de Heere te zijn. Ik kon niet ophouden, omdat ik dan de zoetigheid van dat moment weer kwijt zou raken. Het Woord legde ook beslag. De honderden aanwezigen hebben ademloos geluisterd en dat in de brandende zon. Ik mocht daar zo de nabijheid van de Heere ervaren, maar toen ik naar huis reed, dacht ik: is het niet allemaal fantasie geweest? Daardoor kwam ik in een onzegbare diepte terecht. Thuisgekomen zaten er drie berichten in de mailbox die afkomstig waren van mensen die elkaar niet kenden. Alle drie schreven ze dat ze in gedachten bezig waren met een voor hen onbekend persoon die overleden was en bepaald werden bij de tekst: „Ik zal de lammeren in Zijn armen vergaderen.” Wat gaf dat verwondering!”
Ds. J.A. Weststrate, predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, wordt in Om Sions Wil geïnterviewd over het werk van de door hem opgerichte Stichting Bethlehem in Zuid-Afrika.