Kerk & religieEenwording DGK en NGK
Fijn, straks telt Nederland één kerkverband minder

Eindelijk gaat het er dan van komen: twee splinterkerken, De Gereformeerde Kerken (DGK) en de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN), worden in oktober één. Tot vreugde van veel kerkleden, die hun kinderen niet zelden naar het reformatorisch onderwijs sturen. Waarom bleven die twee kerkjes zo lang gescheiden? De verschillen zijn toch minimaal?

4 April 2024 08:19Gewijzigd op 5 April 2024 08:37
Gezamenlijke vergadering van de synodes van DGK en GKN, op 16 maart 2024 in Harderwijk. beeld Johan de Leeuw
Gezamenlijke vergadering van de synodes van DGK en GKN, op 16 maart 2024 in Harderwijk. beeld Johan de Leeuw

Het gaat er bloedserieus aan toe deze zaterdagmorgen, 4 november 2023. Het kerkgenootschap van de GKN mag dan piepklein zijn en landelijk niet veel meer dan zo’n 1600 leden tellen, op de generale synode gaat alles –geheel volgens gereformeerde traditie– stipt volgens de regels.

Om uit de zestien afgevaardigden, afkomstig uit de classis Noord en de classis Zuid, een heus moderamen te kiezen, gaan gele stembriefjes rond. Staken in de eerste ronde de stemmen? Dan volgt in de Bethelkerk in Harderwijk, zoals dat hoort, een tweede stemmingsronde. Die wijst uit dat niet de nogal precieze dr. A. Bas, maar de altijd ontspannen ogende ds. J.R. Visser tot preses is gekozen. Ziezo, dat is weer netjes geregeld.

Stiptheid

Kerkordelijke stiptheid gaat in de GKN, een kerkverband dat in 2009 ontstond en dat zijn wortels heeft in de voormalige Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV), hand in hand met vasthoudendheid in leer en leven. Een groot contrast met moederkerk GKV. Die raakte eind vorige eeuw steeds meer op drift. De veranderingen in ”artikel 31” kregen nog een extra impuls bij de hereniging met de Nederlands Gereformeerde Kerken, op 1 mei 2023.

Evangelicalisering, liturgische vernieuwingen, ruimte voor vrouwen in het ambt en voor samenwonende homo’s aan het avondmaal: al deze ontwikkelingen zetten zich in de vorig jaar gevormde Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) versneld en onstuitbaar door. Straks ook kinderen aan het avondmaal? En homorelaties inzegenen?

De minikerk GKN raken die ontwikkelingen in zekere zin niet meer. Haar omvang is slechts ruim 1 procent van de nieuwgevormde NGK, die zo’n 135.000 leden tellen. Maar in die beperkte grootte slaagt deze neocalvinistische splinter er wel in om in het oude gereformeerde spoor te blijven. Inmiddels al zo’n vijftien jaar. Waarbij zij voorzichtig eenheid zoekt met andere behoudende gereformeerde belijders.

Dat laatste is ook het voornaamste agendapunt op de vergadering in november, in de Harderwijkse Bethelkerk. Alles staat deze zaterdagmorgen in het teken van het toenadering zoeken tot het oudere broertje van de GKN: het eveneens zeer kleine kerkgenootschap (landelijk ook zo’n 1600 leden) van de DGK.

De DGK? Jawel, voluit De Gereformeerde Kerken (hersteld) genaamd. Zij waren, na de bekende kerkscheuring van 1967, in 2003 de eerste die de GKV verlieten. De groep onder leiding van de bekende dr. P. van Gurp trok het niet meer dat hij zijn oude kerkverband in liturgisch, kerkrechtelijk en theologisch opzicht zo sterk en zo snel van karakter zag veranderen. Dat de zondag de zondag niet meer was, dat tweede diensten werden afgeschaft, dat in de eredienst allerlei liederen gezongen konden worden, enzovoort.  De groep stichtte een nieuw kerkgenootschap.

Beroeringen

Helaas kwamen er vanaf 2006 in dit minikerkverband hier en daar ruzies en problemen. Zo ontstond er een breuk in de gemeente van Zwijndrecht, later ook in die van Zwolle, en splitste in 2011 de gemeente van Dalfsen in tweeën. Speelde bij dit alles een rol dat onder degenen die de GKV verlaten hadden nogal wat ‘scherpslijpers’ zaten, mensen die graag overal de liniaal langs leggen? Hoe dit ook zij, door al deze plaatselijke beroeringen werd in 2009 het jongere broertje van de DGK geboren: de GKN.

Inmiddels leven beide kerkverbanden, die voor buitenstaanders als twee druppels water op elkaar lijken, nu alweer vijftien jaar gescheiden. Een periode waarin de jongste telg de oudste van lieverlee iets boven het hoofd groeide. Want vrijgemaakt gereformeerden die vanaf 2009 uit onvrede over de verwaterde koers van de GKV hun kerk verlieten –dan hier weer een groepje, dan daar een gezin– kozen veel vaker voor de GKN dan voor de DGK. Wat ook gold voor predikanten, vaak emeriti, die de kerk van wijlen prof. Klaas Schilder de rug toekeerden. Zodoende telt de GKN op achttien gemeenten momenteel maar liefst veertien predikanten (onder wie zeven emeriti), en worden de tien DGK-gemeenten gediend door tien voorgangers (onder wie vijf emeriti).

beeld RD

Ware kerken

Maar hun gescheidenheid is (bijna) geschiedenis. Want erkenden in november vorig jaar de GKN de DGK als „ware kerken van Christus”, al snel daarna deden de DGK hetzelfde richting de GKN. Wat nu nog rest is de praktische vormgeving van de hereniging. Op 5 oktober dit jaar zullen beiden kerken, zo spraken zij op 16 maart af, een gezamenlijke synode houden. Op dat moment wordt de daadwerkelijke eenwording een feit. Dan worden deputaatschappen, classes en kerkorde van beide kerken geïntegreerd. Want ja, ook al die technische operaties worden door de voormalige vrijgemaakten uiterst zorgvuldig en doordacht uitgevoerd.

Terugblikkend op de achterliggende decennia prangt de vraag waarom de gescheidenheid van deze twee kerkverbanden, waarbij buitenstaanders een loep nodig hebben om de verschillen te zien, zo lang heeft moeten duren. Wie daarover bij betrokkenen navraag doet, krijgt een tweeledig antwoord. Eén: het geruzie van de jaren 2006-2009 lag lange tijd nog te vers in het geheugen. Er waren tijd, gesprekken en verzoeningscommissies nodig om de weg te effenen tot hereniging. Twee: kleine verschillen in cultuur en opvattingen stonden eenwording in de weg. Welke? In de GKN mogen vrouwen op ledenvergaderingen meestemmen; in de DGK niet. En in een deel van de GKN-gemeenten zingt men naast de psalmen ook 36 welomschreven klassieke gezangen, zoals ”De Heer is mijn Herder”, ”Christus, onze Heer, verrees” en ”Zegen ons Algoede”.

Palet

Voor een deel zijn die verschillen eenvoudig te verklaren vanuit de geschiedenis. Ga maar na: de groep die het eerst uit de GKV vertrok, zijn de ‘strengsten’ en gevoeligsten. Zij waren het immers die het eerst en radicaalst aansloegen op de beginnende veranderingen in hun oude kerk. De groep die een jaar of tien langer in de GKV bleef, was blijkbaar net iets toleranter. En kreeg door dat langere blijven zelf meer mee van de vernieuwingen.  Zij die het langst in de GKV bleven plakken, zoals de gemeenten van Urk, Capelle-Noord en Vroomshoop (die pas op het allerlaatste moment, op 1 mei 2023, afhaakten), zijn daarmee ook automatisch de modernste.

Op deze wijze ontstond binnen de smalstroom van bezwaarde en uitgeweken ex-vrijgemaakten een palet van kleine en soms iets grotere kleurverschillen. Zo gebruiken enkele kerken in de GKN-gemeenten modernere formulieren voor huwelijkssluiting en belijdenis doen. En hanteert men in de gkv van Capelle aan den IJssel-Noord de NBV21, terwijl men in de DGK met elkaar heeft afgesproken altijd uit de HSV te lezen en te spreken. Aardig detail: gaat DGK-predikant ds. C. Koster in Capelle aan den IJssel voor, dan gebruikt hij ook daar de HSV. Omgekeerd worden predikanten uit Capelle of Urk niet op DGK-kansels uitgenodigd.

Aantrekkingskracht

Goed beschouwd blijft ook het nieuwe kerkgenootschap na de eenwording op 5 oktober nog altijd klein. Het telt dan, verspreid over het land in een veelheid van veelal kleine gemeenten, zo’n 3000 leden. Had die omvang niet groter kunnen zijn? Jazeker, denken veel betrokkenen. Want hadden DGK en GKN vijftien jaar geleden niet zo geruzied en zouden zij daarna niet zo lang ieder huns weegs zijn gegaan, dan was hun aantrekkingskracht op verontruste vrijgemaakten de achterliggende jaren ongetwijfeld groter geweest.

Het is immers best veelzeggend dat de groep bezorgde GKV’ers die zich in de aanloop naar 1 mei 2023 verenigden in de zogeheten Kerngroep bezinning GKV, zijn achterban niet onbekommerd en eenduidig adviseerde zich dan nu maar bij de DGK of de GKN aan te sluiten. En dat deze groep, naast de twee genoemde kerken, toch nog twee nieuwe zogeheten preekplaatsen startte, te weten in Vollenhove en in Drachten .

Zoals het ook opviel dat de gkv’s in Urk, Capelle-Noord en Vroomshoop die op 1 mei 2023 niet meegingen naar de kersverse NGK, besloten voorlopig op zichzelf te blijven staan. Ook nu maken zij nog altijd geen aanstalten zich bij het nieuw te vormen kerkverband van DGK en de GKN aan te sluiten. Staan Urk en Capelle nog altijd op zichzelf (al werken de twee onderling wel nauw samen), Vroomshoop is inmiddels toegelaten tot de Christelijke Gereformeerde Kerken. De hersteld gereformeerde kerk van Bunschoten-Spakenburg daarentegen, die in 2020 losraakte van de GKV, wil in juni aansluiting zoeken bij de DGK, en via die route dus ook bij het nieuwe kerkverband.

Toekomst

Heeft zo’n klein kerkverband, waarvan de naam nog onbekend is, toekomst? Daar lijkt het wel degelijk op. Sceptici mogen dan –niet geheel ten onrechte– stellen dat het kerkvolk in dit kerkgenootschap sterk vergrijsd is, toch zijn er wel degelijk ook jonge gezinnen lid van.  Het mag dan zo zijn dat het merendeel van de predikanten, vooral in de GKN, emeriti betreft die in de achterliggende tien jaar druppelsgewijs vanuit de GKV overkwamen, er zijn wel degelijk ook jonge predikanten. Ook zijn er organisaties voor de jeugd en hebben DGK en GKN elk een eigen predikantsopleiding, die natuurlijk geïntegreerd gaan worden.

Nee, een complete, uitgebouwde en van alle gemakken voorziene zuil, zoals voorheen de vrijgemaakt gereformeerde was, komt er niet meer. Die tijd is voorbij. Zij die in zekere zin de oude GKV voortzetten, zijn te klein in getal om eigen scholen te stichten of om een eigen dagblad van de grond te tillen. En misschien hoeft dat ook helemaal niet. Veel jonge gezinnen uit DGK en GKN sturen hun kinderen naar het reformatorisch onderwijs. En wie aan belangstellende bezoekers van synodes, zoals die in november 2023, vraagt welke krant zij lezen, krijgt meestal als antwoord: „Het Reformatorisch Dagblad.”

Refo’s

Sowieso is het nieuw te vormen kerkverband geen voortgezette artikel 31-kerk. Ook theologisch niet. Natuurlijk, men put met dankbaarheid uit de eigen neocalvinistische traditie, maar tegelijk geldt dat men door nadrukkelijk afstand te nemen van de oude GKV (en van de nieuwe NGK) in het kerkelijke landschap bijna automatisch dichter bij de refozuil is komen te staan. Hadden vroegere vrijgemaakten nogal een afkeer van bevindelijke preken, die al snel als „dopers” werden bestempeld, in de gkv van Urk en Capelle-Noord gaan nu regelmatig bevindelijke predikanten voor, zoals CGK’er ds. H. Polinder en HHK’er dr. G.A. van den Brink.

En verbondsautomatisme –vanouds hét verwijt van reformatorische kerken aan de GKV– probeert men tegenwoordig ook in DGK-kring te vermijden. Ds. C. Koster, die toen hij nog in de dgk van Lansingerland stond weleens met genoegen luisterde naar een preek van GG-predikant ds. H. Brons (Moerkapelle), schreef het vorig jaar nog in een meditatie: „Ook een verbondskind moet opnieuw geboren worden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer