De NAVO-landen zijn woensdag overeengekomen verder te gaan met het uitwerken van plannen voor militaire steun op de lange termijn voor Oekraïne. De NAVO zou daarbij een grotere coördinerende rol moeten krijgen, zei NAVO-chef Jens Stoltenberg.
De ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-lidstaten hebben gesproken over een „robuust raamwerk” voor steun aan Oekraïne op de lange termijn. „We moeten de dynamiek van onze steun veranderen” zei Stoltenberg, die wil aansturen op „minder hulpaanbod voor de korte termijn en meer op meerjarige toezeggingen”.
Er is nog geen besluit genomen over hoe dat er precies uit moet komen te zien. De ministers bespraken onder meer een voorstel voor een fonds van 100 miljard euro om Kyiv de komende vijf jaar te steunen. Ook zou de alliantie een directere rol moeten krijgen bij het coördineren van de levering van wapens, munitie en uitrusting aan Oekraïne in de strijd tegen Rusland.
Vanuit Hongarije klinkt kritiek op de rol van de NAVO. De minister van Buitenlandse Zaken Péter Szijjártó zei dat het land „geen voorstellen van de NAVO zal steunen die het bondgenootschap dichter bij een oorlog zouden brengen”. Stoltenberg zei daarover er zeker van te zijn de Hongaarse zorgen de komende week te kunnen wegnemen. „Wat we bespreken is niet de aanwezigheid van NAVO-troepen in Oekraïne. We bespreken hoe we steun van buiten Oekraïne aan Oekraïne kunnen coördineren en leveren.”