Getuigenis Soussana doet ergste vrezen voor andere gegijzelden
Berichten over seksueel misbruik van Israëlische gijzelaars door Hamasterroristen zijn al eerder verschenen. Maar het persoonlijk getuigenis van Amit Soussana brengt die praktijken opnieuw in al hun gruwelijkheid voor het voetlicht.
Acht uur lang sprak de Israëlische vrouw met journalisten van The New York Times. De Amerikaanse krant publiceerde haar verhaal afgelopen dinsdag. Met de nodige omzichtigheid en zonder al te expliciete beschrijvingen. Juist vanwege die soberheid is het relaas des te schokkender.
Soussana (40) werd op 7 oktober ontvoerd uit kibboets Kfar Aza. Beelden waarop te zien is dat ze zich met hand en tand tegen zeven terroristen verzet, gingen de hele wereld over. De advocate werd eind november vorig jaar vrijgelaten tijdens een kortdurende wapenstilstand tussen Israël en Hamas. In januari legde ze in haar verwoeste woonplaats al een korte verklaring af over haar gevangenschap. Een halfjaar na die zwarte zaterdag koos ze ervoor om haar gruwelijke ervaringen breder te delen.
De Israëlische vertelt hoe ze na aankomst in Gaza werd vastgebonden en met de kolf van een geweer geslagen. Daarna werd ze in een kinderkamer opgesloten. Met een ketting aan haar linkerenkel om te voorkomen dat ze zou ontsnappen. Haar vaste bewaker, die ze in het interview Mohammed noemt, betastte haar regelmatig en vroeg naar haar menstruatie.
Op 24 oktober maakte Mohammed de ketting los en gaf Soussana de opdracht zich te gaan wassen. Daarna zette hij een pistool op haar hoofd en dwong haar tot seksuele handelingen. Na afloop liet hij de Israëlische naakt in de kamer achter.
Het verhaal van Soussana vormt onderdeel van het bewijsmateriaal dat de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor seksueel geweld, Pramila Patten, in Israël verzamelde en in een rapport aan de Veiligheidsraad voorlegde.
„We hebben duidelijke en overtuigende informatie gevonden dat seksueel geweld, inclusief verkrachting, seksueel getinte marteling en wrede, onmenselijke en vernederende behandeling van gijzelaars heeft plaatsgevonden”, concludeerde Patten. „We hebben redelijke gronden om aan te nemen dat zulk geweld nog steeds wordt gebruikt tegen degenen die nog gevangenzitten.”
Hamas ontkent de beschuldigingen. „Voor ons is het menselijk lichaam, vooral dat van een vrouw, heilig”, verklaarde woordvoerder Basem Naim in een reactie op het verhaal van Soussana. Die woorden zijn genoegzaam gelogenstraft door de beelden van de aanslagen van 7 oktober. De gruwelijkheden die Palestijnse terroristen daar hebben begaan laten precies het tegenovergestelde zien van de absurde beweringen van Naim.
En het ergste is dat er nog steeds negentien vrouwen in handen van Hamas zijn – dood of levend. Het getuigenis van Soussana doet het ergste vrezen voor de manier waarop zij worden behandeld.
De Israëlische president Isaac Herzog verwoordde die zorg deze week op X: „Amit Soussana spreekt voor al degenen die niet kunnen spreken. Ze spreekt voor de slachtoffers van de verachtelijke seksuele misdaden van Hamas. Ze spreekt voor alle vrouwen – overal.”