Amerikaanse onvrede over Israël test voor relaties
Het was een pittig gesprek. Weliswaar tussen bondgenoten, maar ook tussen twee leiders die steeds moeilijker door één deur kunnen. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de Amerikaanse president Joe Biden spraken elkaar maandag telefonisch over de oorlog in Gaza. Jeruzalem en Washington zitten bepaald niet op één lijn.
De VS maken zich ernstig zorgen over de Israëlische plannen om Rafah aan te vallen. Israël beschouwt die zuidelijke stad als het laatste bolwerk van Hamas. Het offensief moet het voorlopige sluitstuk vormen in de pogingen de Palestijnse terreurbeweging militair en bestuurlijk uit te schakelen. Netanyahu heeft steeds benadrukt dat de oorlog in Gaza deels voor niets zal zijn als het leger nu met de operaties stopt.
De VS –en veel andere landen– voorzien een regelrechte humanitaire ramp als Israël de aanval opent. In Rafah en omgeving bevinden zich zo’n 1,5 miljoen Palestijnse ontheemden die daar een –relatief– veilig heenkomen hebben gezocht. Door die enorme concentratie mensen in een klein gebied is het risico op burgerslachtoffers aanzienlijk. Dat komt boven op de toch al penibele situatie waarin de bevolking verkeert.
Biden gaf Netanyahu dan ook te verstaan dat een aanval op Rafah een grote fout zou zijn. Hij benadrukte dat Amerika ervoor is om Hamas te verslaan, maar drukte de premier op het hart om met een betere strategie te komen. Hij waarschuwde de Israëlische leider zelfs om niet tot de aanval over te gaan zonder toestemming van Washington.
Dat laatste is een nogal forse inmenging in het beleid van Israël. De regering in Jeruzalem kan deze kritische signalen uit het Witte Huis echter niet zomaar negeren. De Joodse staat is bijzonder afhankelijk van Amerikaanse financiële en militaire steun. Die stond de afgelopen tijd toch al ter discussie. Vooral van Democratische politici, die voorwaarden willen verbinden aan de levering van nieuw oorlogstuig, zoals het uitbreiden van humanitaire hulp aan de Palestijnen en het sluiten van een wapenstilstand.
Biden moet daarom in eigen land op eieren lopen, zeker in aanloop naar de presidentsverkiezingen van november. Binnen zijn partij groeit de onvrede over de onvoorwaardelijke Amerikaanse steun aan Israël. Uit Republikeinse hoek krijgt hij juist kritiek dat hij Jeruzalem in de steek laat. Donald Trump verweet de president onlangs zelfs dat hij Israël heeft gedumpt en Netanyahu min of meer te verstaan heeft gegeven dat hij beter kan vertrekken.
Vooralsnog heeft Netanyahu ingestemd met het sturen van een team van deskundigen naar Washington om te praten over de Amerikaanse zorgen. De verwachting is dat de geplande aanval op Rafah in elk geval zal worden uitgesteld tot de delegatie weer terug in Israël is.
Als Israël daarna alsnog het offensief doorzet, zal dat een forse test voor de relaties tussen Jeruzalem en Washington betekenen. Het laatste telefoongesprek tussen Biden en Netanyahu is hierover vermoedelijk nog niet gevoerd.