Als Odessa onder vuur ligt moet Moldavië vrezen
Hoe zou het met mijn Moldavische vrienden zijn? Iedere keer als ik hoor over Russische beschietingen in de richting van Odessa, de Zuid-Oekraïense havenstad, komt die vraag bij me op. Deze week was het weer zover en werd de stad bestookt op een moment dat president Zelensky er was. Toen ik ervan hoorde, was ik weer even terug in Moldavië.
Het laatst was ik er afgelopen najaar, toen ik het oostelijk grensgebied bezocht. De reis ging van Rezina in het noorden tot Stefan Voda en Antonesti in het zuiden. Ook toen hoorde je over beschietingen van Odessa. In het zuiden zit je een kleine 60 kilometer van de stad vandaan. Zelfs in de Moldavische hoofdstad Chisinau is Odessa niet ver weg, ontdekte ik wandelend door het centrum. Want daar stond bij een kruising zowaar een verkeersbord met daarop ”Odessa, 184,8 kilometer”.
Iedere keer wanneer ik mijn gastheren vroeg of zij zich zorgen maakten over een Russische opmars reageerden ze laconiek. „De Russen krijgen Oekraïne niet eens veroverd, dus laat staan dat ze ons gaan bestoken”, was steevast het argument. Precies dat is nu veranderd, want de kansen van de Russen lijken (voor hen) ten goede gekeerd en het optimisme is aan Oekraïense zijde aanzienlijk getemperd. Een verdere opmars van Rusland richting Moldavië is niet langer denkbeeldig.
Ik leerde in Moldavië ook dat Russen zich al volop hebben ingegraven in Moldavië. „Staar je niet blind op onze oostgrens”, adviseerden onderzoeksjournalisten van WatchDog.mc in Chisinau. Ze doelden op pro-Russische mediamagnaten die via hun Moldavische tv-stations een doorgeefkanaal zijn van de Russische staatstelevisie, en zo de bevolking met anti-Europese propaganda vergiftigen.
Na het lezen van een stuk van de Russische onderzoeksjournalist Sergey Kanev neigde ik er in Chisinau ook steeds toe omhoog te kijken. Vooral bij het passeren van het gebouw van de Russische ambassade. Kanev sprak over ”rooftop spooks”, dakspoken, doelend op mannen die af en toe op het dak van dat gebouw klimmen om schotelantennes te plaatsen. Zodra een buitenlandse delegatie zijn opwachting in Chisinau maakt bijvoorbeeld en afluisteren de moeite loont.
Wat mij vooral verontrust, is de laksheid waarmee Chisinau pro-Russische groepen in Moldavië tegemoet treedt. In ”Walking the tightrope towards the EU, Moldova’s vulnerabilies amid war in Ukraine” (Clingendael-rapport 2022) maken Bob Deen en Wouter Zweers daar melding van in verband met twee Moldavische achilleshielen: Transnistrië en de autonome regio Gagauzië in het zuiden. Over die laatste gaat het hier. Etnisch zijn de Gagauziërs Turken; qua taal, cultuur, economie en oriëntatie zijn ze Russisch.
Dat is de reden waarom Chisinau hen negeert („toch niets aan te verdienen”). Maar het gevolg is: groeiende onvrede onder Gagauziërs. Wat gebeurt er, vragen Deen en Zweers, als Russische troepen de Odessa-oblast (provincie) bezetten? Waardoor Gagauzië dicht bij deze troepenmacht komt te liggen? Dan is het maar de vraag of Gagauziërs trouw blijven aan Moldavië. U begrijpt dat naarmate Odessa vaker in het nieuws is die eerste vraag bij mij opspeelt: Hoe is het met mijn Moldavische vrienden?