Voormalig atheïste bemoedigt christenen in Centraal-Azië: „Fluisterend samenkomen na middernacht”
Ze groeide op in Rusland en was een atheïst, maar nadat Anneta de Heere Jezus leerde kennen, beloofde ze God te dienen. Dat heeft ze gedaan en doet ze nog steeds. Ze reist naar gesloten landen in Centraal-Azië om christenen te bemoedigen en te onderwijzen. Zaterdag spreekt ze op de landelijke GZB-dag.
De jaarlijkse zendingsdag in Barneveld staat deze keer in het teken van Centraal-Azië. Anneta is een van de sprekers. De andere zijn David en Olive (vanwege de veiligheid niet hun echte namen). Anneta is al een paar dagen in Nederland. Op een gastadres in Putten vertelt ze op een mooie zonnige middag, gepassioneerd en nauwelijks te stoppen, haar verhaal, in het Engels.
Anneta (1960) groeide op in Rusland, waar ze ook haar man leerde kennen. De overtuigde atheïste kwam na een universitaire studie in de wetenschap terecht. In 1991, in de tijd van de perestrojka, verhuisde ze met haar gezin naar Japan. „Met mijn verstand was ik atheïst, maar ik had een spirituele honger”, vertelt ze. „Er zat een gat in mijn hart.”
Bijbel
Vanwege haar Europese uiterlijk kwam ze in contact met Europeanen. Door die ontmoetingen stuurde het echtpaar zijn kinderen naar een kostschool van de zendingsorganisatie OMF. „De zendingswerkers baden voor ons, maar ik dacht niet aan Jezus, ik was atheïst. Op een keer zag ik Jezus, net zo werkelijk als ik andere mensen zie. Hij gaf licht in de duisternis.”
Dat moment maakte een onuitwisbare indruk op haar en ze begon de Bijbel te lezen. „Ik las over Jezus en voelde liefde tot Hem, maar toen ik bij Zijn opstanding gekomen was, kon ik niet geloven dat het waar was. Ik had altijd geleerd dat er niets meer is na de dood en als een echte atheïst was ik niet bang. Ik ‘wist’ dat er na de dood niets was. Mijn hart was echter leeg en ik knielde. Ik beloofde de Heere mijn hele leven te dienen als Hij me geloof zou geven. Dat heeft hij gedaan, in 1992. Ik was wedergeboren, was vol van de Geest en las soms wel acht uur per dag in de Bijbel.”
Gedoopt
Haar man aanvaardde ook het christelijk geloof. Beiden werden gedoopt in een kerk die geleid werd door OMF. Daarna gingen ze eerst terug naar Rusland, waar ze in een huisgemeente in Vladivostok terechtkwamen en al gauw leiderstaken op zich namen.
Het gezin verhuisde naar Nieuw-Zeeland. Op zoek naar meer kennis van het christelijk geloof kwam Anneta terecht bij Theological Education bij Extension (TEE), een methode met een internationaal programma. Mensen die niet in staat zijn om op een andere manier meer over het christelijk geloof te leren, worden door middel van praktische en laagdrempelige Bijbelcursussen toegerust, waarbij de deelnemers elkaar regelmatig ontmoeten.
Anneta vindt onderwijs waardevol. „Ik had zelf geen kennis van de christelijke beginselen voor ik tot geloof kwam. Training daarin is belangrijk.” Ze was eerst in touw voor TEE in Rusland en werd later gevraagd om het TEE-werk in Centraal-Azië op te zetten. Haar gezin steunde haar bij die beslissing. Nu reist ze drie tot vier maanden per jaar door Centraal-Azië om christenen toe te rusten. Haar werk bestaat onder andere uit het opzetten van nationale TEE-teams in diverse landen en het organiseren van conferenties.
Zware vervolging
Het is niet zonder gevaar wat ze doet, erkent ze. „In Centraal-Azië is zware vervolging. Het is altijd weer een uitdaging om bij de grens door de immigratiedienst te komen.” Eenmaal in het land dreigt er ook dikwijls gevaar. Ze vertelt over een bijeenkomst in een dorp waar ze wachtposten hadden uitgezet om hen zo nodig te waarschuwen, en over een samenkomst die, na middernacht, al fluisterend gehouden werd. „Het is een crazy life, maar ik kan niet anders”, zegt ze.
Het werk wordt gezegend, merkt Anneta. „In tien jaar tijd hebben duizenden studenten in Centraal-Azië de programma’s van TEE gevolgd. De christelijke kerk is er niet groot, maar ze groeit. Als er mogelijkheden zijn, spreken christenen in hun omgeving over Jezus. Mensen ervaren God door dromen en wonderen.”
Onderduikadres
Het gaat om moslimlanden, waar vooral de familie christenen tegenwerkt. Anneta vertelt van een jongeman van ongeveer 18 jaar die geslagen werd door zijn vader omdat hij christen was geworden. „Toen ik hem sprak, was hij op een onderduikadres. Hij wilde christen blijven, maar hij wilde ook terug naar zijn familie. Ik weet niet hoe het nu met hem gaat.”
Anneta noemt ook een jonge vrouw die christen werd en door haar familie verstoten werd. „Men bracht haar naar een plein waar de dorpelingen samenkwamen. Haar familie zei dat ze slechter was dan een prostituee en men knipte haar haar af. Ze zeiden: „Als je niet stopt met Jezus, dan doden we je. Daarop rende de vrouw weg. Ze kreeg onderdak bij christenen. Ze ging daarna van het ene onderduikadres naar het andere uit angst voor haar familie, maar ze is standvastig gebleven.”
Aan het einde van het gesprek zegt Anneta dat ze door God gebruikt is om Gods werk te doen. „ Er zijn zo veel wonderen gebeurd en ze gebeuren nog steeds.”