Het eenmalige bedrag van 120 miljoen euro dat de Tweede Kamer vorig jaar voor de NS vrijmaakte, moet jaarlijks terugkeren. Dat is de wens van NS-topman Wouter Koolmees, zei hij dinsdag in een hoorzitting. Koolmees werd samen met vertegenwoordigers van spoorbeheerder Prorail en reizigersorganisatie Rover naar de Kamer geroepen toen bleek dat kaartjes volgend jaar mogelijk 10 procent duurder worden.
Het kabinet maakte de 120 miljoen euro vrij om te voorkomen dat treinkaartjes dit jaar duurder worden. Regionale vervoerders kregen om dezelfde reden 300 miljoen euro, maar dat bedrag komt wel jaarlijks terug. Koolmees is „verbaasd” door dat verschil, zei hij. „Ik wil graag in overleg met de politiek kijken of we daar iets aan kunnen doen.”
De Kamer was minder toeschietelijk dan Koolmees leek te hopen. Meerdere parlementariërs vroegen de NS-directeur of hij zelf niet meer kon doen om kosten te besparen, bijvoorbeeld door buitenlandse activiteiten af te stoten of af te zien van investeringen in nieuwe treinen. „Penny wise, pound foolish”, reageerde Koolmees op dat laatste idee.
Hidde Heutink (PVV) wilde garanties dat structureel geld ook betekent dat treinen op tijd komen, en dat reizigers kunnen zitten. Die kon Koolmees niet geven. „U kunt de garantie krijgen dat wij ons stinkende best doen om het beter te doen, maar de realiteit de komende jaren is dat veel situaties buiten onze invloedssfeer liggen die niet zomaar opgelost zijn.”
Koolmees noemde onder meer tekorten aan monteurs en materieel als redenen voor tegenvallende prestaties. „Met name na de zomer zijn we een beetje door het ijs gezakt”, zei hij. In het hele jaar was gemiddeld meer dan een op de tien treinen minstens vijf minuten te laat.
Donderdag praat de Tweede Kamer verder over het spoor. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop pleit in dat debat voor blijvend geld voor de NS, maakte hij dinsdag duidelijk.