Groen & duurzaamheidnatuur

De mus is dus echt niet zomaar een vogeltje

De Vogelbescherming heeft 2024 uitgeroepen tot het Jaar van de Huismus. Alhoewel er van deze soort nog steeds veel rondvliegen, is hun aantal de afgelopen decennia gehalveerd – vooral in de steden hebben ze het moeilijk. De mus lijkt een dertien-in-een-dozijnvogeltje, maar er is genoeg bijzonders over te vermelden.

Zacharias Klaasse
27 February 2024 14:33Gewijzigd op 3 May 2024 13:34
beeld iStock
beeld iStock

Vliegen is een hele kunst. Alle onderdelen in het vogellijfje zijn zo ontworpen dat het van de grond kan komen. De botten zijn hol, bijvoorbeeld. Daardoor wegen vogels niet veel. Met massieve botten komt er geen vogel de lucht in.

De botten van een albatros wegen samen slechts 120 tot 150 gram, hoewel het een flinke vogel is met een vleugelspanwijdte van 3 meter. Zijn veren wegen zelfs meer dan zijn geraamte.

Ook de schedel van de mus is uitzonderlijk licht. Lichter zelfs dan zijn beide ogen samen.

De afwezigheid van een blaas maakt een vogel ook een stuk lichter. Nadeel voor de mens is soms wel dat de gevleugelde dieren tijdens het vliegen hun behoefte doen.

Waarom leggen vogels eieren? Daar had de Schepper een eenvoudige reden voor: een zwangere moedervogel zou niet in staat zijn om op te stijgen. Binnen 24 uur legt de mus haar legsel, zodat ze weer mobiel is voor de tijd van verwachting die volgt.

De sperwer is de grootste vijand van de mus, maar ook kraaien, eksters en katten vormen een gevaar. Daarom moet de mus in staat zijn om binnen een fractie van een seconde weg te vliegen. Om die prestatie te kunnen leveren, loopt het hartritme razendsnel op van 460 keer per minuut tot wel 760 keer per minuut. Dat is bijna dertien keer per seconde!

Met zijn goede ogen kan de mus naderend gevaar goed aan zien komen. Het zicht van mussen is meer dan zeven keer scherper dan dat van mensen.

Behalve roofdieren is ook de mens een vijand. In China besloot Mao Zedong om 1958 als het Jaar van de Mus uit te roepen. Het doel? De vogeltjes verjagen en verdelgen, om zodoende de rijst- en gierstoogst te sparen. Mussen pikken namelijk graag een graantje mee.

Na een jaar bleek deze actie erg succesvol; de oogst was flink toegenomen. De hongersnood die erop volgde is waarschijnlijk grotendeels te wijten aan de sprinkhanen die door het gebrek aan natuurlijke vijanden de hele oogst opvraten. Mussen eten namelijk niet alleen rijst en zaden, maar ook eiwitrijke insecten, zoals meikevers, vliegende mieren, bladluizen en kleine sprinkhanen. Door dit eiwitrijke voedsel hebben ze maar een heel korte darm nodig, wat ook weer goed is voor het totaalgewicht.

Je kunt rustig zeggen dat niets in de schepping gewoon is. Dus zou er moeiteloos meer te noemen zijn over de ‘simpele’ mus. Zo is het broeden voor de moeder geen saaie, monotone bezigheid die twaalf dagen duurt, maar een complexe en drukke baan. En dat mussen –net als alle vogels– zittend kunnen slapen zonder van het dak te vallen is te danken aan een vernuftige constructie van pezen, haakjes en knobbeltjes. Zo valt er geen musje op de aarde zonder de wil van zijn Schepper (Mattheüs 10:29).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer