Waarom je Eritreeërs na de rellen niet zomaar het land uit kunt zetten
Eritreeërs hielden zaterdag huis in Den Haag. De reacties van politici waren fel. „Oppakken en uitzetten”, zo reageerde PVV-leider Geert Wilders. Kan dat laatste überhaupt wel?
„Naïef”, vindt Eritrea-deskundige prof. dr. Mirjam van Reisen de houding van de lokale autoriteiten in Den Haag. Er had volgens haar een lampje moeten gaan branden toen er een Eritrese bijeenkomst werd georganiseerd. „Het festival veroorzaakte elders en in het verleden veel vaker grote problemen. Het verbaast mij dat de ongeregeldheden op deze schaal hebben kunnen gebeuren.”
De hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg snapt dat politici geschokt en ongerust reageerden na de rellen. Toch vindt ze dat er te snel grote woorden worden gebruikt. Volgens haar gaan die voorbij aan de context. „Als je te snel met conclusies komt, span je het paard achter de wagen. Ik vraag me af of politici die reageren wel weten welk probleem er speelt.”
Het festival komt namelijk waarschijnlijk uit de koker van het Eritrese regime, dat haar bevolking onder controle probeert te houden, stelt Van Reisen. Isaias Afewerki regeert sinds de onafhankelijkheid van Eritrea in 1991 het land als een dictator. De economie draait belabberd en mensenrechtenschendingen zijn aan de orde van de dag. Het Oost-Afrikaanse land heeft een strikte dienstplicht, vaak voor onbepaalde tijd. Juist die dienstplicht doet veel Eritreeërs besluiten met gevaar voor eigen leven het land te ontvluchten. Al tientallen jaren komen er vluchtelingen uit Eritrea aan in Nederland. De laatste jaren zijn het er wat minder. Niet omdat de omstandigheden zijn verbeterd, maar omdat Europa haar grenzen strenger bewaakt.
Het regime laat zijn autoriteit gelden buiten de eigen landsgrenzen, weet Van Reisen. „Het dictatoriale bewind bedreigt en intimideert tegenstanders. Ook in Nederland probeert ze hen de mond te snoeren. De festivals zijn onderdeel van die methode.”
De bijeenkomsten van het regime schieten tegenstanders van het regime in het verkeerde keelgat. Jonge Eritreeërs verenigden zich wereldwijd in de organisatie Brigade Nhamedu. De naam van de club duidt erop dat leden tot de laatste snik voor de Eritrese zaak zullen strijden. Ze verstoren de feestjes die volgens hen vol overheidspropaganda zitten.
Toch houdt Van Reisen het voor mogelijk dat de rellen als wapen zijn ingezet door de Eritrese regering. „Dat is een zeer denkbaar scenario. Een motief zou zijn: het in een kwaad daglicht stellen van vluchtelingen. Dan ontstaat er een discussie over de legitimiteit van hun aanwezigheid in het betreffende land. Zo houden ze beter grip op hun landgenoten.”
Volgens Van Reisen zijn er goede aanwijzingen dat Eritreeërs die het regime steunen actief naar Nederland gestuurd zijn om te infiltreren. „Je zou ze spionnen kunnen noemen. Dat betekent dat er vluchtelingen zijn die op oneigenlijke gronden een status hebben gekregen, al gaat dat niet om grote aantallen.”
Deze buitenstatelijke inmenging is volgens Van Reisen zeer onwenselijk. „Dat heeft een ondermijnend effect op de rechtsstaat en de democratie.” Ze onderschrijft dan ook de roep van de Tweede Kamer om een onderzoek naar Brigade Nhamedu en de lange arm van Eritrea.
Oorlogsmisdaden
Uitzetten van de rellende Eritreeërs gaat niet zomaar, stelt Lynn Hillary, universitair docent migratierecht aan de Universiteit van Amsterdam. Want in veel gevallen gaat het om Eritreeërs die al jaren een verblijfsvergunning hebben. Hetzelfde geldt voor mensen die in een asielprocedure zitten. Nederland is gebonden aan internationale en Europese wetten en afspraken rond migratie. Hillary: „Uitzetten kan alleen als je het erg bont maakt of hebt gemaakt. Dus onder een paar speciale voorwaarden. Om het cru te zeggen: je slecht gedragen is daar niet eentje van. Wanneer het wel kan? Bijvoorbeeld als iemand oorlogsmisdaden heeft gepleegd.”
Als migranten nog niet in het bezit zijn van een status én niet in een asielprocedure zitten, kan uitzetten wel, legt Hillary uit. Eerst volgt een aanmaning om vrijwillig te vertrekken. Na een periode mag het Rijk overgaan tot gedwongen terugkeer. „Meer inzetten op uitzetten is een van de afspraken binnen de EU. Wel geldt dat je niet kunt gaan uitzetten voordat je weet in welke situatie de migrant in zijn thuisland terechtkomt. Voor Eritrea geldt dat het daar voor de meesten onveilig is. Als je dan toch zou uitzetten, schend je onder meer artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.”
En hoe zit het met spionnen of openlijke voorstanders van het Eritrese regime? Kunnen die zonder gevaar voor eigen leven terug? Hillary: „Als er sprake is van spionage –en de openbare orde of de nationale veiligheid dus in het geding zijn– kan de verblijfsvergunning worden ingetrokken. Dan kan er tot uitzetting worden overgegaan. Toch moet je voor elk individu de afweging maken. Al ben je voor het regime, ook dan kunnen er redenen zijn waarom iemand toch gevaar zou lopen in geval van terugkeer. Feit blijft: tegenstanders van het bewind kunnen sowieso niet terug.”
De rechtse activiste Eva Vlaardingerbroek riep op X naar aanleiding van de ongeregeldheden in Den Haag zelfs op tot massadeportatie. „Niet toegestaan”, is Hillary daar kort over. „Los van het feit dat daar zeer grote morele bezwaren aan kleven.”
Dat politici een slaatje uit de situatie proberen te slaan, kan Hillary wel begrijpen. Toch moet ze daar wel iets over kwijt: „Als academica valt het mij op dat het debat over migratie vaak wordt gekaapt door losse voorbeelden waarbij het met migranten uit de hand loopt. Dat is een gevaar. Uitgangspunt bij het debat over migratie moet te allen tijde de mensenrechten zijn. Tegelijk is het zo dat staten daarbij een onderscheid mogen maken tussen rechtmatig en onrechtmatig verblijf.”