De Amerikaanse oud-president Donald Trump heeft zaterdag uitgehaald naar de rechter die vrijdag besloot dat hij 354,9 miljoen dollar (omgerekend 329 miljoen euro) moet betalen in een civiele zaak in New York die draait om fraude met zijn bezittingen. Tijdens een campagnebijeenkomst in de Amerikaanse staat Michigan noemde Trump het besluit „verkiezingsinmenging”.
De voormalige president beweerde tijdens de bijeenkomst dat de rechter deel zou uitmaken van een „linkse” samenzwering die erop gericht is hem ervan te weerhouden opnieuw president te worden. Trump is de koploper voor de Republikeinse nominatie voor de presidentsverkiezingen in november.
„Dit weerzinwekkende machtsmisbruik is niet alleen een aanval op mij, maar een aanval op alle Amerikanen”, voegde Trump toe. De Republikein herhaalde ook opnieuw de ongefundeerde bewering dat hij de verkiezingen van 2020 zou hebben verloren door verkiezingsfraude.
Het was de eerste keer dat de voormalige president zijn aanhangers toesprak sinds het besluit van rechter Arthur Engoron. Volgens de rechter heeft Trump de waarde van zijn bezittingen jarenlang aangedikt om belastingvoordelen, gunstige leningen en lage premies te krijgen. De rechter verbood Trump ook om de komende drie jaar bedrijven in de staat New York te runnen. Voor zijn zonen Donald jr. en Eric geldt dat zij twee jaar geen zaken mogen doen in New York. Trump heeft gezegd in beroep te gaan.