Waarom ”Welterusten, Kleine Beer” angsten leert overwinnen (en waarom dat zelfhulpprentenboeken vaak niet lukt)
De sterke combinatie van beeld en tekst maakt prentenboeken geschikt om ingewikkelde thema’s als angst en onzekerheid dicht bij het kind te brengen. Schrijvers en illustratoren maken daar dan ook veelvuldig gebruik van, met wisselend succes. Hoe is dat in het christelijke boekenvak?
Het prentenboek ”Welterusten, Kleine Beer” van Martin Waddell en Barbara Firth is in ons gezin onverminderd populair. Ik las het boek, dat in 1988 verscheen, bijna twee decennia geleden al voor aan de oudste en vandaag de dag aan de jongste, een kleuter. Niet zelden blijft ook een van de andere kinderen opvallend lang in de buurt als Grote Beer en Kleine Beer hun voorspelbare dialoog houden.
Het prentenboek gaat over kinderangst en kinder- logica, maar net zo goed over oplossingsgericht denkende ouders die na een drukke dag wel eens wat rust willen pakken. Alleen staat dat nergens. Je kunt het hooguit afleiden uit de in woord en beeld geschilderde grommende en brommende Grote Beer en de claimende en discussiërende Kleine Beer.
Wat maakt een boek als ”Welterusten, Kleine Beer” tot een succes? Vooropgesteld: dit is een klassieker. Het is niet de bedoeling dat schrijvers en illustratoren zich meten aan gelauwerde collega’s en van de weeromstuit de dop op de pen en de verf in de tube laten. Maar een aantal lessen trekken uit het succes van een prentenboek dat de juiste toon aanslaat, is wel verhelderend.
Legendarische vraag
Een prentenboek bevat per definitie weinig tekst, maar ”Welterusten, Kleine Beer” kan wel met heel weinig toe. Dat is een eerste les. Niet het vele is goed, maar het goede is veel, zegt het spreekwoord, en dat geldt ook hier. Juist auteurs die psychologisch getinte thematiek bespreekbaar willen maken, hebben nogal eens de neiging om veel uit te leggen. Dat kan een boek zomaar afstandelijk maken en nodeloos ingewikkeld. Natuurlijk is voorlezen ook bedoeld om een kind een grotere woordenschat te geven, maar er zijn grenzen.
Ingewikkeld is ”Welterusten, Kleine Beer” zeker niet. Dat is een tweede les. Het verhaal is eenvoudig, maar niet kinderachtig. Integendeel, ik ben talloze keren de trap op gesloft naar een roepend kind om Grote Beers legendarische vraag ”Kun je niet slapen, Kleine Beer?” te stellen. Dat haalde meestal meteen de spanning en ook de kou uit de lucht. Niet het minst bij mezelf.
Groot is ook de kracht van Barbara Firth, die met haar illustraties de boodschap onderstreept. Met verrassende details, maar niet overladen. Het is Firth die aangeeft hoe donker het is in het hol. Niet hier, maar daar. Het wijzende vingertje vertelt de rest. Ook de liefdevolle manier waarop Grote Beer het angstige kleintje bij de hand of zelfs op de arm neemt als dat nodig is, spreekt boekdelen. Dat is les drie: Onderschat de rol van de illustrator niet.
Missie
Hoe zetten christelijke kinderboekenmakers tekst en beeld in om diepe thema’s bij een kind te brengen? Ze nemen de lessen uit ”Welterusten, Kleine Beer” niet altijd in acht, zo blijkt in vier recente prentenboeken rond zaken als depressie en hoogsensitiviteit (zie ”Rust”, ”Respect”, ”Donker” en ”Ruimte”).
Het is heel begrijpelijk dat dergelijke boeken met een missie –die gaan over ingewikkelde, vaak sociaal-emotionele thema’s– juist ook op de christelijke markt verschijnen. Met seculiere uitgaven kunnen christelijke opvoeders niet altijd uit de voeten, vanwege de woordkeus of vanwege de achterliggende visie. Maar juist met dat in het achterhoofd valt iets op: de auteurs van deze boeken –ze verschenen allemaal in het afgelopen jaar bij een christelijke uitgeverij– verwijzen nergens expliciet naar het bestaan van een scheppende, alwetende en vergevende God. Nu is het zeker zo dat een verwijzing naar een God Die van je afweet in zo’n boek gemaakt kan overkomen. Alsof dat besef een gemakkelijke oplossing voor álles is, alsof gevoelens er niet mogen of hoeven te zijn. Volledig zwijgen over God, alsof het om parallelle werelden gaat, voelt desondanks als een gemis. Zeker als een boek is bedoeld als doopgeschenk of als je het hebt over zaken als ernstige depressie. Alleen Hij is toch hét houvast in onze donkerste nachten?
Dat neemt niet weg dat een boek opvoeders kan helpen om zaken te verwoorden en het kind om dingen een plek te geven. Pas als een thema vanuit het verhaal opkomt, verschijnt er een boek dat overtuigt. Als een thema van bovenaf op een boek is gelegd, dan merk je dat. Pareltjes als ”Welterusten, Kleine Beer”, waarin iets dieps als vanzelf en tussen de regels door aan bod komt, zijn zeldzaam.