„Vertrek overheid van Facebook struisvogelpolitiek”
Hoe schadelijk is het als de overheid zich terugtrekt van Facebook en mogelijk andere sociale media? Communicatiewetenschappers zijn bezorgd. „Dit is struisvogelpolitiek.”
Vanwege overtredingen van de privacywetgeving door Meta gaat de overheid mogelijk stoppen met Facebook, en volgens De Telegraaf ook met andere sociale media. „Struisvogelpolitiek”, noemt dr. Mariken van der Velden deze stap. „Alsof de overheid zegt: Als wij vertrekken, vinden er geen privacyschendingen meer plaats.”
De communicatie vanuit de overheid is uiteenlopend. Zo delen bewindspersonen veel over de werkbezoeken die ze hebben afgelegd en over zaken waarvoor ze strijden. Demissionair premier Mark Rutte plaatst op Facebook bijvoorbeeld een felicitatie aan prinses Beatrix en selfies met scholieren. Ministeries en instanties als de Belastingdienst gebruiken voor publiekscampagnes onder meer sociale media, naast de andere kanalen. Op dit moment lopen er dertien campagnes, waaronder een om de verwarming lager te zetten en een campagne tegen eenzaamheid.
Mogelijk gaat de overheid echter haar Facebookpagina’s verwijderen, omdat techgigant Meta gevoelige persoonsgegevens blijft verzamelen. Van der Velden, communicatiewetenschapper van de Vrije Universiteit Amsterdam, vindt dat een slechte zaak. „We weten nog niet precies wat er gaat gebeuren: verdwijnt de overheid alleen van Facebook, of ook van andere kanalen? Als dat eerste gebeurt, is het een weinig betekenisvolle zet. Want bijvoorbeeld Instagram valt onder hetzelfde moederbedrijf, en slaat dus net zo goed gegevens op. Vertrekt de overheid van alle sociale media, dan treedt ze niet meer op in de digitale publieke sfeer. En informeren van burgers is nu juist een van haar taken.”
Alleen de oudere generatie haalt nieuws nog voornamelijk van de traditionele mediakanalen als krant, radio en televisie. „Voor volwassenen zijn deze media alleen nog een aanvulling op de sociale media. Jongeren halen bijna al hun nieuws van platforms als Instagram.”
Cestmocro
Komen mensen op sociale media momenteel overheidsinformatie tegen, ook als ze niet geabonneerd zijn op deze officiële kanalen? Ja, legt de communicatie-expert uit. „Je krijgt op sociale media niet alleen berichten van bijvoorbeeld ministeries te zien als je geabonneerd bent op zo’n pagina. Een account als Cestmocro deelt regelmatig berichten van de overheid. Zij hebben ongeveer een miljoen, vooral jonge, volgers, die dus via zo’n account in aanraking komen met de overheid.”
Vervallen sociale media als communicatiekanaal, dan maakt dat de overheid nog minder zichtbaar, vreest Van der Velden. „Sommige mensen, die zich voornamelijk op sociale media bevinden, hebben dan geen flauw idee meer wat de overheid doet. Dat maakt cynisch, en is niet goed voor het vertrouwen in de democratie.”
Ook dr. Alyt Damstra, onderzoeker in politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam en wetenschappelijk medewerker bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), ziet gevaren opdoemen als de overheid zich terugtrekt van sociale media. Ze noemt net als Van der Velden de informatieplicht van de overheid richting burgers. „Veel mensen zitten op sociale media, en je moet zijn waar de mensen zijn. Er zou een goed alternatief moeten klaarliggen als digitaal informatiekanaal.”
De overheid zit in een lastig parket, schetst Damstra, die voor de WRR onderzoek doet naar het huidige medialandschap. „De grote socialemediaplatforms zijn onmisbaar geworden, niet alleen voor de nieuwsvoorziening, maar ook voor overheidscommunicatie. Dat is echt een hoofdpijndossier voor de overheid.”
Het „heroveren” van de digitale publieke ruimte is „heel lastig”, stelt Damstra. „Alternatieve platforms, niet in handen van commerciële spelers met winstbelang, zijn mogelijk een oplossing. Maar zie mensen daar maar naartoe te krijgen. De halve wereld zit op Facebook. Dat maakt zo’n platform nu juist aantrekkelijk.”