Psalmen voor band: „Als we niets doen, zijn we de psalmen binnen vijftig jaar kwijt”
Waar de band het kerkorgel vervangt, verdwijnen de psalmen vaak uit de dienst. Jammer, vindt Roeland Scherff (34). Vrijdag presenteert hij zijn project ”Psalternatief”: psalmbewerkingen, maar dan voor een band.
In zijn eigen gemeente is Scherffs idee niet nieuw. De Tituskapel in Amsterdam –een gemeente van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK)– zingt al jaren psalmen bij gitaar, toetsen en drums. Toen Scherff, afkomstig uit Spakenburg, daar enkele jaren geleden kerkmusicus werd, ging hij in dat spoor verder.
Om die werkwijze met andere kerken te delen, begon Scherff, conservatoriumdocent in Amsterdam, akkoorden bij de psalmmelodieën te schrijven. Het resultaat stelt hij gratis ter beschikking. Verder maakt hij videolessen en opnamen van zijn psalmbewerkingen.
Vrijdag presenteert Scherff in de Tituskapel Psalm 1 tot en met 15 van Psalternatief. Hij organiseert de avond samen met de stichting achter De Nieuwe Psalmberijming (DNP), waarvan hij de tekst gebruikt. „Ik wil vanuit de muziek de psalmen bij de tijd brengen, DNP vanuit de inhoud. Juist omdat DNP zo dichtbij vandaag is geschreven, is die heel confronterend”, vindt Scherff.
„Ik wil laten zien hoe je psalmen met een band kunt spelen”, vertelt de musicus over zijn project. „Twee jaar geleden begon ik de noodzaak daarvan in te zien. Er zijn steeds meer Ngk’s waar alleen nog met een band wordt begeleid. Met dat het orgel niet meer werd gebruikt, verdween ook het psalmenrepertoire. Bovendien worden op veel gereformeerde basisscholen geen psalmversjes meer geleerd. Bij een groot aantal NGK-leden onder de 30 jaar zijn de psalmen daardoor totaal onbekend. Als we niets doen, zijn we de psalmen binnen vijftig jaar kwijt.”
Waarom kunnen bands moeilijk met de psalmmelodieën omgaan?
„Er zijn een paar muzikale moeilijkheden: de psalmen zijn qua ritme en qua akkoordovergangen anders dan wat een gemiddelde band gewend is.
Tegelijk denk ik dat het te zwart-wit is om orgel en psalmen tegenover band en opwekkingsmuziek te zetten. Door die tegenstelling te creëren, gaan mensen er ook in geloven. Ik denk ook dat het voor organisten goed is om soms iets van de muziekgroep Sela of Opwekking te spelen.”
Waarom vindt u het belangrijk dat de oude Geneefse melodieën gezongen blijven worden?
„Ik vind ze mooi, ze dagen me creatief uit en blijven me verrassen. Ze zijn heel geschikt voor samenzang, de verhouding tussen zingen en rust is uitgebalanceerd en de rijmende strofen zijn prettig. Ik denk dat sommige gereformeerden geneigd zijn dingen te snel overboord te gooien. De Geneefse psalmen vormen een traditie van 500 jaar, die kun je niet zomaar loslaten.”
Bevalt uw project in de kerken of is er ook weerstand?
„In onze Tituskapel zijn de leden het gewend. Als ik met Psalternatief in een andere gemeente kom, zijn de mensen eigenlijk altijd blij verrast. Ze zien de psalmen dan in een nieuw licht.”
Zitten kerkmensen er wel op te wachten dat de psalmen –met hun soms weerbarstige teksten– terugkeren, of is men inhoudelijk tevreden met opwekkingsliederen?
„Ik verwacht dat de keuze voor bijvoorbeeld Opwekking vooral pragmatisch is geweest, omdat die liederen makkelijker te spelen zijn voor een band. Ik denk dat mensen het ermee eens zijn dat het goed is om ook de psalmen te zingen. In kerken waar de psalmen bijna niet meer gezongen worden, zitten ze nog wel in de hoofden van veel mensen. Het is voor hen fijn om die weer eens te zingen.
Tegelijk is het de vraag of je alle 150 psalmen wel moet zingen met een groep van honderden gelovigen. Veel psalmen zijn erg persoonlijke liederen. De ene is vrolijk, de ander is somber van toon. In bijvoorbeeld Psalm 88 wordt het zelfs niet eens meer licht. Maar misschien moet je dan juist ook wel weer zeggen: Nu zing ik even voor die ander die het moeilijk heeft.”
Een aantal christenen vindt de inhoud van de psalmen niet te verenigen met popmuziek. Dat ziet u anders?
„Jazeker. Er zijn in de psalmen meer argumenten voor tamboerijn, snarenspel en handgeklap te vinden dan voor het orgel. Popmuziek wordt vaak als oppervlakkig gezien, maar het is een gigantische wereld waar van alles gebeurt. Het is te makkelijk om dat over één kam te scheren als niet diepzinnig genoeg.”
In veel reformatorische kerken is nog geen organistentekort. Op uw initiatief zit men daar niet te wachten. Heeft u toch een boodschap voor hen?
„Wees zuinig op je kerkmusici en je organisten. Koester ze, vind ze belangrijk. Maar het kan natuurlijk gebeuren dat in reformatorische kerken dezelfde ontwikkeling komt als in de NGK. Waak er dan voor dat je geen tegenstelling maakt tussen ”psalmen bij het orgel” en ”opwekking bij de band”, want dan raak je de psalmen kwijt. Dat zou jammer zijn.”