Kerk & religie

Water, kooktoestellen en voedselbonnen voor getroffen Antakya met Nederlandse steun

Een allesverwoestende aardbeving treft Zuid-Turkije en Noord-Syrië, precies een jaar geleden. Tienduizenden mensen liggen onder het puin. Met steun uit Nederland biedt de protestantse gemeente van ds. Fikret Böcek uit Izmir in West-Turkije snel hulp.

Gerrit van Dijk
6 February 2024 09:33Gewijzigd op 7 February 2024 21:10
Ds. Fikret Böcek. beeld Gerrit van Dijk
Ds. Fikret Böcek. beeld Gerrit van Dijk

Een jaar na de aardbeving van 6 februari 2023 is ds. Böcek, predikant van de Izmir Protestan Kilisesi –protestantse kerk van Izmir, het vroegere Smyrna– op bezoek in Nederland. Zijn gemeente verleende, financieel gesteund door het deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten, al kort na de aardbeving noodhulp in de getroffen stad Antakya, het vroegere Antiochië. In conferentieoord Mennorode in Elspeet doet ds. Böcek zijn verhaal.

„Je had die kindergezichtjes eens moeten zien. Omdat het winterkoud was, deelden wij warme jassen en laarzen uit. De kinderen waren zo blij, zo blij. De blijdschap straalde van hun gezichten. Ze waren verwonderd dat christenen uit het verre Nederland hen wilden ondersteunen, terwijl zij zich na de ramp zo verlaten hadden gevoeld”, vertelt de Turkse predikant.

Hoe kon u vanuit Izmir, zo’n 1200 kilometer verderop, hulp verlenen?

„In Izmir merkten wij niets van de aardbeving. Een gemeentelid was in Antakya gaan wonen en via zijn familie kwam de roep om hulp. Twee gemeenteleden vlogen naar Antakya en stuurden foto’s. Wij waren verslagen en deden dringende oproepen voor hulpgoederen. Omdat de mensen blootsvoets, in hun pyjama’s, naar buiten waren gerend, was er behoefte aan tenten, dekens, slaapzakken en schoeisel.

Het duurde twee à drie dagen voordat militairen of overheidsinstanties in het rampgebied verschenen. Na de coup in 2016 is de Turkse overheid erg terughoudend om het leger erop uit te sturen. Goed toegeruste hulporganisaties mochten geen hulp bieden. Door onze contacten waren wij relatief snel ter plaatse.”

Dat was het begin. Hoe ging het daarna?

„Het liefst boden wij hulp aan evangelicale christenen en aan Arabisch-orthodoxen: de groepen die in Turkije vaak buiten de boot vallen. Eerst betrof de hulp basale goederen. Later konden we adequater reageren op signalen uit het rampgebied, bijvoorbeeld door oogdruppels te sturen, omdat de mensen oogproblemen hadden vanwege de stofwolken.

Ik had vanwege lectuurprojecten contact met ds. C. Sonnevelt (predikant van de gereformeerde gemeente in Poederoijen, red.) en die mailde mij al snel dat het deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten financiële steun wilde verlenen. Zo kon er prachtige hulpverlening op touw worden gezet. Onze werkers in het aardbevingsgebied gaven de behoeften door en Bijzondere Noden stelde vanuit het noodfonds de benodigde budgetten ter beschikking.

Naast een diaken van onze gemeente werd nog een gemeentelid, een zeekapitein met groot organisatietalent, ingezet. Deze kapitein wees op de noodzaak van een goede watervoorziening. Met goedkeuring van het deputaatschap werden kleine waterzuiveringsinstallaties aangeschaft en op strategische plekken uitgezet, waaronder een in een vluchtelingenkamp voor Syriërs. Zo’n 50.000 mensen konden wij van drinkwater voorzien. Wat een zegen, vooral in de hete zomer.

Er waren grote collectieve gaarkeukens, maar er werden ook kleinere kooktoestellen uitgedeeld, zodat de mensen voor de eigen familiekring konden koken.”

De hulp was niet beperkt tot evangelicale christenen?

„Nee, zeker niet. Bijzondere Noden stelde de eerste maanden een groot bedrag van zo’n 75.000 euro ter beschikking. Wij kochten goederen in en konden bij grossiers goede kortingen bedingen. Wij werkten met speciale bonnen die we uitdeelden en waarmee de mensen in levensmiddelenwinkels de noodzakelijke behoeften konden kopen.

Door onze hulpverlening bouwden wij goede relaties op met moslims en de Arabisch sprekende orthodoxen. U moet weten dat Antakya voorheen bij Syrië hoorde en pas in 1939 door Turkije is geannexeerd. Altijd bleef er een Arabisch-orthodoxe minderheid wonen en wij wilden deze groep en ook de moslims niet overslaan.”

Het is precies een jaar na de aardbeving. Hoe is het nu?

„De puinhopen zijn opgeruimd, een leeg terrein blijft over. De overheid wil alleen aardbevingsbestendig bouwen en daarom is er nog geen herbouw. Wel wordt op terreinen buiten Antiochië nieuw gebouwd. Grote groepen mensen leven in containers en grote tenten. Onze hulp blijft doorgaan; het blijft nodig om bonnen voor levensmiddelen uit te delen.”

U bent op zoek naar steun voor de aankoop of huur van een voormalige Nederlandse kerk in Izmir. Gaat dat lukken?

„Wij moesten in november ons vorige kerkgebouw verlaten vanwege strengere eisen voor aardbevingsbestendigheid. We kerken tijdelijk een anglicaanse kerk. Wij willen graag een Hollands kerkgebouw uit de zeventiende eeuw gebruiken. Hier zou dan ook een protestants seminarie en een bibliotheek kunnen komen. De vice-burgemeester en de gemeentesecretaris van Izmir zijn bereid in te stemmen als Nederlandse protestantse kerken met een steunverklaring zouden komen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer