Er is ook goed nieuws
Veel nieuws dat dagelijks over ons wordt uitgestort, is slecht nieuws. Oorlog in Israël en Gaza en in Oekraïne, die dreigt te escaleren. Gevechten in vele andere landen. Als gevolg daarvan stromen van vluchtelingen in de wereld en te weinig middelen om voldoende hulp te bieden.
Een demissionair kabinet en weinig voortgang in het aanpakken van landelijke problemen, onder meer in de landbouw en de woningbouw. Politieke tegenstellingen, waardoor het formatieoverleg moeizaam verloopt. Een geestelijke gezondheidszorg die dreigt vast te lopen en veel mensen die te lang moeten wachten op hulp.
Maar er zijn op mondiaal niveau ook positieve ontwikkelingen, met name als we naar de langere termijn kijken. Ik wil op enkele daarvan de aandacht vestigen, met hier en daar een kanttekening. Vooraf merk ik op dat het gaat om statistische gegevens. Die zijn zo (on)betrouwbaar als de databronnen waarop ze zijn gebaseerd. Ik geef weer wat ik vind op websites met veel van dergelijke gegevens (gapminder en worldometers.info).
Allereerst zien we dat de levensverwachting van mensen nog altijd stijgt, ook mondiaal. Tussen 1800 en 1920 steeg die met slechts enkele jaren, van rond 31 naar 35 jaar. Vorig jaar was die mondiaal 73 jaar. Oorzaken waren betere bescherming tegen natuurgeweld, grotere beschikbaarheid van voedsel, schoon water en sanitatie, betere hygiëne en breed gebruik van vaccins, met als gevolg minder sterfte aan infectieuze ziekten. In Nederland is de levensverwachting voor vrouwen nu 83,1 en voor mannen 80,1 jaar.
Een tweede trend is de afname van kindersterfte vóór de leeftijd van 5 jaar. Rond 1900 was die mondiaal rond de 40 procent; in 2022 was die 4 procent. Een enorme verbetering. In Nederland is de zuigelingensterfte, dus in het eerste levensjaar, 3,2 per 1000 (in 2023); over de eerste vijf jaar dus omstreeks een factor 10 gunstiger dan het mondiale cijfer.
Een andere positieve ontwikkeling is de stijging van het aantal jaren onderwijs dat kinderen volgen. Mondiaal is dat tussen 1971 en 2021 gestegen van 3,8 tot 8,4 jaar voor meisjes en van 4,8 tot 8,9 jaar voor jongens. Hiermee hangt de bevinding samen dat het percentage meisjes die de basisschool afmaken, gestegen is van 69 procent in 1970 tot 89 procent in 2022. Dit percentage is nu zelfs iets hoger dan bij jongens (88,7%). Er wordt wel gesteld dat de beste investering in de ontwikkeling van een land het bevorderen van onderwijs aan meisjes is. Met minstens basisonderwijs maken moeders en meisjes andere keuzes, onder andere ten aanzien van tienerhuwelijken en -zwangerschappen en het gebruik van moeder- en kindzorg, waardoor er minder zuigelingensterfte is.
Een noemenswaardige ontwikkeling is verder dat in 1970 nog 24 procent van de wereldbevolking ondervoed was, terwijl dat in 2022 9 procent was. Dat is een forse daling, al is die qua aantal mensen niet zo groot: van omstreeks 890 miljoen naar omstreeks 720 miljoen (gapminder). Worldometers.info meldt dat er nu 876 miljoen ondervoede mensen zijn. Ruwweg kunnen we stellen dat de voedselvoorziening de groei van de wereldbevolking heeft bijgehouden. Dat is op zich een hele prestatie. Toch blijft ondervoeding een enorm probleem, ook moreel. Daarnaast hebben ongeveer 1,75 miljard mensen overgewicht. Het (dominante) wereldvoedselsysteem functioneert blijkbaar niet goed.
Tot slot een heel ander gegeven. Het aantal mensen in de wereld die tot het christendom worden gerekend, is momenteel omstreeks 2,4 miljard. Dat is ruim 30 procent van de wereldbevolking. Dit percentáge lijkt de laatste vijftig jaar niet veel veranderd. Sinds 1970 is de wereldbevolking echter meer dan verdubbeld. De groei van het christendom heeft daarmee dus gelijke tred gehouden. Het aantal aanhangers in de westerse landen is behoorlijk teruggelopen.
Deze getallen zeggen op zich niet zoveel over de beleving en de kennis van het christelijk geloof bij al die mensen. Toch geven ze aan dat God doorgaat met Zijn verlossend werk in de wereld. In zekere zin kunnen die andere verbeteringen, waarbij techniek vaak een belangrijke rol vervult, op zichzelf ook geïnterpreteerd worden als tekenen van het koningschap van Jezus, uitkomend in Gods genadige voorzienigheid. Maar de groei van de gemeente van Christus is mijns inziens toch wel het beste nieuws van onze tijd.
De auteur is emeritus bijzonder hoogleraar Christelijke Filosofie, Wageningen.