Een motie van SGP-Kamerlid Van Dijk, die daartoe opriep, is dinsdag aangenomen. Onder andere de fracties van PVV, NSC en BBB hielpen de motie aan een meerderheid.

Tijdens het behandelen van de begroting van het ministerie van Volksgezondheid kaartte Van Dijk vorige week aan hoe als gevolg van publicaties en tv-documentaires de discussie over de veiligheid en de effectiviteit van genderbevestigende behandelingen bij minderjarigen is opgelaaid. Het gaat dan om de toediening van puberteitsremmers, gevolgd door het starten van genderbevestigende hormonen. Vanwege de discussie over de veiligheid en de effectiviteit stelde hij voor om de Gezondheidsraad in kaart te laten brengen in hoeverre dergelijke behandelingen recht doen aan het geldende gezondheidsrechtelijke kader. Dat ziet onder meer op de manier waarop de diagnose wordt gesteld, de grondigheid waarmee de effectiviteit is onderzocht en de volledigheid van de informatievoorziening, inclusief die over ongewenste bijwerkingen.

Helder wilde daar niet aan omdat de Federatie Medisch Specialisten (FMS) volgens haar de kwaliteitsstandaard van dergelijke behandelingen periodiek evalueert. „Als daar aanleiding toe is, zullen ze die ook bijstellen. Advies vragen aan de Gezondheidsraad heeft geen meerwaarde”, verklaarde ze vorige week in het debat. Een Kamermeerderheid neemt daar dus geen genoegen mee en wil dat Helder alsnog een adviesaanvraag indient. Meteen na het aannemen van de motie vroeg Van Dijk de minister uitsluitsel te geven over de route die haar voor ogen staat.

Eveneens tegen het advies van Helder in wil de Kamer ook de oorzaken en de achtergronden van de stijging van het aantal euthanasiemeldingen in kaart hebben gebracht. Een eerdere oproep daartoe van CDA en SP, kort voor de verkiezingen, haalde geen meerderheid nadat die was ontraden door oud-minister Kuipers. Een nieuwe motie van CU, CDA, SGP en JA21 haalde dinsdag wel een ruime meerderheid; dankzij de steun van PVV, NSC, BBB en CDA.