Ds. W. Visscher op studentenconferentie GG: „Onder de prediking van de verzoening ben je niet op neutraal terrein”
„In de prediking van de verzoening wordt de Heere Jezus aan je voeten gelegd”, zei ds. W. Visscher vrijdag tegen studenten in Gouda. „Óf je valt voor die boodschap, óf je laat die liggen.”
„Het Evangelie is de uiteindelijke boodschap van de prediking. Er is een Zaligmaker: dat wordt alle zondaren, zonder onderscheid, gepreekt”, zegt de predikant deze avond voor precies honderd studenten in het Goudse Hoornbeeck College. Ze zijn bij elkaar voor de jaarlijkse winterconferentie van de werkgroep studenten Gereformeerde Gemeenten (GG). „Wij preken God in Christus als gaarne vergevend”, aldus ds. Visscher. „Mensen willen vaak iets horen waar ze maandag, dinsdag en woensdag wat mee kunnen. Maar dan zeg ik: Ik geef u iets waar u vandáág al wat mee kunt. U moet nu met God verzoend worden.”
De Amersfoortse predikant onderstreept zijn visie op de prediking met een citaat uit hoofdstuk 2 van de Dordtse Leerregels. „Je doet er goed aan die te lezen en de Acta van de synode erbij te nemen. Al dat gedoe over de Dordtse Leerregels vind ik niet fijn”, zegt de predikant, verwijzend naar de recente discussie, „maar ik vind het wel goed dat mensen die daardoor gaan lezen.”
De prediking moet volgens de predikant de hoorders onderscheiden op het punt van het geloof. „Wie de prediking van de verzoening gelooft, is behouden. Wie dat niet doet, ligt onder Gods toorn. De vraag is of we in de nood van ons leven de Heere Jezus hebben leren kennen. Veel mensen zeggen dat geloven betekent dat je gaat huilen en ernstig wordt. Dat hoort erbij, maar geloven is dat je op de Heere Jezus gaat vertrouwen.”
Het aanbod van Christus is niet vrijblijvend, aldus de predikant. „Het is God aangenaam dat geroepen mensen komen. Aanbieden betekent niet: pak maar aan; fijn als je er wat aan hebt, en als je er niets aan hebt, kom je later maar weer terug. In de kerk ben je niet op neutraal terrein.”
Drie cirkels
Het conferentiethema is ”Verzoening door voldoening”. Ds. Visscher schreef er vorig jaar een hoofdstuk over en noemt het onderwerp „het hart van het Evangelie”. Hij onderscheidt drie cirkels in de geloofsleer. De binnenste is de kern: „Wie dat niet belijdt, wordt niet zalig.” Hieronder schaart hij de Drie-eenheid, de leer van Christus’ twee naturen en de verzoening door voldoening. „Als je dit thema niet ongeschonden bewaart, houd je niets over.” In de tweede cirkel –belangrijke thema’s maar niet beslissend voor de zaligheid– plaatst de predikant kinderdoop en predestinatie en in de buitenste cirkel –„nuttige gewoontes”– de frequentie van kerkgang en kleding. „Op het sterfbed zal het daar niet over gaan. Daar gaat het om het hart.”
Ds. Visscher illustreert zijn visie met de offerdienst in het Oude Testament en de Hebreeënbrief. Ook Jezus’ uitspraak dat Hij Zijn ziel geeft tot een rantsoen –losprijs, zoals in de oude wereld een slaaf werd gekocht– wijst op verzoening door voldoening. Genoegdoening is nodig, omdat God de zonde niet door de vingers kan zien. Dit wel echter niet zeggen, aldus ds. Visscher, dat Jezus’ offer God de Vader op andere gedachten bracht. „God is van eeuwigheid bewogen in Zichzelf en heeft daarom een Verzoeningsmiddel gegeven Dat aan Zijn gerechtigheid voldoet.” Het hoogtepunt van de openbaring van Gods toorn is op Golgotha, zegt de predikant. „Dat is tevens de boodschap van Gods heil.”
Krakkemikkig
De verzoeningsleer betekent volgens de predikant dat de Bijbel maar één soort mensen kent: schuldige mensen. „Ook bekeerde mensen blijven schuldig. William Huntington had als lijfspreuk: saved sinner, geredde zondaar. De grootste heilige komt nooit verder. De leer van verzoening door voldoening plaatst ons in onze schamelheid voor God, maar wijst ook op de rijkdom van Christus. Ik hoor liever een krakkemikkige preek waarin het Lam is dan allemaal mooie woorden zonder de Zaligmaker.”
Ds. Visscher leest een citaat voor van ds. G. Boer, uit de discussie die de hervormde predikant in 1956 voerde met dr. H. Berkhof. „De grondvraag in de ontmoeting met de levende God is onze schuld. Hier komen de volle tonen van zonde en genade tot ontplooiing”, stelde ds. Boer. „Het ontroert me iedere keer weer als ik het lees”, zegt ds .Visscher.
De gereformeerde visie op Christus’ kruisdood als betaling is niet de enige; in de kerkgeschiedenis is er voortdurend debat over geweest, bijvoorbeeld tussen Anselmus en Abaelardus en tussen Calvijn en Socinus. „Om de twintig jaar zie je die discussie opduiken.” Ds. Visscher onderscheidt twee andere visies, die hij afwijst: Christus’ verzoening als voorbeeld en als verlossing van het kwade. Een voorbeeld van de laatste visie is het boek van Reinier Sonneveld uit 2018: ”Het vergeten Evangelie”. Met instemming –„je mag ook wel eens over iemand met wie je het niet altijd eens bent, een goed woord zeggen”– haalt de predikant ds. G.A. van den Brink aan, die een recensie over Sonnevelds boek begon met: „Dit is géén goed boek”.
Paas, Piper en Paauwe
Bij een plenaire vragenronde aan het einde van de avond wil een student weten of die kwalificatie ook geldt voor ”Vrede op aarde” van Stefan Paas, een boek dat het Evangelie voor seculiere mensen geloofwaardig wil maken. „Je mag alles van mij lezen”, antwoordt de lector, „maar lees eerst de Institutie van Calvijn. Als ik Paas lees, keer ik daarna weer terug naar Calvijn, en denk ik: die heeft eigenlijk al antwoord gegeven op al die vragen.”
Ds. Visscher zegt Paas’ poging niet haalbaar te vinden. „Ik keer terug tot de oude stelling van de apologeet Tertullianus: „Ik geloof omdat het absurd is.” Dat de wereld redding nodig heeft, is niet absurd, maar dat Iemand die 2000 jaar geleden geboren werd, de Enige is Die ons kan redden, is dwaasheid voor de mens. Paulus schaamde zich daar niet voor.”
Positiever is de inleider over John Piper. Een student vraagt hem naar zijn mening over de Amerikaanse theoloog, die Gods eer centraal stelt in zijn theologie. Volgens ds. Visscher sluit het benadrukken van de verzoening door voldoening daar juist bij aan. „Los van een paar dingen is Piper een goede uitlegger van de Schrift. Maar opnieuw: eerst Calvijn, dan Piper”, zegt de predikant op ietwat strenge, docerende toon. De studenten grinniken.
„Wat u zult gedaan hebben met de aanbieding van Christus, zal eenmaal beslissen of u zalig wordt, ja dan nee”, schreef ds. J.P. Paauwe (1872-1956) in een preek. Het citaat staat op het blad met stellingen dat de studenten na de pauze in groepjes moesten bespreken. Ds. Visscher kan zich, zo antwoordt hij op een vraag van een student, in dit citaat vinden. „Ik dacht vroeger dat ds. Paauwe een dwaallicht was. Ik kreeg een boekje van hem van een mede-afgevaardigde op een synode, ging het lezen en mijn mond viel open van verbazing.” Ds. Visscher grijpt het voorbeeld aan om de studenten op het hart te drukken „nooit iemand na te praten. Lees een boek eerst zelf voordat je een oordeel vormt.”
„Verzoening begint niet bij onze behoefte, maar bij God, die Zijn Zoon vóór Zich stelde om in Hem verzoening te vinden”, zei ds. P.J. de Raaf in zijn openingsmeditatie over Romeinen 3:25. „Dat geheim gaat er bij ons niet in, omdat wij denken dat we opknapbaar zijn”, aldus de predikant uit Boskoop, voorzitter van de werkgroep studenten van de GG. „Wij denken dat er een stijgende lijn in ons denken en handelen zit, maar de Schrift breekt dat af. Als je geestelijk failliet bent, is er het geheim van Christus als de volkomen Zaligmaker. Ik hoop dat je uit eigen ervaring weet wat voor opluchting het is als je mag ademhalen en alles in Christus vinden.”