Vragen CU en SGP bij streven naar geboortebeperking in ontwikkelingsland
Het ministerie van Buitenlandse Zaken subsidieert het gratis aanbieden van sterilisatie aan vrouwen in Jemen, om zo de bevolkingsgroei af te remmen. Dat vraagt om opheldering, vinden ChristenUnie en SGP.
Het Reformatorisch Dagblad stelde het ministerie vragen over het streven naar geboortebeperking naar aanleiding van beoordelingsdocumenten voor projecten in Burundi en Jemen. Daarin werd vermindering van de bevolkingsgroei een „topprioriteit” en een „doel” genoemd.
Buitenlandse Zaken laat weten dat Nederland in geen enkel land naar verlaging van de bevolkingsgroei streeft. De vraag is waarom Nederland dan wel geld uittrekt voor projecten die hier onomwonden naar streven. „We financieren organisaties die inzetten op keuzevrijheid, goede informatievoorziening en toegang tot anticonceptie”, stelt het ministerie. „Het kan dus zijn dat we op dit terrein samenwerken met organisaties waarmee we de doelen niet delen, maar waarmee we wel de gezamenlijke resultaten kunnen behalen waar Nederland naar streeft.” Het departement zegt de programma’s in Burundi en Jemen te steunen omdat ze keuzevrijheid en „universele toegang” tot seksuele gezondheid en rechten bevorderen.De programma’s dragen bij aan een verbeterde toegang tot moeder- en kindzorg (Jemen) en beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen (Burundi).”
Die beantwoording stelt de ChristenUnie niet gerust. „Het is mij niet duidelijk hoe het ministerie geboortebeperking niet actief stimuleert als daar in de praktijk wel expliciet geld naartoe gaat”, reageert ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder. Hij zegt dat de formuleringen van het ministerie zijn wenkbrauwen doen fronsen. „Geboortebeperking als doel van het buitenlandbeleid is zeker niet de weg die we op moeten gaan”, stelt hij. De parlementariër wil dat het ministerie meer helderheid verschaft „over de exacte doelstellingen die het hanteert”.
Ook de SGP stelt in een reactie te willen weten „hoe het zit”. „Als onze regering zich inzet om bevolkingsgroei tegen te gaan, ook nog eens met financiële middelen, mengen wij ons in zaken waar we van af moeten blijven”, vindt de partij. „Je kunt als minister niet met de mond zeggen: we bemoeien ons er niet mee, maar in de praktijk het tegengestelde doen.” De SGP geeft bij medische ethiek en demografische ontwikkelingen in het buitenland de voorkeur aan goede zorg voor moeder en kind. „Geen regering moet zich mengen in tere en wezenlijke keuzes die mannen en vrouwen maken.”
Complex
Waar vrouwen in ontwikkelingslanden behoefte aan hebben, is vaak heel complex en gelaagd, zegt voormalig directeur van Prisma, de koepel van christelijke hulporganisaties, Henk Jochemsen. Hij twijfelt er niet aan dat Nederland de keuzevrijheid van vrouwen wil respecteren. De overheid probeert het beleid in liberale termen te gieten, signaleert hij. „Het komt aan op de vraag of je respect hebt voor de vrouw in haar situatie. Wat wil zij en wat kan zij aan, en waar voelt ze zich senang bij, ook vanuit haar eigen levensovertuiging?”
Het hebben van minder geboortes als doel vindt Jochemsen onjuist. „Nederland moet zich er vooraf van vergewissen of de organisaties met wie het in zee gaat geboortebeperking als doel hebben, al dan niet op grond van lokaal overheidsbeleid.” Als dat het streven is, kunnen mensenrechten in het gedrang komen, zegt hij. Maar dat kan ook wanneer er rond seksualiteit en geboorte geen beleid wordt gevoerd, en de persoonlijke keuzevrijheid van vrouwen bij gezinsvorming feitelijk beperkt is, maakt hij duidelijk. Dan kan het zo zijn, zegt hij, dat voor een insteek moet worden gekozen waarmee mensenrechten „optimaal” worden gerespecteerd. Een lichte aandrang op mensen uitoefenen om te kiezen wat ze eigenlijk willen, maar moeilijk vinden, is volgens hem soms „misschien wel het minst slechte”.
Het is volgens Jochemsen niet om het even met welke organisaties Nederland samenwerkt. „Zoeken ze werkelijk te achterhalen wat vrouwen willen en hoe ze het best geholpen kunnen worden? Of moet er kwantitatief worden gescoord?”