Binnenland
Indië-expo Ede niet zonder Haantjesbrigade

Hoe vat je een omstreden periode uit de Nederlandse oorlogshistorie samen met een relatief kleine wisseltentoonstelling? Het Platform Militaire Historie Ede doet een poging in het Oorlogs- en Garnizoensmuseum.

Vrijwilligers van het Platform Militaire Historie Ede zijn bezig met het inrichting van de tentoonstelling ”Ede 1945-1950: Wederopbouw en uitzending naar Nederlands-Indië”. beeld VidiPhoto
Vrijwilligers van het Platform Militaire Historie Ede zijn bezig met het inrichting van de tentoonstelling ”Ede 1945-1950: Wederopbouw en uitzending naar Nederlands-Indië”. beeld VidiPhoto

Met een schat aan foto’s, documentatie en spullen uit de periode 1945-1950 probeert de werkgroep Indonesië van het museum een beeld te schetsen van de wederopbouw na de oorlog en de uitzending van militairen naar Nederlands-Indië. Ede speelde daarin als garnizoensstad een belangrijke rol. Een van de militaire legerafdelingen kreeg de bijnaam Haantjesbrigade omdat zo’n 150 soldaten die naar ”de Oost” gingen afkomstig waren uit de kippenregio Ede-Barneveld.

Zonder medewerking van de Indische en Molukse gemeenschap zou de expositie niet tot stand zijn gekomen, meent de werkgroep. Volgens woordvoerder Edie Gijsbertsen leven er bij deze bevolkingsgroepen na ruim zeventig jaar nog veel emoties als deze periode ter sprake komt. „Met name bij Molukkers. En dat is niet in de laatste plaats door de houding van de Nederlandse overheid. Na de soevereiniteitsoverdracht eind 1949 kwamen veel KNIL-militairen naar Nederland. Molukkers werden ondergebracht in barakken. Ze kregen vrijwel geen financiële middelen en al helemaal niet het Nederlands staatsburgerschap.”

Na de Japanse capitulatie ontstond een machtsvacuüm in Nederlands-Indië. Indonesische opstandelingen, onder leiding van de collaborateurs Soekarno en Hatta, profiteerden daarvan. In een poging van de ‘bezetter’ af te komen, werden Nederlandse mannen, vrouwen en kinderen die nog in de voormalige Japanse kampen verbleven, gemarteld, verkracht en vermoord door deze Indonesische milities. Tienduizenden Nederlandse en Indische burgers werden afgeslacht in slechts enkele maanden tijd.

Na enkele militaire operaties op kleine schaal besloot de Nederlandse regering in 1947 grotere groepen militairen naar het gebied te sturen. Tot de onafhankelijkheid van Indonesië waren dat er volgens de werkgroep zo’n 70.000. „Eerst waren dat vrijwilligers, vaak ook mensen uit het voormalige Nederlandse verzet. Later gingen ook dienstplichtigen. Oud-minister Ben Bot vergeleek het Nederlandse optreden in Indië met de inval van Poetin in Oekraïne. Volkomen misplaatst en bezijden de waarheid.”

De expositie heeft drie verhaallijnen, vertelt Gijsbertsen: opleiding, het missiegebied Nederlands-Indië en de thuiskomst. „We proberen in onze wisseltentoonstellingen altijd een link te leggen met militairen en Ede. Een deel van de soldaten die naar Nederlands-Indië vertrok, kreeg hier zijn opleiding.”

Schrikbewind

Ook de periode van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog maakt deel uit van de expositie. „Direct na de oorlog werd een lijst opgesteld van 176 foute Nederlanders in Ede en omgeving die opgepakt werden door het voormalig verzet. Dat liep volledig uit de hand. Ook min of meer onschuldige mensen werden slachtoffer. Het militair gezag moest ingrijpen om uitwassen te voorkomen. Toen de Canadezen vertrokken en Nederlandse bewakers het krijgsgevangenkamp voor 4000 Nederlandse SS’ers in Harskamp overnamen, liep dat uit op een schrikbewind. Een deel van de gevangenen moest buiten slapen in kuilen. Muziek en zingen was verboden. Voedsel ging op rantsoen en sommige gevangenen werden zonder pardon doodgeschoten.”

Volgens Gijsbertsen speelden Ede en omgeving een belangrijke rol tijdens de oorlog. „Het verzet was hier enorm actief. Zo vonden verschillende wapendroppingen plaats. Diverse verzetsmensen zijn gefusilleerd. Daarnaast is de stad vier keer gebombardeerd. Na de oorlog is voor de vermoorde verzetshelden hier een mausoleum gebouwd, in een tijd dat er nauwelijks geld en bouwmaterialen waren. Daar zijn later zo’n 30 gefusilleerde verzetsmensen in bijgezet. Dat is nog steeds de centrale plek voor de 4 meiherdenking in Ede.”

De tentoonstelling ”Ede 1945-1950: Wederopbouw en uitzending naar Nederlands-Indië” wordt zaterdag officieel geopend en is te bezichtigen tot eind juli. Openingstijden: iedere woensdagmiddag en iedere laatste zaterdag van de maand.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer