Christelijke dorpen doelwit Turkije
Turkije heeft tientallen doelen in het noorden van Syrië gebombardeerd, als vergelding voor aanvallen door de Turkse terreurbeweging PKK op Turkse bases in Noord-Irak. Maar met de aanvallen treft Turkije juist de burgerbevolking van een reeks christelijke dorpen en steden in Noordoost-Syrië.
Enkele honderden dorpen en steden in Noordoost-Syrië zijn afgesneden van water en elektriciteit na intensieve Turkse bombardementen in de regio. De luchtaanvallen, met jachtbommenwerpers en drones, zijn volgens Turkije een vergelding voor een aanval door de Turkse terreurbeweging PKK op een Turkse basis in Noord-Irak. Daarbij zouden negen Turkse militairen zijn gedood.
Maar de tientallen vergeldingsaanvallen treffen met name dorpen en steden waar christenen een belangrijk deel van de bevolking vormen, zoals Qamishli, Hasakah en Amuda. De aanvallen zijn ook met opzet tegen belangrijke burgerdoelen gericht, zoals elektriciteitscentrales, verdeelstations, de watervoorziening en de gasvoorziening.
In Qamishli en de regio eromheen heeft de lokale overheid de bevolking gewaarschuwd voor „een lange onderbreking van de watervoorziening door de voortgaande bombardementen” omdat de energievoorziening voor de waterleidingbedrijven is vernield.
„Cruciale doelen”
In een bericht van de Turkse Daily Sabah worden dit „cruciale strategische doelen” genoemd die verbonden zouden zijn met „de PKK en zijn door de VS gesteunde tak YPG in Syrië”. De YPG, de Koerdische Volksbeschermingseenheden, worden door de Turkse regering en de staatsgezinde media ook consequent PKK/YPG genoemd. Ze vormen de kern van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), die met steun van de internationale coalitie tegen ISIS de hoofdrol hebben gespeeld bij het terugdringen en de uiteindelijke nederlaag van de „Islamitische Staat” van ISIS.
Maar in Turkije wordt dit heel anders beschreven, zoals maandag in de berichtgeving over de vergeldingsaanvallen in Noordoost-Syrië: „PKK/YPG maakte gebruik van het machtsvacuüm dat door de Syrische burgeroorlog was ontstaan en viel met hulp van Washington verschillende Syrische provincies binnen, inclusief Deir el-Zor.” Dat in Deir el-Zor ISIS in 2019 uiteindelijk door de SDF werd verslagen bij het dorp Baghouz, wordt niet genoemd.
De huidige reeks Turkse luchtaanvallen in het noorden van Syrië is de derde op rij. In oktober en in december voerde Turkije ook aanvallen uit na een aanslag in Ankara waarbij twee militairen gewond raakten en een aanval van de PKK op een andere Turkse basis in Noord-Irak. Volgens Turkije dringen PKK-leden Turkije binnen via het door de Koerden gecontroleerde noorden van Syrië, iets wat de SDF stellig ontkennen.
De Turkse president Erdogan stelde eind december dat hij een „andere fase” in de strijd tegen de PKK wilde openen. Daarin wil hij „de gaten in onze 30 kilometer diepe veiligheidslijn sluiten en nieuwe stappen nemen om de dreiging van terroristische groepen in Syrië voor ons land te elimineren”. Dat wil Turkije doen door „de volledige infrastructuur en bestaansbronnen waaraan deze terreurgroep zijn kracht ontleent” te vernietigen, naast de militaire structuur ervan.
De huidige aanvallen op de economische bestaansmiddelen voor de bevolking zijn onderdeel van deze „nieuwe fase”. Zo werden begin deze week ook opslagloodsen voor tarwe met raketten bestookt. In een verklaring van de SDF beschuldigen deze Turkije van „grove en opzettelijke oorlogsmisdaden die erop gericht zijn maximale schade toe te brengen aan het leven van de burgers”. Inwoners van een van de getroffen districten, Al-Darbasiyah, blokkeerden uit protest de weg voor een Russische veiligheidspatrouille. Deze patrouilles moeten toezien op het naleven van eerder gemaakte afspraken, maar Turkije trekt zich daar weinig van aan.
Ook de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in de regio schrikt Turkije niet af; in oktober schoot een Amerikaanse F-16 zelfs een aanvalsdrone van deze NAVO-bondgenoot neer toen deze Amerikaanse troepen tot op 500 meter was genaderd.
Vuurlinie
Volgens Wladimir van Wilgenburg, die veel voor het nieuwsplatform Kurdistan24 schrijft en medeauteur is van een boek over de Koerden van Noord-Syrië, is de christelijke bevolking van de getroffen dorpen en steden geen specifiek doelwit voor Turkije. „De aanvallen zijn gericht op de economische infrastructuur in die 30 kilometerzone die Turkije wil controleren en daarmee liggen deze dorpen in de vuurlinie”, zegt hij in een reactie.
„Bovendien zijn door het winterweer nu andere acties dan deze vergeldingsacties ook moeilijk uit te voeren.” Cijfers over slachtoffers (Turkije meldt vele tientallen „geëlimineerde terroristen”) zijn ook erg moeilijk te controleren, zegt hij. Maar door de eerdere dreigingen van Erdogan „waren de SDF wel op hun hoede. Ze wisten wel hoe laat het was, na de aanval op de Turkse basis in Irak”.
Toch is deze keer de vernieling in dit voor christenen zo belangrijke deel van Noordoost-Syrië ingrijpend, omdat de aanvallen zo gericht waren op essentiële voorzieningen voor het dagelijkse leven – zoals voedselvoorraden, energie en water.
Deze „nieuwe strategie” van Turkije bedreigt zo rechtstreeks de leefbaarheid in een gebied dat al zo zwaar te lijden heeft gehad onder de terreur van ISIS.