Volgens de officiële resultaten heeft Lai Ching-te, de kandidaat van de Democratische Progressieve Partij (DPP), met 40,2 procent van de stemmen de presidentsverkiezingen van Taiwan gewonnen. Lai was vicepresident onder de aftredende regering van president Tsai Ing-wen en staat voor een meer kritische houding tegenover de Volksrepubliek China. Het is de derde keer op rij dat dat de DPP de presidentsverkiezingen wint.
Lai verslaat Hou Yu-ih, de kandidaat van de oppositiepartij Kuomintang, die iets meer toenadering tot Beijing wilde zoeken. Hou haalt 33,4 procent van de stemmen en gaf zijn verlies eerder op zaterdag al toe.
In zijn overwinningstoespraak had Lai het over „een nieuw hoofdstuk” en zei hij dat „Taiwan de wereld heeft laten zien hoezeer het democratie koestert”. Volgens hem hebben Taiwanezen zich ook succesvol verzet tegen „externe pogingen om de verkiezingen te beïnvloeden”, waarmee hij leek te verwijzen naar de Volksrepubliek China. Beijing had de voorbije maanden duidelijk laten verstaan niet blij te zullen zijn met Lai als nieuwe president.
Lai zei ook dat hij „Taiwan wil beschermen tegen intimidatie en bedreigingen van China”. Tegelijkertijd benadrukte hij „dat hij de belangrijke verantwoordelijkheid heeft om vrede en stabiliteit te behouden in de Straat van Taiwan”, de zee-engte tussen Taiwan en het Chinese vasteland.
Behalve voor een nieuwe president konden Taiwanezen ook stemmen voor een nieuw parlement. Daar is de overwinning van de DPP wat minder afgetekend. De partij van Lai had voorheen een meerderheid in het parlement. De DPP staat volgens de krant Taipei Times in tussentijdse uitslagen op iets meer dan 36 procent van de stemmen, iets meer dan de ruim 34 procent van de KMT. De Taiwanese Volkspartij (TPP), een centrumlinkse partij die zich had opgeworpen als alternatief voor de twee grote partijen, kan rekenen op bijna 22 procent van de stemmen.