Ga met begrijpend lezen om als met toren van Pisa
Laten we de neerwaartse trend van begrijpend lezen eerst stabiliseren, afspraken maken over kwaliteitscriteria en daaraan werken. Dan vertoont de scheve toren van begrijpend lezen wellicht weer een rechttrekkende beweging.
Eens per drie jaar is onderwijskundig Nederland in rep en roer. Dan worden de PISA-resultaten gepresenteerd (PISA, Program for International Student Assessment, geeft inzicht in de prestaties van 15-jarige leerlingen in 77 landen). En wat blijkt? De al in 2012 ingezette dalende trend bij leesvaardigheid lijkt niet te stuiten. Het lijkt inmiddels wel een beetje op een vrije val. En voor wie het nog niet wist: jongens doen het slechter dan meisjes.
Wat misschien ook interessant is: de leerlingen zijn vijftien jaar oud. Echte pubers dus, derdeklassers, druk met zichzelf en met elkaar. Vraag aan hen wat ze met hun leven willen en ze kijken je waarschijnlijk een beetje schaapachtig aan. Zo van: „Kunnen we het ook nog ergens anders over hebben?” Waar ze ook niet mee zitten, is dat onderwijskundig Nederland in rep en roer is en iedereen wel een mening heeft over wat er fout gaat en wat eraan gedaan moet worden. Hun leven zal er niet door veranderen. Hoewel, als je bij de 33 procent hoort die onder leesniveau 2 zit, wordt het leven straks misschien toch iets ingewikkelder dan je als puber nu denkt.
Continuïteit onmisbaar
Meer aandacht voor lezen is het devies. De minister is flink aan de slag. Subsidies, expertisepunten en ook bibliotheken worden ingezet. Daar moeten leerlingen dan wel komen, uiteraard. Ik ben er niet zo zeker van.
En wat moet je met subsidies? Het effect daarvan is altijd tijdelijk, omdat er meestal geen vervolg op komt. Het blijft me een raadsel waarom beleidsmakers niet begrijpen dat effectief beleid alleen gerealiseerd kan worden als er ook sprake is van continuïteit. De expertisepunten zijn mooi, maar als leraren ze niet weten te vinden of als scholen er geen prioriteit aan geven, wat is dan het effect?
Wat is er aan de hand?
Ik begrijp best dat het ingewikkeld is om te achterhalen wat de precieze oorzaak van het lage leesniveau is. Toch doe ik een poging:
Op de pabo’s wordt te weinig aandacht besteed aan het belang van begrijpend lezen.
Op de tweedegraads lerarenopleiding worden vakdocenten opgeleid; die hebben, begrijpelijk, nauwelijks idee hoe je begrijpend lezen moet aanpakken.
Doordat er te weinig kennis is van de didactiek van begrijpend lezen (daaronder valt het belang van modelleren, het gebruik van strategieën, schema’s, signaal- en verwijswoorden, close-reading, tekstgenres en tekststructuur) ontstaat er een stijl van lesgeven die het best te typeren is als een mengvorm van oud en nieuw. Zo’n aanpak werkt meestal niet.
Een hardnekkig misverstand is dat begrijpend lezen een vak is. Begrijpend lezen is geen vak maar een vaardigheid, die je overal en altijd nodig hebt. De leraar die dus de les afvinkt en er verder niets mee doet, heeft niet begrepen waar het bij begrijpend lezen om draait.
De redenatie dat begrijpend lezen alleen werkt in een betekenisvolle context, zoals bij een vakgebied, klopt. Maar veel van deze teksten zijn gericht op informatieoverdracht en daarmee eenzijdig. Om goed begrijpend te leren lezen, is een breed tekstbeeld nodig.
Begrijpend lezen inzetten binnen een betekenisvolle context werkt niet zonder vaste trainings momenten waarop skills getraind worden. En ja, dat moet dan gaan over aansprekende en actuele onderwerpen.
De gedachte (die door sommige close-reading-adepten gepropageerd wordt) dat leraren zelf teksten moeten zoeken, is naïef. Ze kunnen de tijd beter steken in goede lesvoorbereiding en zich van goede teksten laten voorzien, zoals dat in sommige methoden gebeurt.
Er zijn maar weinig vakmensen die ook hun eigen gereedschap maken. Dat laten de meesten aan andere vakcollega’s over. Dat geldt ook voor methoden. Zonder goede methode gaat het niet; zo’n methode is immers het beste gereedschap dat een leraar zich kan wensen.
In de voorgaande analyse ligt mijns inziens voor een groot deel ook het antwoord voor de oplossing. Niet de overheid is aan zet, maar de lerarenopleidingen en de scholen. Want de school die aan begrijpend lezen prioriteit geeft, voor getrainde leraren zorgt en een goede doorgaande leerlijn heeft, boekt gegarandeerd succes.
Restauratie en stabilisatie
De toren van Pisa in Italië is niet de enige die scheef staat. Ook in Nederland staan scheve torens. Denk maar aan Leeuwarden, Gorinchem en Dordrecht. Ze staan scheef maar nog steeds fier overeind. Ze zullen het hopelijk nog jaren volhouden. Toch zijn er soms restauraties nodig; die hebben in Pisa ook plaatsgevonden. Zo moet je soms ook in het onderwijs iets restaureren, bijvoorbeeld begrijpend lezen. Dat voorkomt dat de toren nog schever komt te staan.
Laten we de neerwaartse trend eerst met elkaar stabiliseren, samen afspraken maken over gezamenlijke kwaliteitscriteria en daar vijf tot zeven jaar structureel aan werken. Dan zal de scheve toren van begrijpend lezen wellicht weer een rechttrekkende beweging vertonen. En… hopelijk zijn we dan eindelijk af van het driejaarlijkse terugkerende rituele rumoer, waar niemand iets mee opschiet.
De auteur werkt bij Edu-Sign|Edu-World, traint leraren en ontwikkelt onderwijsmethoden (onder meer de begrijpend lezen-methode News2Learn).