Binnenlandlezen
Leesvaardigheid jongeren dramatisch: „Zorg dat je actieve lezer bent"

Een derde van de Nederlandse jongeren haalt het basisniveau voor lezen niet en loopt het risico om het onderwijs laaggeletterd te verlaten. Wat kunnen docenten en ouders doen om het tij te keren? „Zorg dat je zelf een actieve lezer bent.”

7 December 2023 07:22Gewijzigd op 7 December 2023 09:44
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

De resultaten van het nieuwe PISA-onderzoek naar leesvaardigheid van Nederlandse vijftienjarigen, die dinsdag werden gepresenteerd, zijn alarmerend. De leesvaardigheid van jongeren is opnieuw drastisch gedaald. Op Griekenland na scoren alle EU-landen hoger dan Nederland. Een op de drie leerlingen is niet in staat om een tekst te begrijpen en verbanden te leggen tussen eigen voorkennis en de tekst.

19912647.JPG
Hoogleraar Els Stronks. beeld Universiteit Utrecht, Sander Nieuwenhuys

Els Stronks, hoogleraar Vroegmoderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht, vindt de resultaten „zeer teleurstellend”, al is ze niet verbaasd. „We weten al sinds 2015 dat het slechter gaat, maar alles wat we tot nu toe gedaan hebben heeft de dalende lijn nog niet kunnen ombuigen of zelfs maar tot stilstand kunnen brengen. Voor mij betekent het dat de veranderingen die zijn doorgevoerd, niet ver genoeg gaan. Je kunt heel lang op dezelfde knoppen blijven drukken, maar er is kennelijk iets mis met de knoppen.”

Stronks is kartrekker van een grootschalig onderzoeksproject naar verbetering voor het leesonderwijs, dat in januari 2024 van start gaat. Wat kunnen ouders, docenten en andere betrokkenen volgens haar nu al doen om de leesvaardigheid van kinderen en jongeren te verbeteren? „Het enige waarvan we zeker weten dat het werkt, is: meer tijd besteden aan lezen. Je kunt niet goed worden in iets wat je nooit doet.”

Het aanschaffen van boeken of een bibliotheekabonnement ziet de hoogleraar pas als het begin. „Als je niet praat over wat een tekst met je doet, verlies je een belangrijk deel van wat lezen je kan brengen. Je zou als gezin bijvoorbeeld allemaal hetzelfde boek kunnen lezen, en vervolgens in gesprek gaan over wat het boek bij de verschillende gezinsleden oproept.”

Waar dat gesprek ook over gaat, het is altijd goed, denkt Stronks. „De reactie die een tekst bij je teweegbrengt, zegt iets over de tekst, over jou en over de samenleving waarin je opgroeit. Jongeren zoeken nu niet minder dan vroeger naar hun plek in de maatschappij. Het lezen en bespreken van teksten speelt daarin een belangrijke rol.”

Leeskringen

19912648.JPG
Rian Vogel-de Pagter. beeld Marika Rentier

Ook Rian Vogel-de Pagter, docent Nederlands en leescoach op de scholengroep Driestar-Wartburg, benadrukt het belang van samen in gesprek gaan over boeken. „Er is te veel vluchtigs in het onderwijs geslopen. Juist het langzame proces van het beklijven van kennis door teksten te lezen en er met elkaar over te praten is ontzettend belangrijk. Leerlingen moeten nadenken over teksten. Dat is ook waar het PISA-onderzoek iedere keer op hamert.”

Om leerlingen te laten lezen moet je beginnen bij de docent, is haar overtuiging. „Leesonderwijs staat of valt met wat je als docent voorleeft. Als je zelf enthousiast bent over lezen, kun je dat overdragen op je leerlingen.” Driestar-Wartburg organiseert daarom leeskringen voor docenten. Dat is een groot succes, vertelt Vogel vol vuur: „Je ziet dat het docenten stimuleert om te gaan lezen.”

Leerlingen van Driestar-Wartburg moeten altijd een boek in hun tas hebben, dat ze op een vrij moment erbij kunnen pakken. „Zo willen we boeken lezen normaal maken”, legt Vogel uit. „Leerlingen zijn lezen ontwend en plakken er al snel het etiket ”saai” op, maar dat is niet terecht.”

Jacobi de Wildt-Rentier, teamleider en docent Nederlands aan de Gomarus scholengemeenschap, raadt docenten en ouders aan om te blijven voorlezen. Ook pubers kunnen dat waarderen, is haar ervaring. Daarnaast is het volgens De Wildt goed om in gesprek te gaan over het nieuws, zowel in het klaslokaal als aan de keukentafel.

Populist

Vogel ziet eveneens de meerwaarde van voorlezen. Zelf kiest ze ervoor om met al haar klassen wekelijks een uur te lezen. „Altijd hardop, zodat ik als docent het gesprek op gang kan brengen”, legt ze uit. De leescoach is zich ervan bewust dat er veel van docenten wordt gevraagd. Maar dat is niet voor niets: „Ik durf de stelling aan dat het lezen door leerlingen voor een flink deel afhangt van hoe er lesgegeven wordt.”

Vogels belangrijkste advies aan docenten en ouders? „Zorg dat je zelf een actieve lezer bent.” De Wildt kan zich daarin vinden. „Geef het goede voorbeeld. Als ouders nooit meer lezen maar altijd hun telefoon pakken, is het niet gek dat kinderen die gewoonte overnemen.”

Tot slot vindt Vogel het belangrijk dat de schoolmediatheek aantrekkelijk oogt en een ruim aanbod heeft. „Ik denk dat wij als reformatorische scholen veel te voorzichtig zijn met het binnenhalen van boeken die misschien niet helemaal bij onze identiteit passen. Het is heel belangrijk dat leerlingen schurend lezen: dat ze geconfronteerd worden met andere meningen en daar kritisch op reflecteren. Neem niet alleen boeken die binnen je eigen kring verschijnen, maar durf ook eens een boek te pakken dat controversieel is. We willen niet dat onze kinderen straks allemaal de eerste de beste populist nalopen, maar dat ze zelf een mening vormen. Daaraan moeten we in het onderwijs heel hard werken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Lezen

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer