Oudere mbo’er en docent lezen vaker Bijbel
Hoe ouder mbo-studenten, docenten en ouders zijn, hoe belangrijker zij de Bijbel voor hun leven vinden en hoe meer zij persoonlijk lezen in Gods Woord. Dat blijkt uit onderzoek van het Hoornbeeck College onder deze drie groepen.
Ruim 40 procent van de reformatorische studenten leest dagelijks persoonlijk uit de Bijbel en bijna een op de vijf mbo-jongeren bijna elke dag – samen goed voor 60 procent. Van de ouders en docenten doet (bijna) driekwart dit dagelijks. Leeftijd speelt niet alleen een rol bij studenten, ook ouders en docenten lezen vaker persoonlijk uit de Bijbel naarmate zij ouder worden.
Er bestaat een sterk verband tussen de frequentie van Bijbellezen en het belang dat mbo-jongeren hechten aan de Bijbel. Jongeren die de Bijbel belangrijk vinden, lezen significant meer. En hoe meer ze lezen, hoe vaker ze de tekst zeggen te begrijpen. Van de 12 procent mbo-jongeren die niet lezen geeft bijna de helft aan geen zin of interesse te hebben.
Dat zijn de opvallendste uitkomsten uit een enquête die de werkgroep Identiteit & Vorming van het Hoornbeeck College afnam. De reformatorische school publiceerde deze maandag een deel van de resultaten, later dit jaar volgt meer. Een representatieve respons van een kleine 2000 mbo-studenten, 2000 ouders en ruim 350 docenten vulden de vragenlijst in.
Het overgrote deel van de ouders heeft ook een mbo-opleiding. Docenten zijn kerkelijk gezien rechtser dan de studenten- en ouderpopulatie.
Vertaling
Opvallend is dat ouders en docenten unaniem stellen dat de Bijbel „belangrijk” tot „heel belangrijk” is voor hun leven, tegenover zo’n 70 procent van de mbo’ers. Een kwart van de studenten staat daar „neutraal” tegenover en 5 procent noemt de Bijbel „onbelangrijk”. Meisjes vinden de Bijbel iets belangrijker dan jongens.
Studenten lezen persoonlijk meestal uit dezelfde vertaling als die thuis aan tafel wordt gebruikt. Voor een kleine meerderheid van studenten en docenten (53 procent) is dit de Statenvertaling. Ouders gebruiken voor zichzelf het vaakst de Statenvertaling: 60 procent. Ongeveer een kwart van alle groepen kiest voor de Herziene Statenvertaling. Een op de vijf studenten leest vertalingen als de Bijbel in Gewone Taal, de Basisbijbel en de Nieuwe Bijbelvertaling.
Begrijpen
De meerderheid van ouders en docenten (60 en 72 procent) geeft aan de Bijbel vaak te begrijpen. Dit geldt voor een minderheid van mbo-jongeren: 42 procent. Bijna de helft van hen geeft aan zo nu en dan te begrijpen wat ze lezen.
Nog geen 10 procent van de mbo’ers vraagt om hulp als ze een tekst niet begrijpen. Als ze dat wel doen, stapt het gros naar zijn ouders. Bij docenten, predikanten of kerkenraadsleden kloppen jongeren niet of nauwelijks aan.
De cijfers laten een duidelijk verband zien tussen het begrijpen van de Bijbeltekst en het ervaren van Gods spreken. Mbo-jongeren die de Bijbel vaak begrijpen, geven 25 procent vaker aan dat ze weleens ervaren hebben dat God tot hen sprak. De groep die zegt zelden de Bijbel te begrijpen, stelt ook 67 procent minder vaak Gods stem te hebben ervaren.
Gebed
Het combineren van Bijbellezen en gebed doet 70 tot 80 procent regelmatig tot altijd. Mbo-jongeren die ook bidden geven vaker aan te ervaren dat God tot hen spreekt.
Bijna de helft van de studenten geeft aan ervaren te hebben dat God tot hen sprak. Bij ouders en docenten ligt dit percentage een stuk hoger: respectievelijk 73 en 86 procent. Ruim 17 procent van de jongeren geeft aan Gods stem niet gehoord te hebben tijdens het lezen van de Bijbel. Een dubbel zo grote groep weet dat niet zeker.