Waarom Dordrecht een flinke golf water bespaard bleef
Het water in de rivieren steeg afgelopen dagen stevig. Ernstige overlast bleef echter uit. Waar ligt dat aan? Drie experts reageren.
Groot gevaar voor de veiligheid was er afgelopen week niet, stelt Goos den Hartog, waarnemend dijkgraaf bij waterschap Rivierenland. Mede doordat rivieren via landschappelijke ingrepen afgelopen jaren meer ruimte kregen, bleef de wateroverlast binnen de perken. „Miljardeninvesteringen in bijvoorbeeld het project Ruimte voor de Rivier betalen zich nu terug”, zegt Den Hartog.
Het project Ruimte voor de Rivier behelst onder meer de aanleg van nevengeulen en overloopgebieden die rivieren kunnen ontlasten. Deze ingrepen kregen vorm na de beruchte ‘hoogwaterjaren’ 1993 en 1995. In 1995 moesten in het Gelderse rivierengebied 250.000 mensen hun huizen verlaten.
Kasteel
Dankzij bijvoorbeeld het medio 2015 voltooide Ruimte voor de Rivierproject Munnikenland bleef steden als Dordrecht en Gorinchem afgelopen dagen een flinke plas water bespaard, legt Den Hartog uit. Nabij Kasteel Loevestein vangt het overloopgebied Munnikenland water uit de overvolle rivier Merwede/Waal op. „Naar dat overloopgebied stromen miljoenen kuubs water. Volgens berekeningen zou het terrein eens in de vijf jaar, dus op momenten van extreem hoog water, onderlopen. Dit jaar is het overloopgebied echter al twee keer gebruikt voor afvoer van de overvolle rivier.”
Voor Kasteel Loevestein, gelegen in het overloopgebied, betekent de ingreep in het landschap dat de toegangsweg tot het kasteel bij extreem hoog water onderstroomt, legt Den Hartog uit. „Activiteiten, zoals een lichtjesfeest, kunnen daardoor nu niet doorgaan.”
Ook een ingreep bij de Waal nabij Nijmegen zorgde ervoor dat de hoogwaterproblemen deze week binnen de perken bleven, zegt Den Hartog. Het betreft dan het project de Spiegelwaal, een nevengeul die de Waal een uitwijkmogelijkheid biedt. „Zonder die geul had het water bij Nijmegen 25 centimeter hoger gestaan. Dan was de Waalkade in de stad veel eerder ondergestroomd.”
Dat zeker de IJssel afgelopen week mudvol was, heeft voor een belangrijk deel te maken met het hoge waterpeil in het IJsselmeer. Ook de vele regen van afgelopen maanden speelt een rol, geeft Den Hartog aan. „Op het IJsselmeer was het waterpeil afgelopen weken een meter hoger dan normaal, onder meer vanwege springtij en de noordwester storm Pia. Daardoor kon de IJssel zijn water moeilijk afvoeren op het IJsselmeer.”
In Duitsland veroorzaakte het hoogwater afgelopen dagen crisisachtige toestanden. Honderden hulpverleners probeerden dijkdoorbraken te voorkomen. Heeft Nederland de waterhuishouding beter op orde? Ja, zegt waarnemend dijkgraaf Den Hartog. „Bedenk dat Nederland letterlijk het afvoerputje van Europa is. Rivieren als de Rijn en de Maas stromen vanuit buurlanden naar ons land. Al eeuwenlang strijden waterschappen in Nederland tegen het water. Het systeem van waterschappen is uniek in Europa. Zij regelen zelfstandig de veiligheid van dijken en waterafvoer om overstromingen te voorkomen. In andere Europese landen liggen die taken bij algemene regionale dan wel provinciale overheden. Zij maken vaker politiek gekleurde keuzes. Je kunt je voorstellen dat ze eerder geld vrijmaken voor een voetbalveld dan voor dijkversterking. In Nederland hebben waterschappen minder last van de waan van de dag.”
Deventer
De „eeuwenoude dijken” in Nederland konden het hoogwater afgelopen week prima aan, zegt prof. dr. ir. Matthijs Kok, hoogleraar waterveiligheid aan de TU Delft. Weliswaar stond het waterpeil in de rivieren hoog, toch was de situatie in bijvoorbeeld 1995 vele malen kritischer. „Toen was de waterafvoer bij Lobith, waar de Rijn Nederland binnenkomt, ongeveer 12.000 kubieke meter water per seconde. Afgelopen week stond de teller op 7500. Nederlandse dijken zijn bestand tegen 16.000 kubieke meter water per seconde.”
De analyse dat dijkverhogingen en rivierverbredingen in bijvoorbeeld het project Ruimte voor de Rivier Nederland afgelopen week hebben behoed voor rampspoed, deelt Kok dan ook niet. „Ook zonder die maatregelen konden de dijken het prima aan. Verder bleek deze dagen dat waterschappen goed toegerust zijn om overtollig water af te voeren.”
Drijvende woningen
De landschappelijke ingrepen van de afgelopen jaren zorgden ervoor dat deze week het water in bijvoorbeeld de Rijn op een beperkt aantal plekken zo’n 25 centimeter lager stond, geeft Kok aan. „Het project Ruimte voor de Rivier is mooi, maar hielp deze week maar een klein beetje bij het tegengaan van overlast.”
Kok, woonachtig in het aan de IJssel gelegen Hattem, verbaast zich over de „hype” rond het hoogwater in Deventer. „Het water had daar over de kade kunnen stromen en een aantal buitendijkse huizen kunnen treffen, maar dat is niet zo erg. Het hoogwater zou zeker niet de hoger gelegen binnenstad zelf hebben bereikt.”
Nederlanders zouden moeten beseffen dat wat betreft waterveiligheid „het risico niet naar nul is te brengen”, geeft Kok aan. „Het is niet doenlijk om veel geld te investeren in een pomp die je eens in de 500 jaar gebruikt. Mensen die in uiterwaarden wonen, hebben van tijd tot tijd hinder van hoogwater. Zij weten dat meestal en schreeuwen niet direct moord en brand.”
De hoogwaterperikelen leren dat autoriteiten zeker ook kleine, regionale rivieren zoals de Vecht, de Regge en de Dinkel in de gaten moeten houden, zegt dr. Nathalie Asselman, overstromingsdeskundige bij kennisinstituut Deltares. Ze wijst op de watersnood in de zomer van 2021. Toen trad door hevige regenval de Geul in Limburg buiten haar oevers en ontstond onder meer in Valkenburg miljoenenschade.
Samen met waterexperts uit buurlanden broedt Asselman op maatregelen die de veiligheid bevorderen van burgers die langs regionale rivieren wonen. „Je kunt op die plekken bijvoorbeeld drijvende woningen bouwen, huizen voorzien van waterwerende schotten of woningen zodanig impregneren dat water minder snel door de muren trekt.”
De diverse landen moeten zien te voorkomen dat ze elkaar in de wielen rijden, beklemtoont Asselman. „Stel dat België inzet op het zo snel mogelijk afvoeren van water in rivieren in plaats van water ergens vasthouden, dan kan dat leiden tot problemen benedenstrooms, dus in Nederland. Of stel dat Nederland bij de grens heel weinig ruimte laat voor de rivier, dan kan dat in België riskante opstuwing van het water veroorzaken.”