Docenten en leerlingen in het Verenigd Koninkrijk worden niet verplicht scholieren die zich als transgender identificeren aan te spreken met het voornaamwoord van hun voorkeur.
Dat staat in een dinsdag door het Britse ministerie van Onderwijs gepubliceerde richtlijn, bedoeld om scholen handvatten te geven in de omgang met transpersonen. Dat zijn mensen die zich anders identificeren dan hun biologische geslacht.
De richtlijn „maakt duidelijk dat scholen het verzoek van een kind om een sociale transitie te maken niet hoeven te accepteren, en dat leraren of leerlingen niet onder druk mogen worden gezet om andere voornaamwoorden te gebruiken”, zei de Britse minister van Gelijkheid, Kemi Badenoch. „Scholen zouden alleen moeten instemmen met een verandering van voornaamwoorden (…) als ze er zeker van zijn dat het voordeel voor het individuele kind opweegt tegen de impact op de hele schoolgemeenschap”, zo staat in de richtlijn.
In de transgenderrichtlijn gaat het over leerlingen in hun sociale transitie. In het document wordt dat uitgelegd als „de verandering van naam, kleding of het gebruiken van faciliteiten om meer op het andere geslacht te lijken”.
Barrières
Als een kind zulke concrete stappen in de richting van transitie zet, wordt van scholen verwacht dat ze ouders daarover informeren. Er gelden uitzonderingen, bijvoorbeeld als een veilige thuissituatie voor het kind niet kan worden gewaarborgd. Ook worden leraren niet gedwongen om de ouders in te lichten over hun kind als die slechts „algemene” vragen stelt over zijn of haar genderidentiteit.
Voorvechters van transrechten zijn niet blij met de nieuwe richtlijn. De voorstellen zouden voor tieners nieuwe barrières opwerpen om ongehinderd met hun docenten over het thema te praten, omdat docenten die gesprekken direct aan ouders moeten melden. Meer dan een derde van de personen in Engeland die zich als transgender of non-binair identificeren, zegt er niet zeker van te zijn geaccepteerd te worden als ze tijdens die sociale transitie uit de kast komen, bleek in april uit cijfers van de Britse instelling Just Like Us.
Ook hekelen de voorvechters de bewoordingen in de richtlijn. Die zouden blijk geven van vijandelijkheid tegenover transpersonen. Zo wordt er over de „genderidentiteitsideologie” gesproken en mijdt het document zorgvuldig het woord transgender om kinderen met genderdysforie te beschrijven.
Christelijke groepen
Christelijke groepen zijn juist voorzichtig optimistisch. John Denning van The Christian Institute verwelkomt het document als „een belangrijke stap in de goede richting. Deze richtlijnen verdrijven de gevaarlijke mythe dat scholen altijd moeten helpen bij de sociale transitie, genderverwarring bij een kind voor de ouders moeten verbergen of kleedkamers van meisjes toegankelijk moeten maken voor jongens”, aldus Denning. „Zowel docenten als leerlingen zullen blij zijn met de bescherming tegen gedwongen meningsuiting.”
Het document is niet bindend en scholen zijn niet wettelijk verplicht zich er aan te houden. Maar de meeste scholen zullen gebruik maken van het document bij het formuleren van hun beleid, is de verwachting. De Britse overheid geeft ouders, docenten en schoolbesturen tot maart de gelegenheid om input te leveren.
Critici aan de rechterkant van de regerende Conservatieve Partij vinden een richtlijn echter te zwak en roepen op deze te veranderen in formele wetgeving. Hun plan is om ruimtes voor mannen en vrouwen wettelijk vast te leggen, sociale transitie op scholen te verbieden en het gebruik van puberteitsblokkers en hormoonbehandeling voor genderdysforie bij jongeren onder de 18 jaar te verbieden.