Vier politieagenten mochten in de nacht van 18 op 19 juni in Nijmegen schieten op een auto die wegreed in Nijmegen. De agenten losten in totaal achttien schoten, waardoor een omstander mogelijk gewond raakte aan zijn oor. Maar het gebruik van het dienstwapen viel binnen de ambtsinstructie voor politiemensen en de Politiewet, concludeert het Openbaar Ministerie woensdag na een onderzoek door de rijksrecherche. De inzittenden van de auto zijn nog spoorloos.
De agenten kwamen af op een melding over een garagebox in de wijk Malvert in Nijmegen. In die box was niks te zien, maar uit de garagebox ernaast kwam een sterke benzinelucht. Op het bevel van de politie om de deur te openen kwam geen reactie. Plotseling kwam een auto in volle vaart achteruit dwars door de garagedeur rijden. De agenten moesten wegspringen en een omstander werd aangereden. De agenten schoten om de auto te laten stoppen, maar dat lukte niet.
Het is niet duidelijk welke agent de auto en mogelijk ook een omstander heeft geraakt, zegt het OM. Wel staat volgens het OM vast dat de wegrijdende auto een direct gevaar vormde. De inzittenden handelden nietsontziend en onberekenbaar. Daarom was het handelen van de agenten rechtmatig.
In de garagebox vond de politie explosieven en goederen die erop wezen dat de box mogelijk een uitvalsbasis was voor het plegen van plofkraken.